Direct naar artikelinhoud

''Sint-Jan' moet een beetje Occupy Sint-Baafs worden'

Wim Delvoye slurpte aan een koffie, kanunnik Ludo Collin gaf zijn zegen. De troepen van 'Sint-Jan', de door Jan Hoet opgezette expo die vanaf 12 mei in de Gentse Sint-Baafskathedraal loopt, bliezen een eerste keer verzamelen. En prikkelden zowel muren als verbeelding.

"Het lijkt wel een geheim genootschap dat op de hoek van de kerk stiekem bijeenkomt." Aan de poorten van de Gentse Sint-Baafskathedraal, gistermiddag iets na twee. Hans Martens, samen met Jan Hoet curator van Sint-Jan, kijkt om zich heen. En lacht. Veel volk immers, voor de allereerste verkenning van de bijzondere tentoonstellingslocatie. Van Dirk Braeckman over Leo Copers tot Paul Robbrecht, en van Wim Delvoye over Kris Martin tot de zonen van Philippe Vandenberg: twee maanden voor aanvang oogt de affiche van Sint-Jan imposant. Rijk gekleurd, ook. En dan ontbreken kleppers als Damien Hirst, Michaël Borremans, Jan Fabre, Berlinde De Bruyckere en David Claerbout vandaag nog op het appel.

"Maar voor alle duidelijkheid: wij hebben geen geld", stelt Martens een en ander meteen op scherp. "We rekenen volop op jullie generositeit. Eén voor allen, allen voor één: een beetje Occupy Sint-Baafs, zeg maar."

Aldus dient ook het leitmotiv van Sint-Jan omschreven. "Integriteit is zeer belangrijk", zegt Jan Hoet junior. "Misschien wel belangrijker dan spiritualiteit." In elk geval: geïnspireerd door de omgeving en betekenis van de Sint-Baafskathedraal wil Sint-Jan, van 12 mei tot 29 juli en dus gelijktijdig met het grootschalige kunstenparcours Track lopend, de sporen van religiositeit en spiritualiteit in de hedendaagse kunst opnieuw bekijken. Of zoals Jan Hoet het zelf zegt: "De moeder van alle meesterwerken hangt hier, Het Lam Gods. Is dit dan geen uitdaging?"

Zodra we binnen zijn, allieert de bonte 'bende van Sint-Jan' druppelsgewijs met de traditionele toeristenstroom. Als kinderen in een snoepwinkel worden gewelven bekeken, muren betast, nissen gemonsterd. "Ik tracht ze te stimuleren om in de hoogte werken", zegt Paul Robbrecht, architect en adviseur. "Zeg Jan, wat heb ik gehoord: mogen we aan die masten daar in de lucht ook werken hangen?", vraagt Wim Delvoye enthousiast. "Zo hoog! Ik ga eens iets nieuws maken, peins ik. Risico's nemen, de mensen zien dat graag. En als het mislukt, kan ik nog altijd zeggen dat het geen kunst is, hé."

Veel wilde plannen. Over een gigantische molensteen voor de ingang, bijvoorbeeld. Veel vragen ook, zo blijkt wanneer Ludo Collin, kunstminnend kanunnik van de kathedraal, de deuren van zijn bisdom openzwaait. Vraagtekens in de lucht. "Mogen we gaten in de muren boren?" of "Mag er hier of daar een valse wand geplaatst worden?": het antwoord luidt meestal: "Alles is bespreekbaar, maar Het Lam Gods blijft wel hangen."

Zelfs als ontdekt wordt dat de masten in de nok vrij en de stoelen in de middenbeuk op hun plaats moeten blijven, eindigt de rondleiding in majeur. Plekje gevonden, verbeelding geprikkeld. "Het is zeer goed dat we hier eens met zijn allen samen zijn geweest", haalt Hans Martens opgelucht adem. "Het lijkt mij al een stuk doenbaarder."

Sint-Baafs, tot de 16de eeuw in de boeken opgetekend als Sint-Jan: een tricolore vlag prijkt al op het dak, het kruim van de inlandse kunst bekleedt binnenkort de gewelven.