Direct naar artikelinhoud

Schutter Reagan nog altijd geobsedeerd door moordenaars van presidenten

Bijna had hij in 1981 president Ronald Reagan vermoord. John Hinckley, toen 25, was geobsedeerd door actrice Jodie Foster en wilde met de aanslag indruk op haar te maken. Hinckley belandde echter in een psychiatrische inrichting. Tegenwoordig mag hij tien dagen per maand zijn moeder bezoeken, maar zijn advocaten pleiten voor langdurig verlof.

Volgens de advocaten van Hinckley is hun cliënt ongevaarlijk en heeft hij tijdens zijn verblijf in de psychiatrische instelling nooit gewelddadig gedrag laten zien. Aanklagers beschouwen Hinckley echter nog altijd als een gevaar voor de samenleving. Hinckley slikt medicijnen tegen paniekaanvallen en schizofrenie en lijdt volgens psychiaters aan narcisme.

Hinckley loog in juli en september van dit jaar bovendien over activiteiten tijdens zijn verlof. Hij zou gaan winkelen en naar de bioscoop gaan, maar de geheim agenten die Hinckley volgden zagen hem in een boekhandel bladeren in boeken over Reagan en moordenaars van presidenten.

Op 30 maart 1981 wachtte Hinckley president Reagan buiten op na diens toespraak in een hotel in Washington. Hinckley schoot vervolgens zes keer in de richting van de president en raakte hem in zijn borst. Reagans persvoorlichter James Brady werd in het hoofd getroffen en raakte deels verlamd.

Hinckley was na het zien van Taxi Driver geobsedeerd geraakt door de film en door actrice Jodie Foster in het bijzonder. In de film probeert Robert De Niro een jonge prostituee, gespeeld door Foster, te redden van haar pooier. Ook probeert De Niro een aanslag te plegen op een presidentskandidaat.

In Hinckleys hotelkamer in Washington werd na de aanslag op Reagan een briefje voor Foster aangetroffen met de tekst: 'Beste Jodie, er is grote kans dat ik word gedood in mijn poging Reagan te pakken.'