Direct naar artikelinhoud

'De mensen overkomen mij'

Anders Petersen exposeert zijn werk in de Gentse Zebrastraat. Het is al van de jaren negentig geleden dat hij nog in ons land te zien was. Hoog tijd dus voor een gesprek.

Met de hoesfoto van Tom Waits' album Rain Dogs uit 1985 zou de Zweedse fotograaf Anders Petersen (1944) op slag wereldberoemd moeten geworden zijn. Zou, want iedereen dacht dat de man in zwart-wit Waits zelf was, poserend in een of andere fotostudio. Dat klopt dus niet: de mensen op de foto heten Rose en Lilly; zij waren stamgasten van café Lehmitz, een uitgeleefde plek in Hamburg waar Petersen van 1967 tot 1970 een van zijn meest beklijvende reportages realiseerde.

Sindsdien heeft de fotograaf zijn handelsmerk gemaakt van rauwe beelden in een korrelig zwart, wit en grijs. Vaak zoekt hij de rafelrand van de maatschappij op: een bejaardentehuis, een gevangenis, de psychiatrie, de voorstad, de nacht. Tederheid en tristesse zijn Petersens idioom, ook wanneer hij op de dool is in zijn geboortestreek Värmland. Voor het project From back Home werkte hij samen met zijn leerling JH Engström (1969). De beide fotografen trokken tussen 2001 en 2008 in Värmland rond, op zoek naar hun respectieve jeugdherinneringen. Het gelijknamige boek kreeg in 2009 een prijs op het prestigieuze fotofestival van Arles, en de 230 beelden zijn nu in Gent te zien: een unieke gelegenheid om met dit werk kennis te maken, want het is van de jaren negentig geleden dat Anders Petersen nog in België exposeerde. Hoog tijd voor een goed gesprek.

Over de soms navrante scènes die hij in beeld brengt, bijvoorbeeld. Wijdbeens kussende of vrijende koppels tussen de lakens. Laveloze en haveloze mensen in de kroeg. Wat er achter een schutting of in het bos gebeurt. "Elke fotograaf is in zekere zin een voyeur. Daar is niets mis mee. Het betekent gewoon dat je graag kijkt. In mijn geval gaat het iets verder: ik maak graag deel uit van de situatie, ik wil meedoen en niet gewoon registreren wat ik zie, als een buitenstaander. Met de ene voet in de foto staan, en met de andere erbuiten. Soms loopt dat fout. Als ik met beide voeten in het beeld sta, wordt het een rommeltje. Zo heb ik al veel opnamen om zeep geholpen, belangrijke momenten laten voorbij gaan. Je hebt afstand nodig, een beetje maar, net genoeg. Een van mijn boeken heet niet toevallig Close Distance."

De camera als bescherming

Petersen komt zo dicht bij zijn dingen en lichamen dat hij ze kan aanraken. Hij wil ze zo onbevangen mogelijk tegemoet treden. Vragen stellen, ervaren hoe ze zich tegenover elkaar verhouden. Klopt dat wel met zijn uitspraak over de camera als een bescherming - In the condensed, raw moment, the camera is a protection? "Ja hoor. Ik bedoel precies dat de fotograaf deelneemt aan wat er te zien is, betrokken geraakt in de handeling - emotioneel, mentaal, fysiek zelfs - en dat zijn camera hem op het beslissende moment in bescherming neemt, niet te ver laat gaan. Hij is immers aan het werk. Ik beschouw mijn toestel ook als een inkomkaart die mij toegang verschaft tot verborgen werelden. Anders zou ik nooit zomaar in een krankzinnigengesticht of een gevangenis naar binnen wandelen. Als je nieuwsgierig bent, is het een uitstekende manier om heel veel te weten te komen."

Is het altijd goed om dergelijke rauwe beelden te tonen ? Hoe zit het met de verantwoordelijkheid van de fotograaf ? "Je bent altijd en overal verantwoordelijk voor wat je doet, voor jezelf en voor de mensen die voor je lens komen. Dat heeft met ethiek te maken. Als je je daarvan niet bewust bent, lukt het niet en krijg je hommeles. Maar je moet jezelf respecteren om ook de anderen met eerbied tegemoet te treden. Net zoals de figuren op je foto's ben ook jij uniek. Je hoeft je emoties, je ervaringen en je kennis niet weg te cijferen. Begrijpen doe je met je hersenen en met je hart. Dat maakt je sterk."

Petersen werkt uitsluitend analoog; anders dan bij een digitale camera ziet hij het resultaat slechts nadat het filmrolletje ontwikkeld is en de contactafdruk gemaakt. "Ik ben vaak verrast als ik vaststel hoe de beelden eruit zien. Als ik aan het werk ben, schakel ik mijn brein zoveel mogelijk uit. Ik fotografeer uit mijn buik, met mijn instinct. Er is heel wat toeval mee gemoeid. Wat ik doe, is eigenlijk heel primitief, en zo is het goed. Back to basics. Als ik honger heb, eet ik. Ik wacht op wat er komt, en ik hou van mensen. Misschien zie je wel in mijn foto's dat zij - de mensen, de situaties - mij overkomen, dat ik hun slachtoffer ben."

Is de Tom Waitsfoto een goed voorbeeld of een introductie voor de rest van Petersens oeuvre? "Ja, eigenlijk wel. Alle ingrediënten zitten erin: tederheid bijvoorbeeld. Het gaat vooral om de man op de foto, veel minder om de vrouw. Hij is verloren, lost in his love. Misschien kan ik mij gewoon beter met hem identificeren omdat ik ook een man ben." De opname heeft Petersen alleszins een plaats verschaft in de fotogeschiedenis, ergens op een tak in de familiestamboom van wie hij zelf interessant vindt: Ed van der Elsken bijvoorbeeld, Daido Moriyama of de Deense Magnumfotograaf Jacob Aue Sobol. En als de man uit Värmland niet met de camera aan de slag zou zijn, wat zou hij dan uitrichten ? "Kok misschien. Chef, in the kitchen. Om er een potje van te maken.