Direct naar artikelinhoud

De paradox van een nationale rouw

Naarmate ons vermogen tot individuele rouwbetuiging afneemt, stijgt paradoxaal genoeg de behoefte aan collectieve rouw. Maar ook dat is in ieder geval beter dan niets.

edereen rouwt op zijn eigen manier. Zelf had ik de hele dag niet onbewogen, maar toch vrij professioneel de tsunami aan nieuwsberichten gevolgd. Met een zekere afstandelijkheid, afwegend of de collega's de grens tussen informatieplicht en sereniteit konden bewaren. Wat ze overigens volgens mijn subjectief oordeel behoorlijk deden, maar daar dachten vele lezers en kijkers dan weer duidelijk anders over. Toen kwam de eerste minuut van Man bijt hond. Simpel, de klankband op nul decibel, een eenvoudige montage van klassen en speelpleinen in heel Vlaanderen, 12-jarigen in de rituele rechtopstaande pose van de minuut stilte. Toen kwam de onstuitbare krop in de keel. Waarschijnlijk was dat voor u op een ander moment, maar doet dat ertoe?

Eigenaardig toch, hoe we op alle mogelijke sociale media en internetfora onze individuele beleving van dit drama tot norm willen verheffen, en andere vormen bestaansrecht ontzeggen.

Eenzelfde discussie woedt over de dag van nationale rouw. Onzin volgens de enen, niet meer dan gepast volgens de anderen. Waarom nu wel en niet bij de treinramp in Buizingen? Waarom nu één dag en bij het overlijden van koning Boudewijn drie?

Heel eenvoudig: niemand weet het. Er zijn geen vaste afspraken over het uitroepen van zo'n dag. Het is de subjectieve afweging van een regering waar zo een beslissing wordt genomen. Waarom nu wel, en op andere ogenblikken niet? Waarschijnlijk omdat de macht van het getal speelt, en vooral die van de leeftijd. De dood van kinderen, die de onschuld en de toekomst in zich dragen, treft altijd harder dan die van volwassenen, omdat ze tegen de natuurlijke orde der dingen ingaat. Kinderen worden verondersteld ouders te begraven, niet omgekeerd. De emoties die vrijkomen bij die omkering van een natuurlijke orde wegen ook zwaarder bij politici, die, zoals Ingrid Lieten het verwoordde, dan opnieuw ouders zijn, en niet langer politieke rivalen.

Sociaal isolement

Ook al is er iets eigenaardigs aan de gang. Ouders die een kind verloren hebben, getuigen vaak over het sociale isolement waarin ze daarna terechtkomen. Mensen hebben angst hen aan te spreken, de telefoon vast te nemen en te vragen hoe het ermee gaat. Uit gêne, omdat men niet wil binnendringen in het private verdriet van anderen of, minder nobel, uit angst erdoor aangestoken te worden. De schroom om zich op te dringen aan een mens die existentiële pijn voelt, ook al wil die misschien niets liever dan een troostend woord, een schouder om even op verhaal te komen. Maar de individuele rouwbetuiging botst steeds meer op moeilijk te overwinnen drempels.

Trouwens, wat betekent ons gevoel in vergelijking met dat van de mensen die daadwerkelijk getroffen zijn? Toch helemaal niets, rationeel gesproken? Maar toch zitten we ermee, en moeten we het kwijt. De ene doet dat door zijn kinderen extra warm in te stoppen, de andere door bloemen aan een schoolpoort te leggen, nog iemand anders door een gebedswake bij te wonen. Het is in wezen een bezweren van onze eigen machteloosheid, onszelf de fictie verschaffen dat we hierdoor toch enige greep op het noodlot kunnen krijgen. Quod non, maar we zijn nu eenmaal wezens die de emotie vaak verkiezen boven de ratio.

Zeker in een samenleving die de emotie steeds stelselmatiger omarmt.

Collectieve rouwbetuigingen zijn van alle tijden, maar ze nemen wel in frequentie en intensiteit toe. Grofweg sinds de dood van prinses Diana, toen een collectieve rouwbetuiging zelfs het protocol en bijna de koninklijke familie zelf op de knieën dwong. Sindsdien kan geen beroemdheid meer sterven of een maatschappelijk drama gebeuren, of de bloemen, de kaarsen en de tekeningen worden geplaatst, volgens de regels van de contactmagie liefst op de plek waar het gebeurde. Een steeds grotere collectieve ritualisering van de rouw, bij gebrek aan persoonlijk contact.

In Nederland, waar de vuurwerkramp in Enschede, de aanslag op de koninklijke familie, de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh telkens tot grote emoties aanleiding gaven, beschikken de meeste gemeenten vandaag zelfs over een uitgeschreven scenario over hoe je een dergelijke 'spontane' collectieve rouwverwerking kunt organiseren en in goede banen leiden.

Vandaag is een dag van nationale rouw. Om elf uur wordt er één minuut stilte gehouden, de vlaggen gaan halfstok. Politieke vergaderingen worden uitgesteld, het land staat even stil bij de relativiteit van de dagelijkse stroom van conflictjes om over het wezenlijke na te denken. Het is tijdelijk, binnen een paar weken gaan we over tot de orde van de dag, de kinderen brengen we er niet mee terug.

Baten doet het niet, schaden al evenmin. En als het velen toelaat de eigen gevoelens te kanaliseren, als het toont dat we ondanks alles nog verenigd zijn in existentiële menselijke gevoelens, als we ons medeleven niet belangrijker gaan vinden dan dat van de ouders en de naasten, wat is er dan eigenlijk op tegen, zelfs als u er zelf niet aan wilt meedoen?