De Onderwijsinspectie ging de voorbije maanden langs bij 244 lagere en secundaire scholen. 134 schooldirecteurs ontvingen een gunstig rapport. De overige 110 scholen kregen een herexamen, waarbij 21 scholen een duidelijk ‘ongunstig advies” kregen.

Wat het lager onderwijs betreft, concludeert inspecteur-generaal Lieven Viaene dat het fors beter moet met het vak muzische vorming, dat beduidend slechter scoort dan wiskunde, Nederlands en Frans.

Voor het secundair onderwijs moeten volgens Viaene vooral wiskunde en Frans beter. Wat Frans betreft, blijkt bijvoorbeeld uit de inspecties dat in meer dan de helft van de onderzoeken het aanbod niet aan de verwachtingen voldoet. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat leerkrachten te weinig inspelen op bijvoorbeeld de al aanwezige kennis van het Frans bij sommige leerlingen, waardoor de lat niet voor alle leerlingen hoog genoeg ligt. Secundaire scholen scoren wel goed voor klassieke talen en lichamelijke opvoeding.

Ook inzake de kwaliteitsontwikkeling en onderwijskundig beleid hebben de scholen, zowel de basisscholen als de middelbare scholen, nog een hele weg af te leggen. Het is een conclusie die niet verrast na een week waarin de dalende kwaliteit van het Vlaamse onderwijs dagelijks de krantenkoppen haalde.

LEES OOK. Kwaliteit katholiek onderwijs daalt fors, maar waarom heeft niemand dat zien aankomen? (+)

Uitgereikte attesten

Meer algemeen klaagt het rapport aan dat scholen beter moeten doen wat betreft het evalueren en bijsturen van leerlingen, zeg maar het geven van punten en diploma’s. “Het evaluatiebeleid spoort niet met de onderwijsdoelen”, aldus nog de inspecteur-generaal. “Scholen evalueren niet goed of ze hun leerdoelstellingen halen en of de leerlingen de behandelde onderdelen van het leerplan voldoende beheersen”, zegt Viaene, die het onomwonden over een “pijnpunt” heeft.

Crevits: “Werk aan ontwikkelen van kwaliteit”

“Uit de Onderwijsspiegel 2019 blijkt dat de meeste scholen kwaliteitsvol werken en zelf in staat zijn om die kwaliteit te verbeteren. Er is wel nog werk aan het ontwikkelen van die kwaliteit. Vooral op het vlak van leerlingenevaluatie kunnen scholen nog veel vooruitgang boeken”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).

“Tot dit schooljaar werden de resultaten van de onderwijsspiegel niet systematisch besproken met onderwijsverstrekkers en pedagogische begeleidingsdiensten. Daarom wordt nu op 4 april de onderwijsspiegel voorgesteld op een evenement met vertegenwoordigers van de pedagogische begeleidingsdiensten, de onderwijsinspectie en de onderwijsverstrekkers. Zo kan er nog beter en meer in diepte aan de werkpunten worden gewerkt. Scholen die zwak presteren moeten sneller opgevolgd en begeleid worden om zo korter op de bal te spelen”, klinkt het.

Scholierenkoepel wil dat scholen vaker “overhoord” worden

“De inspectie moet scholen vaker en grondiger kunnen controleren”, zegt Stéphanie Jolie van de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) in een reactie. Anders dan vroeger betekent een slechte evaluatie niet meer dat de inspectie sneller weer langs zal komen.

Scholen moeten, tenzij ze een volledig ongunstig advies krijgen, maar één keer om de zes jaar bezocht worden. Hoewel dat al vaker is dan de 10 jaar die het tot voor kort was, vindt VSK dit nog steeds veel te weinig: “Stel je voor dat een leerling op zes jaar tijd maar één keer een toets moet afleggen? Waarom zou dat dan voor scholen wel volstaan? “

Bovendien vinden leerlingen dat scholen ook best weleens een “onverwachte overhoring” mogen krijgen: “Scholen doen zich voor zo’n inspectiebezoek vaak beter voor dan ze eigenlijk zijn. Om echt een goed beeld te krijgen van een school moet de inspectie ook eens onaangekondigd durven langskomen, en dan ook echt luisteren naar de dagelijkse ervaringen van de leerlingen”, zegt Jolie.