Direct naar artikelinhoud

'Op ons tachtigste zullen wij nog altijd jonge ontwerpers zijn'

Als ontwerpers hadden ze amper ervaring. Toch ontpopten Carol Lim en Humberto Leon zich in een paar jaar tijd als een van de invloedrijkste modeduo's ter wereld. De twee hebben een hart voor België - bewijs: een ongeziene Magritte- collectie - én een neus voor nieuw talent. Komende week zijn ze de voorzitters van het prestigieuze modefestival van Hyères.

Achter het recente, eclatante succes van Kenzo, met zijn grote logo's en felle kleuren, gaat een duo Californische whizzkids schuil. Lim en Leon werden boezemvrienden aan de universiteit van Berkeley, en dat zijn ze, naast zakenpartners, nog steeds. Na een inspirerende reis naar Hong Kong startten ze er in 2002 Opening Ceremony op, een winkel met avant-gardemerken als Comme des Garçons, Moschino en Acne. Intussen groeide Opening Ceremony uit tot een mode-imperium met multibrandwinkels in New York, Los Angeles, Londen en Tokio, en zelfs een eigen kledinglijn. Lim wendde haar zakelijke ervaring aan - ze werkte als management consultant - Leon had er voor hun avontuur al een korte carrière opzitten als ontwerper in de studio's van The Gap en Burberry.

Lim en Leon staan sinds 2011 aan het hoofd van het Franse huis Kenzo. Het merk, opgericht door Japanner Kenzo Takada en eigendom van luxegroep LVMH, leek al een paar jaar buiten adem. De benoeming van een duo Amerikaanse entrepreneurs zonder veel bewezen ontwerptalent, zorgde aanvankelijk dus voor redelijk wat consternatie.

Ten onrechte, want dankzij Lim en Leon telt Kenzo opnieuw mee. Het merk is niet langer onbereikbare luxe, al kun je het ook niet echt goedkoop noemen - het balanceert op de rand van street en high fashion, naar analogie van het in popcultuur gedrenkte erfgoed van Takada.

We spreken de creatieve veelvraten op een sleutel-moment, één dag na hun show voor Kenzo in Parijs, waarvoor David Lynch het decor ontwierp en de muziek koos, en een week of twee na hun show voor Opening Ceremony in New York. Een Belgische chocoladefabrikant had daar gezorgd voor een muur van eindeloos druipende chocolade.

"We wisten onmiddellijk dat Kenzo een succes zou worden, anders zouden we er nooit aan begonnen zijn. We hebben daar geen moment aan getwijfeld, we stonden zelfs te popelen om met onze eigen woorden het verhaal van dat mooie merk te vertellen. Om te beginnen wilden we de mensen opnieuw laten ontdekken waar Kenzo voor staat, want er was nog nauwelijks iemand die wist waar het label vandaan kwam. Nu zijn we tweeënhalf jaar verder, en ik denk dat het ons gelukt is. We zien constant mensen op straat in onze kleren, en de winkelaankopers blijven enthousiast."

"Elke collectie is voor ons een nieuw avontuur. Ik denk dat onze aanpak in die zin lijkt op die van Kenzo Takada, toen hij van Japan naar Parijs kwam om zijn label te beginnen. Hij bracht zijn persoonlijke ervaring mee, zijn invloeden, en dat doen wij ook. Kenzo, dat zijn Humberto en ik, en vanzelfsprekend de codes van het huis. We werken met geweldige ingrediënten. Inspiratie en ideeën genoeg."

"Dat gezegd zijnde, het zijn wel onze interpretaties van die codes. We verwijzen naar het merk en we denken na over het DNA van Kenzo, maar we schrijven ons eigen verhaal. De tijger is een goed voorbeeld. Voor Kenzo Takada was die tijger een detail dat je aan de binnenkant van een broek kon vinden. Wij hebben dat detail uitvergroot, omdat we het interessant vonden. (De sweatshirts met logo's en tijgerhoofden lagen aan de basis van het hernieuwde succes van Kenzo, red.) Die grote logo's zijn ontstaan omdat ik voor de damescollectie ook een paar stuks wou brengen die ik zélf kon dragen. Daarom heb ik voor onze eerste collectie de truien met Kenzo-logo getekend, en voor de tweede collectie die met een tijgerhoofd. Ze waren een groot succes op straat. Je mag dan ook niet op je lauweren rusten. Het is belangrijk dat je altijd vooruit blijft kijken, en dat proberen we te doen met nieuwe materialen, vormen, technieken... Elke show vertegenwoordigt iets anders voor ons, het zijn allemaal etappes in onze evolutie."

"Met die shows willen we onze boodschap uitdragen. Zo'n show is een ongelofelijke expressie van creativiteit - de zaal, de scenografie, de muziek... Alles moet kloppen, tot het kopje koffie dat we onze gasten serveren toe."

Voor de damesshow hebben jullie samengewerkt met David Lynch.

"De mannencollectie en de precollectie voor dames waren al door David Lynch geïnspireerd, maar dat hebben we niet met zo veel woorden gezegd."

"We hebben geprobeerd om te ontwerpen alsof we David Lynch waren. En voor de damesshow heeft hij de set gebouwd en de muziek gemaakt. Voor ons was zijn bijdrage het uitroepteken aan het einde van de zin. In de andere collecties hebben we op een meer abstracte wijze verwezen naar Lynch. We hadden het over de Pacific Northwest, over cinema, over industrieel erfgoed..."

"Toen we hem contacteerden, was hij meteen heel enthousiast. Ik denk dat hij geflatteerd was omdat we het hele seizoen aan hem hadden gewijd. Hij had nooit eerder aan een modeshow gewerkt en dat maakte het voor hem een interessante ervaring. Hij is heel nieuwsgierig en we konden het meteen goed met elkaar vinden."

Voor de komende zomercollectie van Opening Ceremony hebben jullie je dan weer laten inspireren door België.

"Carol en ik hebben een trip gemaakt naar Antwerpen, Brussel en Brugge. In Antwerpen bezochten we het MAS. Daar kregen we een geschiedenisles over de rol die de haven heeft gespeeld in het verspreiden van invloeden uit de hele wereld. We vonden dat enorm interessant. Al die informatie hebben we op onze manier geherinterpreteerd."

De Antwerpse mode heeft er dus niets mee te maken?

"Totaal niet. We zijn nerds, dat perspectief is belangrijker voor ons - we waren meer gericht op de mythes, over de reus van wie een hand werd afgerukt."

Maar er hangt wel Belgische mode in jullie winkels.

"Ons Belgisch seizoen loopt nog tot september, en ook daarna blijven we Belgische ontwerpers aankopen. We vonden het opmerkelijk dat er, na de Zes van Antwerpen en later Raf Simons en Véronique Branquinho, bijna nooit meer over Belgische mode werd gesproken. Daarom zijn we op verkenning gegaan. Dat deden we in 2005 ook al eens in Londen. Anna Wintour verklaarde destijds dat ze niet langer naar de modeweek daar zou gaan, omdat alle belangrijke Londense designers in Parijs defileerden. Voor ons was dat een goede reden om er wél naartoe te trekken. Op dat moment hebben we Richard Nicoll ontdekt, en Marios Schwab, en Gareth Pugh - een hele groep jonge ontwerpers die het intussen gemaakt hebben. Dit keer wilden we dus weten of er nog iets in Antwerpen gebeurt, en dus hebben we die reis van tien dagen georganiseerd. We hebben Walter Van Beirendonck ontmoet, en de jonge studenten van de Koninklijke Academie. Zowel de meesters als de kids dus, in Antwerpen en in Brussel."

Deze zomer lanceert Opening Ceremony ook een project met de Stichting René Magritte.

"Dat is een ander onderdeel van ons Belgisch jaar. We zijn daar heel opgewonden over omdat de Stichting eigenlijk nooit eerder met iemand heeft samengewerkt."

Was het een ingewikkelde deal?

"De Stichting zelf deed niet moeilijk, maar ze is wel bekommerd om het imago van Magritte. We

hebben met die mensen gepraat en hen getoond wat we konden doen, en dat zagen zij zitten. We zijn de grootste Magrittefans, en toen we nadachten over ons Belgisch jaar was dit een van onze eerste ideeën. We always shoot big, en dit is een gek, opwindend project."

"Het is een prachtige collectie. We herinterpreteren de wereld van Magritte op een zeer moderne manier. Naast de kleren zijn er ook schoenen: we werkten samen met Vans, Birkenstock en Manolo Blahnik - heel verschillend, maar allemaal fantastisch. De collectie wordt alleen in de winkels van Opening Ceremony verkocht, in gelimiteerde oplage."

Hoe moeilijk is het om een evenwicht te vinden tussen jullie verschillende activiteiten?

"Kenzo en Opening Ceremony zijn twee verschillende verhalen, daar zijn we ons van bewust. In Parijs werken we voor een klassiek Frans huis. In Amerika proberen we met Opening Ceremony een typisch Amerikaans, fun merk te ontwikkelen. Europeanen hebben de neiging om dingen letterlijk te nemen, terwijl je in Amerika abstracter kunt zijn in je werk. Toen we bijvoorbeeld vertelden dat we met David Lynch zouden samenwerken, reageerde men in Parijs eerder zenuwachtig - wat is het verband tussen Lynch en Kenzo? Maar al van bij de start wilden Carol en ik Kenzo verankeren in de popcultuur. We houden van Warhol, van Koons, maar ook van kunst met een duister kantje, Lynch of Mapplethorpe. We houden ervan als dingen een betekenis hebben. Dat inspireert ons. En we graven in onze eigen levens. Alles wat je de voorbije tweeënhalf jaar bij Kenzo hebt kunnen zien, kan worden teruggebracht naar onze jeugdjaren - van toen we pakweg dertien waren tot, euh, vorig jaar."

Wat heeft er vorig jaar voor gezorgd dat jullie plotseling volwassen zijn geworden?

"Eén voorval dat ons misschien wat wijzer heeft gemaakt: we hebben allebei kinderen gekregen. Maar we zullen altijd jong blijven. Gegarandeerd: op ons tachtigste zullen we nog altijd jonge ontwerpers zijn. We're not out of it. We gaan minder uit, maar we nodigen onze vrienden thuis uit. Je brengt de buitenwereld naar binnen. We blijven op de voet volgen wat er op straat gebeurt - we zijn deel van die cultuur."


--

DE ZOMER VAN KENZO

"We zijn opgetogen," zegt Humberto Leon over de zomercollectie. "We hebben onze inspiratie gehaald in Californië, waar we allebei opgroeiden. We wierpen onze blik op de Californische punkbeweging van de jaren '80. Die was heel anders dan de Londense versie van punk, met bands als Black Flag of X. Een aantal van onze vrienden zaten in die scene. Op hun oude foto's zagen we hoe ze destijds gekleed gingen en dat was amazing. Alsof ze gewoon de kleren van hun ouders droegen, maar dan veel te groot. Daar voegden we nog een surfaspect aan toe en illustraties van Raymond Pettibone, een mythe uit de Californische punkjaren. Voor de damesshow gingen we dan weer in zee met liefdadigheidsorganisatie Blue Marine Foundation. Voor ons was het heel opwindend om op de catwalk ook iets anders aan te kaarten dan alleen maar mode."

---

Hyères the game is on

Lim en Leon zijn komende week de juryvoorzitters op het festival van Hyères, de belangrijkste modewedstrijd voor aanstormend talent. "Het spreekt voor zich dat we supporteren voor jonge ontwerpers", zegt Humberto Leon. "We hebben zelf de rest van de jury mogen samenstellen, en er komen nogal wat vrienden van ons mee, regisseur Spike Jonze, actrice Chloé Sevigny, kunstenaar Maurizio Catellan en museumconservator Pamela Golbin."


Van 25 tot 28 april in Villa Noailles in Hyères. De tentoonstellingen zijn te zien tot 25 mei, www.villanoailles-hyeres.com