Direct naar artikelinhoud

'Da club' ruimt weer plaats voor 'da street'

'We gon' be alright!', riepen betogers tijdens een Black Lives Matter-bijeenkomst naar een tekst van rapper Kendrick Lamar. Samen met de raciale spanningen in de VS laait ook het muzikale protest op.

'I'm African-American, I'm African
I'm black as the heart of a fuckin' Aryan
I'm black as the name of Tyrone and Darius
Excuse my French but fuck you - no, fuck y'all"

Zo rapt Kendrick Lamar op zijn nieuwe plaat To Pimp a Butterfly. Hij kan moeilijk urgenter zijn. Sinds de rellen in Ferguson en Baltimore naar aanleiding van raciaal politiegeweld waait het Afro-Amerikaanse protest als een storm door de Verenigde Staten. Muziek is daarbij weer een belangrijke uitlaatklep voor het leed van de bevolking. De protestsong lijkt terug van weggeweest. Nu bijten, net als Bob Dylan en Syl Johnson in de jaren zestig, ook hedendaagse muzikanten als Lamar, jazzpianist Robert Glasper, soulzanger D'Angelo, soulzangers Janelle Monae en rapper Dr. Dre muzikaal van zich af. Is de protestsong weer hip? Neen. Die artiesten doen meer dan oproepen tot protest. Ze kaarten racisme aan en bezingen hun cultuur.

'Is it because I'm black?', zong de Amerikaanse soulzanger Syl Johnson in 1969. Ook vandaag nog blijft die tekst brandend actueel. Was het omdat Michael Brown zwart was dat zijn schutter niet beschuldigd werd van moord of doodslag? Was het omdat Eric Garner zwart was dat hij ongestraft verstikt kon worden door politieofficiers? Of was het omdat de zeventienjarige en onbewapende Trayvon Martin zwart was dat hij ongestraft kon doodgeschoten worden door een burgerwacht? Dat is de vraag die vele Amerikanen zich stellen na de golf van onbestraft politiegeweld tegen Afro-Amerikanen. "De mensen zijn moe, teveel is teveel", zegt dj en muziekkenner Lefto. "Deze artiesten klagen op een artistieke manier aan dat het zo niet verder kan."

Het gebruik van geweld tegen de zwarte bevolking van de VS is uiteraard al zo'n vijfhonderd jaar oud, maar de dood van Michael Brown in Ferguson wakkerde de vlam van het protest nog meer aan. Die vlam wordt ook gedragen in de Afro-Amerikaanse muziek.

Hypocriet

Lefto vindt dat de media een grote rol spelen in het debat. "Er is altijd protest geweest tegen de ongelijkheden in de Amerikaanse samenleving. Het verschil wordt vandaag door de media gemaakt." Hij zegt dat er duizenden artiesten zijn die maatschappelijk relevante muziek maken. "Maar zeer weinigen krijgen aandacht." Alleen de echt bekende artiesten kunnen iets op gang trekken. En dat is wat er nu aan het gebeuren is.

Halfgod D'Angelo riep in een interview in The New York Times op tot meer protest in de muziek. "Nu meer dan ooit is er de nood om er over te zingen en er over te schrijven." De neosoulkoning bracht zijn jongste album Black Messiah vervroegd uit door de gebeurtenissen in Ferguson. Met rake ritmes en topteksten schiet hij met scherp op het raciale politiegeweld. D'Angelo ziet zichzelf en Kendrick Lamar als voortrekkers van het muzikale protest. Maar zij zijn niet alleen.

Ook de Amerikaanse jazzpianist Robert Glasper vaart zijn schip onder dezelfde vlag. Hij bracht zijn album Black Radio uit in de hoop dat de plaat dienst zou doen als een soort zwarte doos voor de muziek. De muziek mag crashen, maar "zolang de zwarte doos er is, zullen we ons altijd herinneren hoe echte muziek klinkt". Black Radio is een tussentijds testament voor de Afro-Amerikaanse (neo)soul-, hiphop- en jazzmuziek.

Toen twee weken geleden betogers tijdens een Black Lives Matter-bijeenkomst "We gon' be alright" zongen, naar Lamars nummer 'Alright', kon niemand het nog langer ontkennen: Kendrick Lamar is gekroond tot nieuwe koning van de hiphop. Muziek en protest gaan hier hand in hand.

Maar Lamar gaat nog een stapje verder dan zijn collega's. Met To Pimp a Butterfly fileert hij zijn samenleving. Zijn nummers zijn meer dan protestliederen. Lamar houdt zichzelf, de Afro-Amerikanen en de hele maatschappij een spiegel voor. 'So why did I weep when Trayvon Martin was in the street/ when gang banging made me kill a nigga blacker than me? Hypocrite!' Meer dan oproepen tot protest, onderzoekt Lamar zijn eigen ziel en de levensomstandigheden van zwarten in de VS.

Ook het veelbesproken nieuwe album van Lamars leermeester Dr. Dre is niet vies van sociaal engagement. "Net als Lamar laat Dr. Dre ook de zwarte gemeenschap in eigen boezem tasten", stond er eerder in deze krant. Al doet hij dat iets minder subtiel. De noodzaak om angsten, ervaringen en hoop muzikaal uit te drukken is groot voor deze artiesten. En hun muziek vindt nu ook bij een breder publiek gehoor.

Protestsongs zijn er altijd geweest. Maar toch kan men zeggen dat het zwarte protest in de muziek herleeft. Of toch dat er meer oor naar is. Zeker in hiphop. 'Hot in Herre' van Nelly of 'In da Club' van 50 Cent halen in geen jaren het gewicht van nummers als 'The Blacker the Berry' of 'King Kunta' van Lamar. Na een kleine winterslaap is de urgente hiphop weer wakker geschoten.

Fuck tha Police

Een nummer als 'Alright' van Lamar kan gemakkelijk gezien worden als de nieuwe en subtielere versie van 'Fuck tha Police' van de legendarische rapgroep N.W.A. (Niggaz Wit Attitudes). Vorige week verscheen er in de VS een biopic over die rapgroep uit de jaren tachtig. De film, Straight outta Compton, brengt ook in beeld hoe aanhoudend racisme olie op N.W.A's vuur gooide. De link tussen de heropleving van politieke teksten in hiphop en het racistische politiegeweld is sterk.

"Er is nu een president die luistert naar de muziek van de Afro-Amerikanen. Er is hoop", zegt Lefto. Het is niet meer alleen "party like it's yo birthday". De nieuwe generatie protestsongs is nu aan de beurt. King Lamar en co. hebben wel degelijk iets te vertellen. En hun kreet wordt gehoord. We gon' be alright.