In de laatste vier jaar verkreeg geen enkele Europeaan asiel
In vier jaar tijd vroegen exact 2.149 Europeanen asiel aan in ons land. Geen enkele van deze asielzoekers uit Europa kreeg een erkenning. Bijna duizend asielzoekers kwamen uit Slowakije.
In de voorbije vier jaar kreeg er geen enkele asielzoeker uit Europa een erkenning. Hoe schrijnend de beelden van de Tsjechische en Slowaakse families dus ook zijn, zij hebben volgens de Belgische wetten geen recht op opvang omdat ze Europese burgers zijn. Ze maken zeer weinig kans op een erkenning als vluchteling.
De Europese asielaanvragen in ons land komen vooral uit Slowakije, Bulgarije en Roemenië. Slowakije is de absolute koploper met 945 aanvragen, gevolgd door Bulgarije en Roemenië, met elk 350 aanvragen. Daarna volgen Hongarije (225 aanvragen) en Tsjechië (192 aanvragen).
Bij Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) valt te horen dat het vooral om Romazigeuners gaat, maar daarover zijn geen specifieke cijfers beschikbaar. "Wij houden statistieken bij per nationaliteit, niet per etnie", zegt Katrien Jansseune van DVZ. Bij deze aanvragen worden ook enkel de volwassenen geteld, de kinderen onder de achttien jaar worden niet meegerekend. "In werkelijkheid gaat het dus om veel meer mensen", zegt Jansseune.
Deze Europeanen krijgen, ongeacht hun nationaliteit, sinds 2007 een versnelde procedure, net omdat hun erkenningsratio zo laag ligt. Die speciale procedure houdt in dat ze geen recht hebben op opvang en een verschillende beroepsprocedure moeten volgen. Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatslozen (CGVS) moet binnen de vijf dagen beslissen of ze hun aanvraag in overweging neemt. De totale behandelingstermijnen van deze 'Europese dossiers' komt dan ook op 23 dagen, wat een heel pak korter is dan bij de gewone procedures.
Los van de asielprocedure kunnen deze Europeanen na zes maanden maanden ook steun aanvragen bij het OCMW. België is een van de weinige landen waar Europeanen nog steun kunnen krijgen. Binnen de regering werd al geprobeerd om die regeling aan te passen, maar de PS ging dwarsliggen.
Voor de Balkanlanden die niet tot de EU behoren, zoals Servië, Macedonië of Kosovo, geldt er al een dik jaar een prioritaire behandeling bij de asielinstanties. "Zo goed als geen tot een heel beperkt percentage van de personen uit deze landen komt voor asiel in aanmerking", merkt Tine Van Valckenborgh van CGVS op. "Frankrijk, Zweden, Duitsland en Luxemburg worden met dezelfde hoge instroom geconfronteerd. Ook zij geven heel weinig mensen uit de Balkan een vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming."