Direct naar artikelinhoud

Succes op papier, lege doos in praktijk

Het Fonds voor Medische Ongevallen (FMO) moest ervoor zorgen dat patiënten die ernstige schade hadden geleden door medische zorgen snel, gratis en efficiënt een schadevergoeding kregen. In de praktijk gaat het tergend traag en krijgt amper iemand een vergoeding.

Marc* (58) gaat het ziekenhuis binnen voor een sinusoperatie, een routine-ingreep. Tijdens de operatie loopt het fout. Per ongeluk wordt de schedelbasis geperforeerd, waardoor er hersenvocht lekt. Werkte de man voor die operatie zelf nog als dokter, dan is dat nu niet meer mogelijk. Zijn kortetermijngeheugen is aangetast en hij heeft last van gedragsstoornissen.

"We hebben dit dossier ingediend bij het Fonds voor Medische Ongevallen", legt Werner Van Noppen, jurist bij de Christelijke Mutualiteit uit. Dat Fonds kan een schadevergoeding uitkeren voor medische ongevallen waarbij er sprake is van 'abnormale' en ernstige schade.

Transparantie

In het geval van Marc vonden de experts van het Fonds niet dat daar sprake van was. "Ze hebben zich daarvoor gebaseerd op medische literatuur", legt Van Noppen uit. "Blijkt dat in 0,46 tot 0,85 procent van de gevallen zoiets kan voorkomen bij een sinusoperatie. 'Het staat beschreven, dus het is geen abnormale schade', oordeelden ze. Onzin, vinden wij. We gaan dit betwisten voor de rechter. Die man kan niet meer werken; dat zou ik toch geen normale schade noemen."

Dit is trouwens een van de weinige dossiers die het Fonds daadwerkelijk heeft afgerond. Van de 2.786 dossiers die sinds 2010 zijn ingediend, zijn er amper 410 gesloten. In slechts 23 gevallen werd een vergoeding toegekend, zo blijkt uit nieuwe cijfers. Het verloopt te traag en te weinig transparant, vinden experts.

"Het fonds is vooral een succes op papier", benadrukt Van Noppen. "Bij de start leek het dé oplossing. Medisch gedupeerden zouden nu veel sneller en makkelijker worden geholpen. Maar in de praktijk loopt het ongelofelijk stroef."

Let wel, er zijn verzachtende omstandigheden. Het Fonds werd in 2010 opgericht, maar het duurde nog twee jaar voor het effectief in werking trad. Een ellenlange regeringsvorming zat daar op dat moment voor iets tussen. "Ze begonnen inderdaad met twee jaar achterstand", zegt Van Noppen. "Alleen heb ik de indruk dat de achterstand nog is toegenomen."

Vroeger moesten slachtoffers sowieso naar de rechter stappen en een lange, dure juridische strijd leveren. Het FMO heeft als voordeel dat iedereen makkelijk en gratis een dossier kan indienen. "We moeten dus zeker het kind niet met het badwater weggooien", benadrukt Thierry Vansweevelt, hoogleraar medisch recht (UA). "Het Fonds is waardevol, maar bij de manier waarop het nu functioneert, kun je vragen hebben over de traagheid en de transparantie van de adviezen."

Bij klassieke complicaties komt het Fonds niet tussen. Bij abnormale complicaties wel. Vansweevelt: "Waar trek je de grens? Dat is een cruciale vraag. Vanaf wanneer ga je vergoeden? Daar hebben we op dit moment absoluut geen zicht op. Oorspronkelijk moesten alle beslissingen van het Fonds op een website komen, maar drie jaar later is dat nog steeds niet gebeurd. We hebben er dus het raden naar. Ik betreur dat, want overheidsinstanties zouden openheid en transparantie hoog in het vaandel moeten dragen."

Komt daarbij dat de lat sowieso al hoog lag. Enkel wie na een medisch ongeval voor 25 procent blijvend invalide is, minstens zes maanden arbeidsongeschikt is of overlijdt, maakt aansprake op een schadevergoeding. Vansweevelt: "De criteria zijn heel erg streng. Als je dan ook nog eens 'abnormale schade' heel erg nauw gaat definiëren, dan komt bijna niemand nog in aanmerking."

Kruissnelheid

De Christelijke Mutualiteit, maar ook enkele private verzekeraars, zijn alvast van plan om verschillende adviezen van het Fonds voor de rechter aan te vechten. "Die rechtszaken zullen heel erg belangrijk zijn", benadrukt Vansweevelt. "Gaat een rechter in tegen de beslissing van het Fonds, dan is het verplicht om zijn beleid te herzien. En misschien zullen we dan eindelijk eens wat meer zicht krijgen op de motivering. Nu weten we zelfs niet hoe men 'abnormale schade' definieert."

Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block (Open Vld) geeft toe dat het Fonds een achterstand heeft opgelopen, maar wil het dit jaar op kruissnelheid brengen. "Daarom hebben we al heel wat investeringen gedaan", benadrukt ze. "Het Fonds is relatief jong en het was verre van eenvoudig om de nodige experts aan te stellen. Als je daar nog de krappe budgettaire context bij telt, is het niet onlogisch dat het een paar jaar heeft geduurd om het volledig op de rails te krijgen."

* Marc is een schuilnaam, dit om privacyredenen.