Direct naar artikelinhoud

IMF-top in Tokio brengt geen uitweg uit economische crisis

De top van het IMF en de Wereldbank in Tokio blonk afgelopen weekend uit in onduidelijkheid. De crisis lijkt dieper en meer verspreid dan ooit, de roep om maatregelen ook. Maar discussies over het tempo daarvan doen het wantrouwen op de markten enkel groeien.

In november 2008 was er op de G20-top in Washington grote eensgezindheid over de aanpak van de kredietcrisis die vlak daarvoor door de ondergang van Lehman Brothers wereldwijd banken aan de rand van de afgrond bracht. Alle landen waren het eens dat het financiële systeem zou moeten worden gered en daarna zou moeten worden hervormd. De bonussen moesten weg en de kapitaalbuffers verhoogd. Er zou door de landen niet in een keer hard moeten worden bezuinigd omdat de wereldeconomie dan in een neerwaartse spiraal zou raken. Op de automatische stabilisatoren zoals de uitkeringen, zou niet mogen worden gekort.

Vier jaar later was er op de laatste IMF-vergadering eigenlijk alleen maar grote verdeeldheid. De staatsschulden hebben een nieuwe piek bereikt die in procenten van het bbp zelfs hoger is dan na de Tweede Wereldoorlog. Het ene deel van de wereld, waaronder Duitsland en Nederland, willen dat er nu echt wordt bezuinigd, terwijl het andere deel de mogelijkheid wil een pas op de plaats te maken. En beide groepen hebben hun eigen economen die elkaar met statistisch bewijsmateriaal om de oren slaan en een beroep doen op de al in 1946 overleden Keynes - tenslotte mede-oprichter van het IMF. Terwijl het ene deel roept dat keynesiaanse stimulering vier jaar na de crisis nog steeds opgeld doet, verklaarde de Nederlandse minister van Financiën Jan Kees De Jager (CDA) dat Keynes helemaal niet zo keynesiaans was en citeerde hij Churchill: "Als je twee economen vraagt, krijg je twee verschillende meningen. En als mijnheer Keynes er een van is, zelfs drie."

De vergadering van het IMF en de Wereldbank in Tokio is in keynesiaanse spraakverwarring geëindigd, mogelijk omdat de wereldeconomie zich in nooit eerder door economen geëxploreerd gebied bevindt. Iedereen was het met elkaar eens, maar ook weer niet. En iedereen vond dat het beter gaat dan een jaar, zes maanden of drie maanden geleden, terwijl de cijfers op het tegendeel wezen.

In Europa stapelen de problemen rond een nog dieper in de versukkeling geraakt Griekenland en een aarzelend Spanje zich op en de VS staan voor een gapende afgrond die fiscal cliff wordt genoemd - een combinatie van automatische belastingverhogingen en bezuinigingen die ook deze economie in een recessie kunnen storten. Maar in afwachting van de verkiezingen voor een nieuwe president wordt niets gedaan. De Chinese top bleef vanwege een ruzie met Japanzo goed als afwezig en de gastheer zelf kwam net uit een politieke crisis. Intussen kampen opkomende markten als China, India en Brazilië en zelfs Australië met verontrustend snel teruglopende groei.

Uiteindelijk werd zondag getracht de financiële markten niet nog verder van hun à propos te brengen door toch eensgezindheid uit te stralen. Tegelijkertijd klonk de oproep voor meer actie, want alleen wat klein reparatiewerk - de Bankenunie in Europa - is onvoldoende. Het geloof dat de schuldenberg kan worden verminderd moet via concrete maatregelen duidelijk worden, omdat anders het vertrouwen van de markten nog verder afneemt. Maar door de discussie over het tempo, een sprint of een marathon, is het wantrouwen van de markten alleen maar gevoed.