Direct naar artikelinhoud
Politiek

Hoe is Libisch geld kunnen ‘verdwijnen’ uit ons land? Reynders en Vanackere wijzen in parlement naar elkaar

Didier Reynders (MR) en Steven Vanackere (CD&V).Beeld Photo News

De Kamercommissie Financiën probeert uit te zoeken hoe en waarom ons land twee miljard euro aan intresten op bevroren Libische tegoeden heeft vrijgegeven. Volgens de VN was die vrijgave in strijd met de internationale sancties die in 2011 waren genomen.

Het was uitkijken naar de komst van Reynders en Vanackere die in die tijd respectievelijk minister van Financiën en Buitenlandse Zaken waren. Eind 2011 ruilden ze van functie. Welke rol speelden zij?

Het was de Belgische schatkist die op 4 oktober 2012 liet weten dat er geen juridische basis meer was om de intresten op de fondsen te bevriezen. Die baseerde zich daarvoor op wat adviseurs bij de Europese raad daarover hadden gezegd.

In principe valt de schatkist onder bevoegdheid van minister van Financiën, op dat moment Vanackere. Hij benadrukte dat hij nooit was geconsulteerd over de vrijgave van het fonds en dat de topambtenaar alleen had hij gehandeld: hij had enkel de Europese orders opgevolgd. Meer nog, hij stelde dat de beslissing om de fondsen vrij te geven al eerder was genomen, toen Reynders nog op Financiën zat.

De brief van Reynders

Reynders sprak die versie tegen. Hij benadrukte dat zolang hij minister van Financiën was, er geen interesten werden vrijgegeven. Verschillende keren benadrukte hij dat de beslissing pas viel in oktober 2012, met Vanackere als bevoegd minister dus.

Reynders verwees ook naar een brief die hij in augustus 2012 als buitenlandminister stuurde naar zijn Libische collega. Daarin wees hij de op de mogelijkheid de fondsen te laten ‘ontdooien’ voor humanitaire doeleinden. Hij drong er in één adem op aan om dat Libië de openstaande facturen van Belgische bedrijven zouden vergoeden. “Die brief heb ik geschreven op vraag van Vanackere”, zo stelde hij. Hij deelde ook mail uit van diens kabinetschef uit die periode die zijn stelling staafde.

Wat opvalt, later dat jaar stuurde Vanackere bijna woordelijk dezelfde brief aan de Libische minister Financiën. Toen Vanackere daar eerder op de dag op de dag over ondervraagd werd, suggereerde hij dat hij die brief, gezien die gelijkaardige inhoud, had geschreven om Reynders een dienst te bewijzen.

De spanning liep bij momenten op tijdens de zitting. Sp.a-Kamerlid Dirk Van der Maelen hekelde de tegenspraak tussen de (ex-)ministers. Hij vraagt dat beiden met elkaar geconfronteerd worden.

In principe was dit de laatste zitting van de commissie om de zaak te onderzoeken. Toch blijven er nog heel wat vragen onbeantwoord. Zo kon geen van de ondervraagde ministers vertellen waar de vrijgekomen Libische interesten nu eigenlijk voor gebruikt werden. Mogelijk kwamen die terecht bij burgermilities.