Direct naar artikelinhoud

Topman kranenbedrijf Sarens vermoord in Acapulco

De 59-jarige Jan Sarens stond aan het hoofd van de Mexicaanse afdeling van het kranenbedrijf uit Wolvertem. Hij werd op klaarlichte dag doodgeschoten in Acapulco tijdens een gewapende overval. Mogelijk gaat het om een afrekening.

Sarens werd zaterdag om 16.45 uur plaatselijke tijd dood aangetroffen op de parkeerruimte van een winkelcentrum in de bekende Mexicaanse badplaats Acapulco. Een medisch team probeerde de man nog te reanimeren, maar dat was tevergeefs. Het lichaam van Sarens lag naast zijn wagen, een Mercedes Benz cabrio. De moord vond plaats in de meest exclusieve wijk van de stad, de luxueuze enclave Punta Diamante ten zuidoosten van Acapulco Bay.

Volgens verschillende getuigen hadden enkele gewapende mannen geprobeerd om Sarens van zijn wagen te beroven, aldus een woordvoerster van de lokale politie. Het slachtoffer probeerde aan zijn belagers te ontkomen door achteruit weg te rijden, maar hij botste daarbij tegen een plantenbak. Hij kreeg een kogel in de borststreek en werd achtergelaten naast zijn wagen, die de gangsters uiteindelijk lieten staan.

Doodsbedreigingen

Het Mexicaanse gerecht is een onderzoek begonnen naar de daders. De speurders sluiten ook een afrekening niet uit. Jan Sarens was verwikkeld in een aanslepend juridisch conflict met een van zijn voormalige zakenpartners en kreeg daarom al jaren bescherming van bodyguards.

Het bedrijf van Jan Sarens, SRNS Latinoamérica, de Mexicaanse vestiging van het Belgische kranenbedrijf Sarens Group, werkte aanvankelijk samen met het Mexicaanse bedrijf Ojeda. In oktober 2006 kwam het echter tot een geschil met de zakenfamilie Ojeda. Jan Sarens werd, samen met enkele Belgische medewerkers, letterlijk uit zijn eigen bedrijf gegooid. Ojeda eigende zich 46 kranen toe, met een totale waarde van 15 miljoen euro, hoewel die volgens de Mexicaanse rechtbanken toebehoorden aan de Sarens Group.

Op het hoogtepunt van het conflict, in augustus 2007, belandde Sarens zelfs drie dagen achter de tralies. Hij werd ervan beschuldigd een bedrijfswagen gestolen te hebben.

Enkele dagen later vroeg de zakenman de toenmalige regering-Verhofstadt en de Europese Commissie om politieke steun en juridische bescherming. Volgens Sarens stonden hij en zijn bedrijf in Mexico bloot aan 'nieuwe bedreigingen'. Het conflict over de gegijzelde kranen werd in 2007 besproken tijdens een ontmoeting tussen de Mexicaanse president Felipe Calderón en premier Verhofstadt, maar het was uiteindelijk prins Filip die tijdens een economische missie een doorbraak kon forceren. Sarens en Ojeda ondertekenden toen een voorakkoord om het conflict op te lossen. Toch bleef het geschil duren, want Ojeda hield al snel op met het afbetalen van zijn schulden.

De afgelopen jaren ontving Sarens geregeld doodsbedreigingen, wat hem er ook toe aanzette om zichzelf te laten beschermen door veiligheidspersoneel. Sarens woonde en werkte in Mexico-stad en was slechts tijdelijk naar Acapulco afgezakt, waar hij over een buitenverblijf beschikte, dat naar verluidt veel weg had van een versterkte burcht. Mogelijk werd hij tijdens zijn uitstapje naar het winkelcentrum minder goed beschermd. Het lijkt erop dat er geen bodyguards aanwezig waren op het moment dat Sarens belaagd werd op het parkeerterrein.

Onderzoek

Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders betuigde zijn medeleven aan de familie van Jan Sarens. Ons land zal nauw samenwerken met de Mexicaanse overheid om te verzekeren dat er een diepgaand onderzoek gevoerd wordt naar de precieze omstandigheden van zijn overlijden, zo benadrukte Reynders.

"In ons reisadvies waarschuwen we toeristen voor de criminaliteit in Mexico. Hoewel toeristische plaatsen meestal van geweld gevrijwaard blijven, moet men ook in Acapulco waakzaam zijn", aldus Joren Vandeweyer van Buitenlandse Zaken.