Direct naar artikelinhoud

Basta! En nu voor mij een ossobuco

Basta, het nieuwste televisiekindje van wonderproductiehuis Woestijnvis, is na vijf afleveringen al uitgegroeid tot dé tv-hit van Vlaanderen. Liefst veertienduizend mensen stemden op minder dan twee uur tijd op de VRT-site over het lot van kalfje Willy. Redelijk fenomenaal als je bedenkt dat je dagelijks duizenden Willy’s tegenkomt in de toonbanken van de slagers en grootwarenhuizen van dit landje. Dat roept overigens nauwelijks reactie op, en overtuigde vegetariërs weten al jaren dat op hun pleidooi voor de goede zaak meestal meewarige reacties hun deel zijn. Maar een filmpje in de beste Bambi-traditie van een jonge bende sympathiek ongeregeld zorgde wel voor massale respons, en één kalf afgelopen week voor niet minder dan 36 voldragen krantenartikels. Zesendertig!

Het is een zoveelste proeve van hoe men een hype kan creëren, iets waar Woestijnvis trouwens al jaren een patent op heeft, van de Schalkse ruiters tot de XII werken van Rob Vanoudenhoven.

Het is niet de eerste stunt die de Neveneffecten dit eerste seizoen uithalen. Een jaar lang bestookten ze met fake persberichten - genre ‘liberale kiezers hebben gemiddeld het meeste seks per week’ - de Vlaamse redacties, die veel van hun berichten ook klakkeloos overnamen. Ze blokkeerden de ingang van Mobistar met een container waarin ze zelf verstopt zaten, en hielden het telecombedrijf, toen dat de containerfirma opbelde om het ding te laten verwijderen, vier uur lang aan de lijn met een callcenterimitatie. Youp van ’t Hek zelf had geen beter koekje van eigen deeg kunnen serveren.

En dan bleken ze ook nog een van hun mensen vier maanden lang te hebben laten infiltreren bij een productiehuis van belspelletjes waar je alleen maar geld kunt verliezen. Met verborgen geluidsopnames onthulden ze vanuit de regiekamer genadeloos de geldklopperij. De makers van Basta zijn instant helden geworden, Robin Hoods die met een soort guerrillaconsumentisme eindelijk de belangen van de kleine mens ernstig nemen, tegen het establishment van de telecom- en mediareuzen. En die dat natuurlijk stukken beter en efficiënter doen dan de klassieke media.

Dat klinkt telkens weer door in de vele beschouwingen die over het programma gemaakt worden. ‘Echte’ journalisten slaan mea culpa dat ze de persmededelingen zonder checken hebben overgenomen, en geven toe dat hier voor het eerst de ‘burgerjournalistiek’ het haalt van de wat te zelfingenomen ‘officiële’ pers.

Met alle bewondering voor wat de jongens van Basta hebben gepresteerd, maar die uitleg klopt niet. Het is niet omdat je je voorstelt als een paar net het studentenleven ontgroeide Tijl Uilenspiegels, die met schamele middelen het grote establishment aanpakken, dat het ook zo is. Vier maanden lang infiltreren in de belspelletjeswereld, een jaar lang redacties bestoken met fake berichten, het is aan amateurs niet gegeven. De middelen die daarvoor nodig zijn, kunnen alleen worden opgehoest door een groot mediabedrijf als Woestijnvis, dat nog de mogelijkheden heeft om tijd, mensen en middelen in programma’s te investeren.

Het geniale van het Basta-concept zit hem juist in het verstoppen van de professionaliteit waarmee het gemaakt wordt: in de container bij Mobistar zat bijvoorbeeld wel een hele multicamera-regie, maar die deed vooral zijn best om de beelden wat schokkerig en dus YouTube-amateurachtig te laten overkomen.

De primeur van de belspel-ontmaskering - die de hele pers wegens zogezegde lastminute-montageproblemen onthouden werden - stond daags nadien wel exclusief en breed uitgesmeerd in het weekblad Humo, dat nochtans vier dagen eerder zijn deadline moest halen. Humo is eigendom van... Woestijnvis. Foutje, werd achteraf toegegeven, men vreesde juridische stappen van de geviseerde bedrijven, en daarom werd, met uitzondering van het bevriende blad, een persstop gelanceerd.

En nu dus Willy, een tearjerker waarvan bij voorbaat al te voorspellen viel hoe het publiek zou reageren. Blij toch minstens één exemplaar van de slacht te hebben gered. Maar de Neveneffecten zouden de Neveneffecten niet zijn als ze ook hier weer geen nieuwe dubbele bodem in zagen. De barbecuegenodigden werden eerst wijsgemaakt dat ze Willy wel degelijk verorberd hadden, wat op zijn beurt weer emotionele toestanden opleverde. En meteen een nieuwe boodschap: we kunnen niet alleen hypen als de beste, daarin zelfs gretig gesteund door de klassieke pers, binnen de hype kunnen we ook nog eens manipuleren, en daar mee wegkomen ook. Op die manier wordt het bijna metakritiek van de mediakritiek.

Voor ons mag het: het is knappe televisie, relevant, grappig en al wat je wilt. Maar burgerjournalistiek die zijn kracht bewijst tegenover de klassieke media? Niet echt, nee. En als de Basta-jongens het mij willen vergeven: die ossobuco vanmiddag gaat er toch niet minder om smaken.