Groot verloop van parlementsleden in de Kamer: "Niet goed voor de continuïteit"

Na verkiezingen wordt in België gemiddeld de helft van de Kamerleden vervangen. Dat blijkt uit een studie van Vives. Het verloop in de Belgische Kamer is groter dan in parlementen van andere Europese landen, en volgens de onderzoekers is dat geen goede zaak. "In een parlement waarin steeds andere politici zetelen, komt de continuïteit in het gedrang en kan er geen politieke expertise worden opgebouwd."

De onderzoekers hebben in acht Europese landen onderzocht hoeveel nieuwe parlementsleden de eed aflegden na alle verkiezingen sinds de Tweede Wereldoorlog. In België gaat het gemiddeld om 33,5 procent. Maar er is een sterke stijging vanaf de jaren 90. In de periode 1945-1989 is het gemiddelde verloop 26 procent, daarna gaat het gemiddeld om 48,56 procent. (lees verder onder de grafiek.)

Ook in andere Europese landen stijgt het verloop van parlementsleden, maar in België is de stijging sterker dan gemiddeld. 

Voor het verloop van de parlementsleden zijn verschillende verklaringen: er is de doorbraak van nieuwe partijen zoals Groen, Vlaams Belang en N-VA. Doordat deze partijen sinds de jaren'90 een sterke groei hebben gekend, is het evident dat er ook veel nieuwe parlementsleden hun intrede doen.

Daarnaast is er de oprichting van het Vlaams Parlement. Grote namen als Bart De Wever (N-VA) en Meyrem Almaci (Groen) zullen in mei 2019 kandidaat zijn op een Vlaamse lijst in plaats van een Kamerlijst, daardoor zullen nieuwe gezichten hun intrede doen in de Kamer.

Ook de genderquota (partijen moeten sinds 1999 evenveel mannen als vrouwen op een lijst hebben) hebben een aandeel in het verloop van Kamerleden.

Is het verloop een goede zaak?

Volgens de onderzoekers van Vives is het belangrijk dat er regelmatig nieuwe gezichten te zien zijn in het parlement. "Een parlement waarin steeds opnieuw dezelfde politici zetelen dreigt voeling met een veranderende maatschappij te verliezen", klinkt het. 

Maar er mag dan niet te veel vernieuwing zijn. "In een parlement waarin steeds andere politici zetelen, komt de continuïteit in het gedrang en kan er geen politieke expertise worden opgebouwd."

Een goed verloop is volgens bestaande onderzoeken "tussen de 20 en de 40 procent". De Kamer heeft sinds de jaren 90 een veel hoger verloop. 

Kan er iets aan dat verloop gedaan worden? "Zeer zeker", klinkt het. Zo zouden de bevoegdheden van de gewesten ingeperkt kunnen worden, waardoor politici liever in het federaal parlement blijven. Of kunnen genderquota worden afgeschaft. "Maar ongetwijfeld wordt het hoge ledenverloop niet als dermate problematisch ervaren dat het tot zulke drastische maatregelen zou aanzetten, waarvoor allicht weinig draagvlak is", concludeert Vives. 

Meest gelezen