Direct naar artikelinhoud

Koningin van de fotografie tussen macht en menselijkheid

Tentoonstelling Amerikaanse Annie Leibovitz toont persoonlijke en glamourfoto's in Londen

Annie Leibovitz (59) is een van de beroemdste levende Amerikaanse fotografen. Sommige van haar foto's zijn iconen: de hoogzwangere naakte Demi Moore, Whoopi Goldberg in een melkbad en John Lennon, bloot en in foetushouding, naast Yoko Ono. Leibovitz is de hoffotograaf van sterren en machthebbers. In Londen loopt een verrassende tentoonstelling waar haar weinig verhullende persoonlijke foto's een opvallende plaats krijgen tussen the rich and the famous. door Eric Rinckhout

Annie Leibovitz is de fotografe van de sterren en is zelf ook een ster. Haar passage vorige woensdag in Londen was kort en krachtig. De fotografe viel zelf ten prooi aan opdringerige fotografen en cameraploegen terwijl ze een rondleiding door haar tentoonstelling gaf. Nauwelijks een uur later had Leibovitz de National Portrait Gallery verlaten. Meer tijd had de fotografe niet. Zo is ze nu eenmaal: life in the fast lane. Ze is drukbezet, krijgt veel opdrachten en heeft geen tijd te verliezen.

De vragen die ze kreeg beantwoordde ze evenwel uitvoerig, op een innemende manier en zonder de minste kapsones. In essentie is ze een heel gewoon Amerikaans meisje. Thuis waren ze met zes kinderen: dat is volgens haar de reden waarom ze luid praat en ongeduldig is. In deze tentoonstelling geeft ze zichzelf, haar familie en geliefden opvallend bloot.

"Bij ons thuis werd er altijd al gefotografeerd", vertelt Leibovitz. "Mijn moeder en vader maakten foto's en 8 mm-films van toen ik een klein meisje was." Papa Leibovitz was beroepsmilitair in de Amerikaanse luchtmacht en het gezin moest vaak verhuizen. "Ik was het gewend geraakt om naar de wereld te kijken door de autoruiten. Dat was toen mijn 'frame', jaren voordat ik besliste een leven van fotograaf te leiden."

Leibovitz koos op haar 20ste voor de fotografie, nadat ze schildercursussen had gevolgd. Dat schrijft ze in Annie Leibovitz At Work. "Fotografie paste bij me. Ik was ongeduldig. Fotografie leek me een sneller medium dan schilderkunst. Schilderen deed je in je eentje, fotografie daarentegen zorgde ervoor dat ik buitenkwam en een socialer wezen werd. In de studio's van fotografiestudenten voelde ik me thuis, terwijl boze abstract-expressionisten in hun atelier aan het schilderen waren. Ik was niet klaar voor abstractie, ik wou de werkelijkheid."

In de lente van 1970 maakte ze foto's van studentenprotesten in San Francisico en Berkeley. Voor haar een moeilijk moment, want de demonstraties waren gericht tegen de Amerikaanse interventies in Vietnam en Cambodja, terwijl haar vader op de Filippijnen verbleef in een van de belangrijkste Amerikaanse legerbases in het gebied. Haar foto's haalden de cover van het magazine Rolling Stone. Leibovitz werkte tot 1983 voor het rockblad en zou tientallen keren de cover halen met portretten van de belangrijkste rockers, filmsterren en kunstenaars van het moment - van Patti Smith en Bruce Springsteen over Bette Midler en Meryl Streep tot Keith Haring en The Blues Brothers.

Leibovitz vertelt over die periode dat ze nagenoeg onafgebroken foto's maakte. Ze ging mee op tournee met de Rolling Stones, werd één met de groep en schoot "honderden filmrolletjes" op. Zo'n tournee gaat je niet in de kleren zitten: Leibovitz moest daarna een ontwenningskuur volgen. Maar ze had veelgeleerd. "Ik was van het idee uitgegaan dat ik een kameleon moest zijn, dat men me niet mocht opmerken. Maar zo werd ik deel van een situatie en deed alles wat je verondersteld wordt te doen op een tournee van de Stones... Ik leerde ook over macht, de macht die Mick (Jagger) en Keith (Richards) zowelop als naast het podium uitsraalden. Het waren jonge goden. En ik had het gevoel dat hun nabijheid ook mij macht gaf." Inmiddels heeft ze ook geleerd om niet altijd maar foto's te maken. "Ik kan nu af en toe al eens gewoon ergens zijn."

Voor alle duidelijkheid: die periode komt niet in beeld op de tentoonstelling in Londen. De focus ligt op de jongste vijftien à twintig jaar: de grote engagementen met alles wat star quality heeft en het groepswerk voor glamourmagazines als Vanity Fair en Vogue. Het is niet toevallig de periode waarin Leibovitz intiembevriend was met Susan Sontag, gevierd schrijfster en een van de meest vooraanstaande Amerikaanse intellectuelen. Sontag overleed in de laatste dagen van 2004, ze leed al geruime tijd aan kanker. Het is ongetwijfeld haar dood - en de daaropvolgende dood van Leibovitz' vader - die een klik heeft veroorzaakt in het hoofd van de fotografe. En die ervoor gezorgd heeft dat in de Londense tentoonstelling niet alleen macht, glamour en sterrendom maar ook kwetsbaarheid, menselijkheid en melancholie zo'n grote rol spelen.

Leibovitz en Sontag leerden elkaar kennen in 1988 toen Leibovitz reclamefoto's maakte voor Sontags jongste boek Aids and Its Metaphors. Leibovitz was 39, Sontag 55. Op het eerste gezicht was het een vreemd koppel: Sontags literair en intellectueel sérieux versus Leibovitz' sterrenjacht. "Ze was de persoon die ik op dat moment moest ontmoeten", aldus Leibovitz. Ze bewonderden elkaars ambitie en haalden het beste uit elkaar naar boven. "Woorden als 'companion' of 'partner' gebruikten wij niet. Het woord dat het dichtst in de buurt komt is 'vrienden'."

In de tentoonstelling is de relatie met Susan Sontag de rode draad. Tussen de grote staatsieportretten van de Queen, portretten vol onderdrukt testosteron van militaire bevelhebbers als Norman Schwarzkopff en Colin Powell, en glamourqueens als Nicole Kidman en Scarlett Johansson hangen kleine zwart-witfoto's die het gemeenschappelijke leven van Annie en Susan in beeld brengen. Als kiezelsteentjes die Leibovitz terug hebben geleid naar de verloren en soms vergeten tijd.

Vaak gaat het om doodgewone fotootjes: een hotelkamer in Venetië, een kade in Parijs, een toneelrepetitie in het aan flarden geschoten Sarjevo, een wandeling op de flanken van de Vesuvius. Er zitten ongemakkelijk stemmende momentopnames bij: Sontag in bad (als in een schilderij van Bonnard), terwijl ze de plek van haar geamputeerde borst met haar hand beschermt, Sontag die chemotherapie krijgt, Sontag in een ziekenhuisbed.

Om een hoekje, aan het eind van de tentoonstelling, hangt een kleine collage van enkele zwartwitfoto's: Susan Sontag op haar doodsbed. Pure horizontaliteit in het grauwste zwart-wit. De verkleurde plekken van het laatste infuus nog duidelijk zichtbaar op haar rechterarm. Dit indringende tafereel doet denken aan de Dode Christus van Hans Holbein - het is niet de laatste keer dat Leibovitz aan een groot schilder refereert. Anderzijds vertoont de collage een lichte kromming waardoor het doodstafereel paradoxalerwijs iets van een zwangerschapsechografie krijgt, een teken van leven.

Kort na de dood van Sontag stierf ook de vader van Leibovitz. Ook zijn doodsbed wordt getoond. De democratie van de dood, zeg maar. De basis van de expositie is verdriet en de verwerking ervan. Na de dood van die twee geliefde mensen begon Leibovitz in haar foto's te zoeken. En ze ontdekte foto's waarvan ze niet meer wist dat ze ze ooit gemaakt had.

Sommige bezoekers zullen al die intieme foto's voyeuristisch vinden, zelfs ongepast. Maar in het kader van deze grote tentoonstelling vormen ze een bescheiden contrapunt bij het gedruis van al die volmaakte mannelijke en vrouwelijke lichamen. Het maakt Leibovitz plots ook een veel menselijker fotograaf. "Susan zei ooit dat ze vond dat kunst boven het persoonlijke moet uitstijgen. Ik ben het daar niet mee eens."

"Toen ik deze tentoonstelling aan het samenstellen was," zegt ze voorts, "wou ik mijn opdrachten én de persoonlijke foto's samen laten zien. Ik heb geen twee levens, ik heb er maar één."

Die zogeheten opdrachtwerken zijn divers en worden op groot formaat getoond in de National Portrait Gallery. En ook die foto's - grotendeels individuele en groepsportretten - zijn op een intelligente en boeiende manier opgehangen zodat er vaak stille dialogen en confrontaties ontstaan. Een portret van Bush en zijn regering, met onder anderen Condoleezza Rice en Colin Powell, draagt de boodschap uit van kracht en beslistheid. "Ik heb die foto gemaakt kort na 9/11. Bush kijkt brutaal in de lens, hij staat lichtjes wijdbeens. Al hun gezichten staan ernstig. Het was een regering die volop een oorlog aan het voorbereiden was." Iets verder hangt een schitterend pendant in zwart-wit en even groot: de kritische regisseur Michael Moore - gekromd en op zijn hoede - met zijn filmploeg. Zo wordt het bijna een tweeluik, alsof Leibovitz wil ontkrachten dat ze louter en alleen the powers that be fotografeert.

Goed en aandachtig kijken is trouwens de boodschap. Kijk hoe zelfvoldaan de glimlach van Bill Clinton is wanneer hij pas tot president van de VS is verkozen, kijk naar het tensoplastje op de duim van Chief of Staff Donald Rumsfeld en het lauwerkransje boven het hoofd van Bush, en zie hoe er naast de goddelijke, gladde, bolronde Demi Moore (met sensuele make-up en glinsterende ringen maar voorts helemaal naakt) een klein fotootje hangt van een blote, aan flarden geschoten man op een operatietafel in Sarajevo. Het zijn de aantrekkelijke stekelige randjes van de expositie.

Zie ook hoe goed Leibovitz gekeken heeft naar de oude meesters. Ze kent haar klassieken - Cartier-Bresson en Ansell Adams - maar ook de oude schilderende meesters beheerst ze. Een portret van filmacteur Daniel Day Lewis verraadt de invloed van Antoon van Dyck (tot in de gespreide vingers toe), de naakte rug en billen van performace-artiste Karen Finley zouden zo door Velázquez geschilderd kunnen zijn en het groepsportret met Bush zou van Rembrandt kunnen zijn.

Ook mythologie en symboliek gebruikt ze: Cindy Crawford is Eva met de slang, Leonardo Di Caprio heeft een zwaan in zijn nek liggen.

Toch valt in dit retrospectief vooral op hoe sterk haar vroegste werk is. Ze fotografeert dan onder meer zwarte dansers tegen een witte achtergrond in een explosie van kracht en energie. Leibovitz geeft toe dat ze de grote opdrachten wat beu is: "Ik doe ze niet graag meer. Covers worden bijna advertenties, ik vind het verhaal binnen in het magazine veel spannender." En ze verwoordde in Londen ook haar twijfels: "Ik ben technisch nooit goed geweest. Mijn interesse zit in het kijken, in de verschillende manieren van kijken. Ik vind mezelf ook geen landschapsfotograaf of een studiofotograaf. Portretten geven mij vrijheid, en doordat ik foto's maken meer en meer onder de knie krijg wordt fotografie een speeltuin. Ik voel me dan ook meer een conceptueel kunstenaar die fotografie gebruikt."

Over ouder worden, zei ze: "Dat is niet zo erg. Ik wou alleen dat ik vroeger had geweten wat ik nu wist. En ik wil vooral mijn energie behouden. Om door te kunnen gaan."

Annie Leibovitz: A Photographer's Life 1990-2005 tot 1 februari 2009 in National Portrait Gallery, St Martin's Place, Londen (om de hoek van Trafalgar Square). Dagelijks 10-18 u., do en vrij tot 21 u. www.npg.org.uk

Eurostar verbindt negen keer per dag Brussel-Zuid met London-St Pancras. www.eurostar.com.

Annie Leibovitz:

Ik wou mijn glamour- en privéfoto's samen laten zien. Ik heb geen twee levens, ik heb er maar één