Direct naar artikelinhoud
ReportageNigeria

Belgische start-ups ontdekken ‘Yabacon Valley’, het kloppend hart van de Afrikaanse techsector

Lagos, Nigeria is het kloppend hart van een snel groeiende technologiehub in Afrika.Beeld Freek Evers

Een groot elektriciteitstekort, massale corruptie en geen stabiel internet. Toch wordt Lagos in Nigeria het Silicon Valley van Afrika genoemd. Jonge techbedrijven schieten er als paddenstoelen uit de grond. Een delegatie Belgische start-ups zakte af naar ‘Yabacon Valley’ op zoek naar samenwerkingskansen en om er bij te leren van de Nigerian way.

“Dit moet zowat de eerste keer zijn in mijn jonge carrière als onderneemster dat ik mijn businessplan moet uitleggen aan een panel dat uit meer dan twee keer zoveel vrouwen als mannen bestaat.” Aan het woord is Laura Morel, mede-oprichter van de Belgische start-up Recy-Call. Ze pitcht haar idee aan zeven vooraanstaande investeringsbedrijven. Recy-call verzamelt gsm’s in Afrika, laadt ze in containers op om ze uiteindelijk in België te recycleren.

Morels openingszin raakt meteen een gevoelige snaar. De handen van de vijf Nigeriaanse dames gaan de lucht in. Gejuich, gelach en geklap vullen de afgelikte vergaderruimte. In de straten van Lagos mag de man het dan nog voor het zeggen hebben, in het bruisend hart van de Afrikaanse techsector bepaalt de vrouw de agenda.

We zijn op dat moment dag drie van de Belgische economische missie waarbij start-ups, bedrijven en ngo’s zich samen met minister van Digitale Agenda Philippe De Backer (Open Vld) laten onderdompelen in wat de internationale pers Yabacon Valley of de Silicon Lagoon noemt. Dat is het bruisende technologiecentrum in Lagos, de allergrootste stad van het Afrikaanse continent. Het is niet de eerste en zeker niet de laatste keer dat de Belgische delegatie grote ogen trekt tijdens haar kennismaking met het Nigeriaanse ecosysteem. 

“Weet je waar ik zo van hou?” zegt Kjell Clarysse van de start-up accelerator Startit KBC. “Ik heb de indruk dat de Nigerianen die we ontmoet hebben, hun lot in eigen handen nemen. De combinatie van ondernemerschap en technologie moet hen een voorspoedige toekomst bieden en niemand zal dat van hun afnemen. Ze willen van niemand afhankelijk zijn en zullen hun geluk zelf afdwingen.” De ondernemer in hem ervaart dat zelfs als een bevrijdend gevoel. “Ik ben in België na mijn studies meteen met een bedrijf begonnen. Iedereen verklaarde me gek. In Nigeria is het de enige manier om vooruit te raken in het leven.”

Belgische start-ups kregen de kans hun bedrijf voor te stellen aan gerenommeerde investeringsbedrijven in Nigeria. Het panel bestond uit vijf vrouwen en twee mannen.Beeld Freek Evers

Ondanks miljardenopbrengsten uit de olie-industrie faalt de overheid om te voorzien in basisvoorzieningen zoals water, elektriciteit, gezondheidszorg en onderwijs. De 24 miljoen inwoners van Lagos moeten het doen met minimale voorzieningen. Uit een rapport van de Verenigde Naties blijkt dat slechts 10 tot 21 procent van de inwoners van Lagos toegang hebben tot stromend water. Overal in het straatbeeld zie je mensen zeulen met bidons vol water om op straat door te verkopen. Een van de meest courante moppen in Nigeria gaat als volgt: waar kunnen voetbalgekke Nigerianen zich nog drukker in maken dan over de Super Eagles, het nationale voetbalteam? Het gebrek aan elektriciteit.

In het straatbeeld worden Volkswagen-busjes, die bij ons enkel nog dienst doen als oldtimer, ingezet als taxi. Openbaar vervoer is in de megastad zo goed als onbestaande. In vergelijking met de verkeersinfarcten van Lagos lijken de files rond Brussel en Antwerpen een oase van rust. Wie het kan betalen, kan hier een Uber bestellen, net zoals in het echte Silicon Valley.

De Nigerianen rekenen dan ook niet meer op hun overheid. Ze zoeken hun heil in religie of rekenen op het zakenleven om het land uit het slop te trekken. Die laatste groep is ervan overtuigd dat het momentum is aangebroken: Afrika is het continent van de toekomst, en dat allemaal dankzij de digitale economie. Of zoals Juliet Anammah, CEO van Jumia Nigeria, een van de succesvolste technologiebedrijven in het land, het stelt: “We hebben in Afrika elke industriële revolutie gemist. De vierde industriële revolutie kan ervoor zorgen dat we die achterstand ophalen. We mogen de opportuniteiten die digitalisering met zich meebrengt niet laten liggen.”

‘We hebben in Afrika elke industriële revolutie gemist. De vierde industriële revolutie kan ervoor zorgen dat we die achterstand ophalen’
Juliet Anammah, CEO van Jumia Nigeria

In Yaba, een residentiële wijk in Lagos, hebben ze die boodschap het best van al begrepen. Het is de geboorteplek van meer dan 1.000 start-ups, een aantal dat met de dag blijft toenemen. Het ecosysteem is naar schatting meer dan twee miljard dollar waard in een stad die meer dan 50 procent van het bruto binnenlands product van Nigeria vertegenwoordigt. Cijfers die in eerste instantie niet al te veel zeggen. Reken daar bij dat bedrijven zoals Facebook, Google, Microsoft, IBM en General Electrics elkaar voor de voeten lopen om te investeren in het ecosysteem in Lagos en je begrijpt steeds beter waarom Yabacon Valley gezien wordt als het epicentrum van de technologische ontwikkeling in Nigeria, en bij uitbreiding het Afrikaanse continent.

Bij netwerkorganisatie Startups.be/Scale-Ups.be en ngo Close The Gap stelden ze een paar jaar geleden vast dat er best wel wat Belgische start-ups actief zijn in Afrikaanse technologielanden zoals Kenia en Nigeria. “Chinese en Amerikaanse investeerders geven die lokale technologie-initiatieven nog een extra push. Terwijl Europa zich een stuk conservatiever opstelt in die evolutie. Gelukkig groeit die interesse elk jaar. Wij willen daar voor België een trekkersrol in spelen”, zegt Frederik Tibau van Startups.be/Scale-Ups.be. Vorig jaar trok een Belgische delegatie naar Kenia, deze keer viel de keuze dus op Yabacon Valley.

In Lagos heeft slechts 10 tot 21 procent van de bevolking toegang tot stromend water.Beeld Freek Evers

Veel tijd om kennis te maken met de couleur locale van Lagos is er niet tijdens de missie. Er wachtte de delegatie een propvol programma vol rondleidingen, pitch- en netwerkmomenten. Wie zijn visitekaartje in zijn of haar valies vergat te stoppen, maakte in Lagos meteen een slechte indruk. In Nigeria draait het allemaal om business doen. “Oh, so you’re a journalist. Not an entrepreneur?”, klonk het meermaals teleurstellend wanneer uw dienaar zich voorstelde.

“Ik vraag me soms af: als iedereen zijn eigen bedrijfje start in Nigeria, waar gaan we dan mensen vinden om voor ons te werken?” Aan het woord is de 22-jarige Thomas. Hij trok op zijn achttiende van het platteland naar Lagos om te studeren. Elk vrij moment spendeert hij dankzij de non-profitorganisatie Youth for Technology in technologiehubs waarin alle instrumenten om te experimenteren met technologie voor handen zijn. Van een snelle internetverbinding tot 3D-printers. Hij bedacht samen met enkele leeftijdgenoten een slimme wandelstok voor blinden en slechtzienden. Een bescheiden demonstratie van het prototype toont dat de blindegeleidestok met sensoren en een koptelefoon die instructies geeft kan helpen om allerlei obstakels te ontwijken.

Dit soort prototypes zijn sympathiek, maar maken weinig indruk. Even googelen leert al snel dat bedrijven aan de andere kant van de wereld zoals SmartCane en WeWalk al een stuk verder staan in de ontwikkeling van hun technologie. Toch mogen we dit soort oefeningen volgens Damilola Teidi (29), directeur van de Co-Creation Hub (CC Hub) in Yaba, niet onderschatten. “Er zijn twee zaken die je over Nigeria moet weten. Ten eerste: we spreken over een bevolkingsaantal tussen 150 en 200 miljoen. Als dat blijft stijgen zoals vandaag wonen er binnen 30 jaar 400 miljoen mensen in dit land (ter vergelijking: de Verenigde Staten tellen vandaag 327 miljoen inwoners, FE). Ten tweede hebben we in dit land enorm veel issues. Er is geen betrouwbare infrastructuur. Daar heeft ons onderwijs, onze gezondheidszorg, onze landbouw, onze industrie… eigenlijk gewoon alles onder te lijden.”

‘Dankzij technologie kan je schalen. We moeten onze tijd en geld niet stoppen in het bouwen van scholen, met digitale leerplatformen kunnen we met minder inspanningen veel meer jonge mensen tegelijkertijd bereiken’
Damilola Teidi

Damilola Teidi, die zelf software development studeerde in het Verenigd Koninkrijk, gelooft dat digitale technologie die infrastructuurproblemen kan helpen oplossen. “Dankzij technologie kan je schalen. We moeten onze tijd en geld niet stoppen in het bouwen van scholen, met digitale leerplatformen kunnen we met minder inspanningen veel meer jonge mensen tegelijkertijd bereiken.” Hoe sneller jongeren weg zijn met de nieuwe technologieën, hoe sneller Nigeria daar als samenleving de vruchten van zal plukken.

Damilola Teidi (rechts) leidt ons rond in de Co-Creation Hub in Yaba, Lagos.Beeld Freek Evers

Een van de voorbeelden die tot de verbeelding spreekt, is Andela. Dat bedrijf, opgericht in 2014, traint Nigeriaanse developers om hen te introduceren bij Amerikaanse technologiebedrijven. Het bedrijf haalde begin dit jaar nog 100 miljoen dollar op bij een investeringsronde onder leiding van Generation Investment Management, een bedrijf van de Amerikaanse ex-presidentskandidaat Al Gore.

LifeBank is nog zo’n start-up waar Lagos trots op is. In Nigeria sterven heel wat mensen omdat ziekenhuizen niet over de juiste bloedgroep beschikken voor een bloedtransfusie. LifeBank bouwde een database uit waar ziekenhuizen in Lagos zich kunnen op inschrijven. Het organiseert ook het bloedtransport met brommertjes. Het doel is om bloed binnen de 55 minuten in elke ziekenhuis te kunnen leveren om zo onnodige overlijdens te vermijden. In Nigeria moeten start-ups levens redden.

Op dat vlak zijn de Belgische start-ups goed gecast voor de missie. De meeste kwamen naar Nigeria om te kijken of hun bedrijfjes hier kunnen helpen om het verschil te maken in het dagelijks leven van Nigerianen. Zo bouwt Jente Rosseel van Elewa vanuit Nairobi in Kenia aan een onderwijsplatform dat leraren en leerlingen ondersteunt, Xavier Morelle van Savics ontwerpt een technologie die het gemakkelijker maakt om medische testresultaten in afgelegen gebieden te delen met patiënten en bevoegde instanties en Humainly van Jonathan Snyders wil jonge Nigerianen de kans geven wat extra bij te verdienen door beeldherkenningssoftware te trainen (meer uitleg over de start-ups in de kader onderaan).

Of ze ook effectief kans hebben op slagen in het Silicon Valley van Afrika is een andere vraag. Om met de woorden van ex-minister van Telecommunicatie en vertegenwoordiger van investeringsbedrijf TLcom Capital Omobola Johnson te eindigen: “De Belgische start-ups die we hier ontmoet hebben, presenteren interessante en innovatieve ideeën, alleen zitten ze allemaal nog in een heel vroeg stadium van hun levenscyclus. Maar dat wil niet zeggen dat je je ambitie en visie groots mag voorstellen. Op dat vlak hebben ze nog veel te leren van Nigerianen.”

Deze vijf Belgische start-ups zien Nigeria wel zitten

Jente Rosseel van Elewa

Elewa is een sociale start-up die sinds 2015 Keniaanse scholen ondersteunt om het onderwijsniveau op te krikken. Het project van computerwetenschapper Jente Rosseel brengt digitalisering naar de meest afgelegen plekken in Kenia. “Een van de grootste problemen in Afrika is niet meer de toegang tot onderwijs, maar de kwaliteit. Wij proberen met ons platform capaciteit in de scholen op te bouwen.” 

Elewa zet in op handleidingen voor leraren, zodat die beter begeleid kunnen worden in hoe ze les kunnen geven. Daarnaast ontwikkelen Rosseel en zijn collega’s technologie die het makkelijker maakt om met heel basic technologie testen te kunnen afnemen bij leerkrachten. “We bespreken op dit moment partnerships met de Keniaanse overheid en overkoepelende organisaties. Wie weet kunnen we ook in Nigeria een rol spelen. Deze missie was interessant om feedback te krijgen van Nigerianen en eerste contacten te leggen.”

Laura Morel van Recy-call

Laura Morel en Domien Declercq willen met hun startup Recy-call paal en perk stellen aan de controversiële mijnindustrie. Waarom kobalt en goud delven met kinderarbeid in lageloonlanden, als het metaal ook massaal te vinden is in onze afgedankte elektronische apparaten? Ongeveer 20 procent van onze gsm’s en smartphones vindt een tweede leven in lageloonlanden. Daarna belanden ze meestal op vuilnisbelten of in een afvalverbranding waardoor maar een deeltje van de edelmetalen in de batterijen gerecupereerd wordt. “Als je weet dat er elk jaar meer dan twee miljard telefoons verkocht worden over heel de wereld en maar 3 procent ervan gerecycleerd wordt, dan besef je dat er werk aan de winkel is”, zegt Laura Morel.

Recy-call zamelt de telefoons in Afrika in en brengt het ‘e-waste’ in containers naar Europa. “Er bestaan in de wereld maar een handvol bedrijven die over de technologie beschikken om alle kritische metalen uit gsm’s te halen.” Op dit moment loopt er een veelbelovend testinzameling in Rwanda en Oeganda. Voor Morel was de kennismaking met Nigeria in de eerste plaats een kans om extra inspiratie op te doen. “Maar wie weet komt hier ook een Nigeriaanse samenwerking uit, er is hier enorm veel potentieel.”

Jonatan Snyders van Humainly

Jonatan Snyders is een computerwetenschapper die gespecialiseerd is in beeldherkenningssoftware. Hij brengt met zijn start-up Humainly twee werelden samen die op het eerste gezicht mijlenver uit elkaar liggen. “Heel wat bedrijven hebben nood aan betrouwbare beeldherkenningssoftware. Om computers het verschil te leren zien tussen een hond en een kat heb je menselijke controle nodig.”

Die controle kan gebeuren door mensen in ontwikkelingslanden. “Mensen kunnen naast hun gewone job wat extra bijverdienen door beelden te categoriseren.” Zo zette Humainly zijn eerste project op in Venezuela. Maar Nigeria kan volgens Snyders ook een interessante markt zijn. “Er zit hier een jonge bevolking die enorm gemotiveerd is om zijn digitale skills te ontwikkelen. Dankzij Humainly kunnen ze wat bijverdienen en opleidingen of materiaal bekostigen.” Snyders hoopt binnen vijf jaar 50.000 mensen aan een extra bijverdienste te helpen.

Xavier Morelle van Savics

Savics ontwikkelt medische software. “Internet en mobiel internet zijn niet overal beschikbaar in ontwikkelingslanden. Met ons platform kunnen veldhospitalen en afgelegen laboratoria patiëntengegevens en andere data per sms versturen naar een centrale server.” Dat maakt het niet alleen gemakkelijker om de juiste diagnose te stellen, de technologie kan essentieel zijn om snel te kunnen reageren op oprukkende epidemieën.

Morelles bedrijf is al actief in de landen Kameroen, Rwanda, Ivoorkust, Benin, Liberia, Niger, Mali, Zambia en Indonesië. “Het is ook de bedoeling om uit te breiden naar andere landen. Nigeria is absoluut een optie.”

Els Meyvaert van SettleMint

De Leuvense startup SettleMint is een van de weinige technologiebedrijven in de wereld die praktische toepassingen bouwt op basis van blockchaintechnologie. Zelf legt Els Meyvaert van SettleMint het als volgt uit. “Waar mensen Wordpress gebruiken om gemakkelijk te kunnen bloggen, maken wij software die het voor bedrijven gemakkelijk maakt om blockchaintoepassingen uit te bouwen.”

Zo kondigde SettleMint vorige week een samenwerking met ngo Via Don Boso aan. Dankzij een gedeelde database die gebruik maakt van blockchaintechnologie worden financiële data zichtbaarder en zijn uitgaven gemakkelijker controleren. Op die manier krijgen ook donors een veel beter inzicht in wat er met hun geld gebeurt. 

Het bedrijf heeft al een kantoor in Dubai en opende deze maand een nieuwe vestiging in Singapore. Ook in Lagos wekte het product van SettleMint heel wat interesse.