Direct naar artikelinhoud

Wetsvoorstel moet anonimiteit politie beter beschermen

Open Vld heeft een wetsvoorstel klaar dat de anonimiteit van politiemensen betrokken bij een schietincident beter moet beschermen. 'Alsof de politie nog extra bescherming nodig heeft', zegt de vader van Jonathan Jacob, de 26-jarige man die door leden van het Bijzondere Bijstandsteam werd doodgeslagen.

De broer en zus van de doodgeschoten terreurverdachte Hakim Benladghem hebben zich burgerlijke partij gesteld en bijgevolg moeten de identiteitsgegevens van de politiemensen die bij de schietpartij betrokken waren, worden vrijgegeven. Toen de speciale eenheden van de federale politie in oktober vorig jaar een gangster doodschoten tijdens een gewapende overval in Vorst, gebeurde hetzelfde. De familie van de man stelde zich samen met een kompaan burgerlijke partij, waardoor het parket verplicht is om de schutter aan het eind van de procedure op te roepen voor de raadkamer. Zijn naam en zelfs adres worden op dat moment zichtbaar voor de tegenpartij.

Kan niet, vindt senator Yoeri Vastersavendts (Open Vld). "Ik heb de indruk dat criminelen niet zelden klacht indienen met burgerlijke partijstelling enkel en alleen om de identiteit te achterhalen van de betrokken politiemensen. Op die manier kunnen ze de politie intimideren en zelfs wraak nemen. De veiligheid van de politiemensen en hun familie komt op die manier in het gedrang."

Vastersavendts pleit ervoor dat de namen van leden van speciale eenheden pas worden vrijgegeven wanneer de raadkamer voldoende elementen ziet die erop wijzen dat er fouten zijn gemaakt. "De mensen die werken voor deze teams krijgen te maken met zware criminelen. Via sociale media kun je tegenwoordig iedereen snel opzoeken en lokaliseren. Het is normaal dat deze mensen bang zijn voor represailles, net als hun familie."

"Wel straf", vindt Jan Jacob, vader van de 26-jarige Jonathan Jacob, die op 6 januari 2010 in psychotische toestand door leden van het Bijzondere Bijstandsteam tegen de grond werd gewerkt en overleed aan inwendige bloedingen. "Wij kennen de identiteit van de BBT-leden nog steeds niet. Nochtans hebben we toen ook klacht tegen hen ingediend."

Het openbaar ministerie besliste om enkel de inspecteur te vervolgen die op de beelden duidelijke slagen toebracht aan het slachtoffer. De zeven anderen worden in het dossier aangeduid met schuilnamen. "Blijkbaar heeft de politie nog wat meer bescherming nodig dan ze nu al heeft. De mensen die het slachtoffer worden van politiegeweld krijgen die bescherming niet. Mijn zoon is van meet af aan door het slijk gehaald, maar zij blijven onbekend en mogen blijkbaar doen wat ze willen", aldus Jacob.

"De vraag is of deze wet wel nodig is als het blijkbaar nu al mogelijk is om namen van politiemensen uit het dossier te houden", zegt zijn advocaat Peter Callebaut. "De identiteit van de betrokken BBT-leden is wel bekend bij het parket, maar niet bij ons, ook al hebben we klacht tegen hen ingediend."

De Liga voor Mensenrechten waarschuwt dat er geen gemakkelijke redenen mogen worden ingeroepen om de identiteit van politiemensen te verbergen.

Rugnummer

"Een agent moet zich in principe altijd identificeren en zijn legitimatie tonen", zegt Dries Pattyn van de Liga. "Een uitzondering kan, maar alleen wanneer er echt een hoger belang in het spel is. Leden van speciale eenheden zouden bij interventies een duidelijk rugnummer moeten dragen, zodat men achteraf kan nagaan om wie het gaat. Men mag geen misbruik maken van de anonimiteit om mensen te dwarsbomen die klacht indienen tegen agenten die fouten hebben gemaakt. Hopelijk zal de nieuwe wet er niet voor zorgen dat men voor de minste reden anonimiteit aanvraagt. Anonieme politie mag in geen geval de regel worden."