Direct naar artikelinhoud

Maya vliegt de halve wereld rond

Met 102 landen zal de 3D-film rond Maya de Bij in de hele wereld te zien zijn. Een grote stap voorwaarts in de internationalisering van Studio 100. Al blijven twee belangrijke bastions moeilijk terrein: de VS en Groot-Brittannië.

Het verhaal van Maya, eerste vlucht - de eerste bioscoopfilm rond Maya de Bij - begon al in 2008, toen Studio 100 voor 41 miljoen euro het Duitse EM Entertainment overnam. Daarmee verwierf het Belgische bedrijf de rechten op klassieke series als Maya, maar ook Wickie de Viking, Pippi Langkous en Heidi. "Het was toen een beredeneerde overname", vertelt CEO Hans Bourlon. "We hebben er ook nooit een geheim van gemaakt om met deze figuren wereldwijd met nieuwe series en films aan de slag te gaan. Al zitten er tussen droom en daad vaak obstakels in de weg."

En die hindernissen waren in de eerste plaats een financieel gegeven. "Na onze overname zijn we naar de politiek gestapt, onder meer bij toenmalig minister van Cultuur Bert Anciaux. We hadden zelf een aanzienlijk budget voorzien om tekenfilms te gaan maken, maar zonder steun was het onbegonnen werk. Onder meer in Frankrijk bestond er toen al een doorgedreven subsidiesysteem, dus wilden we polsen of dat bij ons ook kon. Hier stak men de handen in de lucht. Jammer, want België heeft een historische band met grafische vormgeving. In de jaren zeventig was er in Brussel zelfs een bloeiende animatie-industrie. Maar niet getreurd, we hebben het heft in eigen handen genomen en zijn ons geluk buiten de grenzen gaan zoeken."

Subsidies

Dat geluk vond Studio 100 in Australië en Frankrijk. Met de overname van de 3D-studio Flying Bark Productions uit Sydney - die bij in het EM Entertainment-pakket zat - en met de oprichting van Studio 100 Animation in Parijs. Daar werden de afgelopen jaren nieuwe tekenfilmseries van de verworven personages gemaakt. De reeks rond Maya kwam al in 160 landen op het televisiescherm. Een langspeelfilm is een volgende stap in die verovering van de wereld.

"Hoewel we in Vlaanderen met lokale content al twintig films gemaakt hebben, blijft de financial engineering op internationaal niveau een moeilijk gegeven", stelt Bourlon.

"Een project als Maya the Movie kost al snel 12 miljoen euro en duurt drie jaar om te maken. Dan zit je met een grote investeringsschuld, dat kan je niet zomaar doen op goede hoop van succes. Toch zijn we erin geslaagd om met een combinatie van subsidies en voorverkoop de film volledig te financieren. Het werd een coproductie van onze studio in Australië en Studio 100 Media in Duitsland, omdat we zo konden rekenen op interessante subsidiesystemen. In Australië alleen al gaat dat om 40 procent van het bedrag dat we in dat land spenderen."

De film kan alvast op een groot bereik rekenen. Gisteren maakte Studio 100 bekend dat Maya, eerste vlucht meteen in 102 landen vertoond zal worden. Die lijst kreeg een stevige duw door de 41 Afrikaanse landen waar de film wordt verdeeld. En de lijst voor de filmrelease kan nog aantikken.

De reden van die succesvolle voorverkoop legt Bourlon bij de internationale populariteit van de tv-reeks. "Maya is in heel de wereld te zien. In vele gevallen ook op grote zenders, als TF1 in Frankrijk, RAI in Italië of RTVE in Spanje. In Rusland wordt de film meteen op duizend prints verdeeld, in Maya's thuisland Duitsland op vijfhonderd en in Zuid-Korea op driehonderd." En net dat zijn de economische cijfers die er toe doen, meer nog dan het gigantisch grote aantal landen waar de film te zien zal zijn.

Geen negatieve connotatie

Toch kleuren er twee belangrijke vlekken nog niet oranje. Bourlon: "De Verenigde Staten en Groot-Brittannië zijn grote bastions waar we nog niet zijn doorgebroken. We konden al wel een versie van Het Huis Anubis aan een grote zender verkopen, Nickelodeon. In Groot-Brittannië wordt Maya intussen op een kleine zender gespeeld, Tiny Pop, maar de doorbraak ligt moeilijker in die territoria. Dat is vooral een historisch gegeven. Het is de oorspronkelijke Duitse makers ook nooit gelukt om met oude tekenfilmreeksen voet aan de Angelsaksische grond te krijgen. In Europa hangt er iets nostalgisch rond het figuurtje, daar kennen ze het niet. Daarom krijgen we de film er op dit moment niet makkelijk verkocht. Maar wat niet is, kan nog komen."

Toch is Maya de Bij aardig op weg om de Mickey Mouse van Studio 100 te worden, al vindt Bourlon dat geen evidente vergelijking. "Een bij heeft alvast het voordeel dat het overal rondvliegt. In de hele wereld kennen ze bijen. Bovendien hangt er cultureel geen negatieve connotatie rond. Dat is een heel ander verhaal bij Wickie de Viking. Ondanks het feit dat we heel wat humor in die nieuwe tv-series hebben gestopt, blijft een viking een cultureel gegeven."

Waar de wereldpremière van Maya, eerste vlucht zal plaatsvinden, weet Bourlon nog niet te vertellen. "Lang niet alle data liggen vast en alles zal gebonden zijn aan de distributeur. België wordt het alvast niet. We hebben gekozen om hier te releasen in de kerstvakantie. In Nederland zal de film al in oktober in de zalen te zien zijn."