Direct naar artikelinhoud

VN onderzoeken massaverkrachting Oost-Congo

De Verenigde Naties sturen twee topfunctionarissen naar Oost-Congo om de massaverkrachting van meer dan 150 Congolezen begin deze maand te onderzoeken. Het drama doet vragen rijzen over de VN-vredesmacht.

VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon benadrukte gisteren “zijn verontwaardiging over de verkrachtingen en het geweld” in Congo. De VN manen de Congolese overheid aan het voorval te onderzoeken. De VN zelf sturen intussen Atul Khare, assistent-secretaris-generaal voor vredesoperaties, en Margot Wallström, speciale gezante voor seksueel geweld in conflicten, naar de regio. Zij zullen met slachtoffers, lokale vertegenwoordigers en de verantwoordelijken van de VN-vredesmissie Monusco spreken om het voorval te onderzoeken.

De VN reageren hiermee op de gruwelijke feiten die eerder deze week bekend werden over verkrachtingen in de provincie Noord-Kivu. Daar zouden van 30 juli tot 3 augustus bijna tweehonderd Congolese vrouwen, kinderen en zelfs baby’s misbruikt zijn. De daders zijn voornamelijk rebellen van het FDLR (Forces démocratiques de libération du Rwanda) en Mai Mai-strijders. De rebellen isoleerden hiertoe dertien dorpen vier dagen van de buitenwereld.

Dat de VN-blauwhelmen deze tragedie niet konden voorkomen, wordt gezien als een blamage. Ten eerste beschikten de VN over een basis op 30 kilometer van de dorpen. Ten tweede waren de VN-troepen pas meer dan een week na de feiten op de hoogte. De schaal en brutaliteit waren bovendien uitzonderlijk.

De Oost-Congolese rebellenlegers maken zich zeer vaak schuldig aan verkrachtingen. De VN schatten dat in 2009 meer dan 8.000 vrouwen verkracht werden in de regio.

President Joseph Kabila eiste eerder de terugtrekking van de Monusco tegen het einde van 2010. Vele landen, waaronder België, kanten zich daar echter tegen. De VN stuurden wel al 1.700 van de ongeveer 20.000 blauwhelmen weg uit Congo. Volgens planning zouden alle militairen in juli 2011 weggehaald worden. (LC)