Direct naar artikelinhoud

De enige Vermeer op de markt

Het Londense Christie's veilt dinsdag het doek Sint Praxedis. Volgens het Rijksmuseum een echte Vermeer, maar veel deskundigen twijfelen. 'Het wordt nu geschat op 7,5 tot 10 miljoen euro. Dat is een fooi.'

Drie weken geleden is het schilderij Sint Praxedis (1655) 'met grotere zekerheid' toegeschreven aan Johannes Vermeer. Het is daarmee het enige kunstwerk van de Nederlander op de markt - een geheide knaller voor de Londense veilingenweek van oude meesters bij Christie's. Van Vermeer zijn immers slechts 35 schilderijen bekend - een ultiem klein oeuvre, dat op één na in museale collecties 'vastzit', want musea verkopen hun trofeeën niet.

De eigenaar van Sint Praxedis, Barbara Piasecka Johnson, is vorig jaar overleden. Daarom wordt het schilderij op 8 juli aangeboden. Sint Praxedis is nu al het meest bediscussieerde schilderij in de handel sinds tijden. Het Rijksmuseum in Amsterdam is na onderzoek voorstander van de toeschrijving aan Vermeer - dat is voor kopers een belangrijke 'museale' goedkeuring.

Het museum gaat daarmee in tegen de opvatting van veel experts, onder wie oud-directeur van het Mauritshuis Frits Duparc, die in 1995/96 de grote Vermeertentoonstelling organiseerde. Tegenstanders denken dat het van een andere Hollandse schilder is, of zelfs van een Italiaan. Kopers zullen straks bij het bieden laten zien wie zij geloven.

Praxedis was een Romeinse heilige uit de tweede eeuw, die de christelijke martelaren verzorgde. Dit 'katholieke onderwerp' is heel anders dan de genrestukken waarvan Vermeer bekend is. Het is in een Italiaanse stijl geschilderd, zoals slechts twee andere schilderijen van Vermeer uit dezelfde periode: Diana en haar Nimfen in het Mauritshuis, en Christus in het huis van Maria en Martha, in de Schotse National Gallery.

Kostbaar blauw pigment

De argumenten vóór komen van onderzoek dat het Rijksmuseum samen met de Vrije Universiteit Amsterdam deed. Het komt hierop neer: in Praxedis zit een pigment, loodwit, dat in samenstelling een 'complete match' is met het pigment dat Vermeer in Diana gebruikte. Taco Dibbits, directeur Collecties van het Rijksmuseum: "We hebben het twee keer getest: zo'n match komt weinig voor. Het lood komt uit dezelfde mijn als dat van Diana."

Ook blijkt er veel ultramarijn in de lucht te zijn gebruikt - een kostbaar blauw pigment dat Vermeer ook gebruikte. En de handtekening 'Meer 1655', die door sommigen wordt betwijfeld, is volgens het Rijksmuseum echt. Tot zover de prijsbepalende argumenten voor.

Nu de naysayers: omdat deze Praxedis erg lijkt op een werk van de Florentijnse schilder Felice Ficherelli denken veel kenners dat het door een Italiaan is geschilderd. Alleen de Amerikaanse Arthur Wheelock, medeorganisator van de grote Vermeertentoonstelling in Washington en Den Haag in 1995/96, was er altijd vast van overtuigd dat Vermeer het zelf heeft gekopieerd van Ficherelli.

Andere topexperts, zoals Walter Liedtke, Jorgen Wadum, Frits Duparc en Albert Blankert zijn niet overtuigd. Duparc: "Ik heb de argumenten over de pigmenten alleen gehoord, dus ik kan niet zeker zijn. Maar het overtuigt mij niet, omdat het wel laat zien dat het mogelijk in Holland is geschilderd, maar niet meteen in de richting van Vermeer wijst.

"Ik neem zonder meer aan dat het schilderij van Ficherelli in Holland is geweest en dat een Hollandse meester het kan hebben nageschilderd. Maar ik zie nog geen Vermeer."

In de inmiddels legendarisch geworden Vermeertentoonstelling hing toenmalig directeur Duparc dit schilderij wel op, omdat zijn collega Wheelock zo zeker was: "Dan kun je immers echt vergelijken met zekere Vermeers. Tentoonstellingen zijn etappes in een onderzoek."

Hij vond en vindt het te zwak; de hand, de anatomie, het kleurgebruik, de algemene indruk was "heel ongelukkig". Het ultramarijn overtuigt Duparc ook niet, want "dat zou Vermeer niet in de achtergrond gebruiken". Jorgen Wadum, hoofd restauratie van de National Gallery in Denemarken en destijds in het Mauritshuis, onderzocht Praxedis uitgebreid. Toe- of afschrijven doet hij niet. Natuurwetenschappelijk onderzoek geeft slechts aanwijzingen, zegt hij, en dit werk wijst niet in de richting van Vermeer, of ook maar van Holland.

"Het is mooi nieuw onderzoek, maar ik mis nog wat. Loodwit werd wél verhandeld naar Italië en de Italianen gebruikten ook ultramarijn. Ik sluit niet uit dat dit werk het origineel is van Ficherelli en de 'Ficherelli' in Ferrara een Italiaanse kopie is."

Een beetje wiebelig

De manier van verf aanbrengen, "een beetje wiebelig", heeft hij in geen enkele van de andere 35 Vermeers gezien die hij destijds onderzocht, en wel bij Ficherelli. Dit debat is "waanzinnig spannend", zegt Wadum. "Ik juich toe dat er meer onderzoek wordt gedaan. Er zijn twee Ficherelli's in Dublin: ga daar kijken of er ook een match is en je weet zeker of het pigment exclusief voor Vermeer was." Ondertussen wordt het wel geveild.

Taco Dibbits vindt het "niet de verantwoordelijkheid van het Rijksmuseum" dat kopers zullen concluderen dat het een echte Vermeer is en dat er misschien miljoenen voor worden betaald.

"Wij doen graag onderzoek naar een Vermeer en zijn helder in de conclusies. Ook als die tegen Vermeer blijken." Dibbits heeft Christie's wel geadviseerd te wachten met veilen, omdat er nog meer wordt onderzocht. Dat advies heeft het veilinghuis niet opgevolgd.

Duparc denkt dat ze bij Christie's niet zo zeker zijn als ze laten uitschijnen: "Het wordt nu getaxeerd op 6 tot 8 miljoen pond (7,5 tot 10 miljoen euro, WVZ). Dat is een fooi voor een echte Vermeer en te veel voor een niet-Vermeer."