Direct naar artikelinhoud

De zoektocht naar de ziel

De ziel ligt onder vuur. Volgens veel hersenwetenschappers bestaat zij helemaal niet. Ons brein bepaalt alles. Een armetierig standpunt, vinden onderzoekers die wel in een ziel geloven. Met een ziel is het leven leuker. Wie heeft gelijk?

De ziel, leerde ik als katholiek jongetje, is het belangrijkste dat er bestaat. In de ziel zit je essentie, je karakter, al je goede en slechte eigenschappen. Het lichaam is vergankelijk, maar de ziel leeft eeuwig voort. De ziel is een misvatting, zegt hersenonderzoeker Dick Swaab, bedacht door mensen die bang zijn voor de dood. De ziel heeft ook een andere betekenis gekregen. Er zijn niet zo veel mensen meer die geloven in een eeuwige ziel, een door het christendom van Plato overgenomen idee. "Als mensen tegenwoordig over de ziel praten, bedoelen ze meestal de geest. Die is het product van de activiteit van 100 miljard hersencellen", zegt Swaab.

Op tafel liggen de Duitse, Chinese en Italiaanse vertaling van zijn bestseller Wij zijn ons brein. Swaab oogt beminnelijk en bescheiden, maar praat met een ijzeren stelligheid. Hij is een man van de wetenschap, van het experiment, de scans, de MRI's en de elektroden. De hersenwetenschap laat weinig heel van het idee dat wij een ziel hebben. Onder ons schedeldak werken de neuronen. Meer is er niet. "Als mensen daar anders over denken, hoop ik dat ze het bewijs kunnen leveren, bijvoorbeeld door een goed experiment te doen."

Het is een kale visie, vindt Bert Keizer, filosoof en verpleeghuisarts. "Wij zitten hier toch niet als twee breinen met elkaar te praten", zegt hij. Voor de maand van de filosofie in Nederland - die de ziel als thema heeft - schreef Keizer het essay Waar blijft de ziel? Ook Keizer weet niet precies wat de ziel is. Maar hij is ervan overtuigd dat ons geestelijk leven niet in hersenscans is te vatten. "Aardappelen zijn stoffelijk, de aardappelprijs is geestelijk. Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar je kunt niet zeggen dat aardappelen uit euro's bestaan. De Zevende van Beethoven, dat zijn toch niet alleen trillingen in de lucht? Democratie, kunst, literatuur, het zijn allemaal geestelijke begrippen. We bestaan toch niet alleen uit moleculen, korreltjes en draadjes?"

Mierenbewustzijn

Voor hersenonderzoekers als Swaab komt de Zevende van Beethoven simpelweg voort ons uit brein. De hersenen van componist, musici en luisteraars maken de muziek. Ze kunnen die geestelijke rijkdom produceren, omdat ze zo groot zijn. "Een mier heeft ook bewustzijn, maar toch een stuk minder", zegt Swaab.

De discussie over de ziel zou nooit zo hoog oplopen als de hersenwetenschap zich zou beperken tot een beschrijving van het brein. Maar onderzoekers als Swaab en Victor Lamme - auteur van het eveneens succesvolle De vrije wil bestaat niet - gaan verder. Uit het brein verklaren ze 'de' mens en zelfs 'de' samenleving. De vrije wil is een illusie. Ons brein is de baas. En omdat de vrije wil niet bestaat, zijn mensen niet verantwoordelijk voor hun daden.

Dat is een provocerende stellingname. Ze is strijdig met onze intuïtie. We ervaren immers dat we zelf kiezen. Bovendien heeft de samenleving het individu op de troon gehesen, met burgers die 'hun eigen ding willen doen' en politici die burgers steeds indringender aanspreken op 'hun eigen verantwoordelijkheid'. De teloorgang van de vrije wil heeft nogal verontrustende implicaties, ook in het strafrecht. Sorry edelachtbare, ik ben verkeerd bedraad.

Maar ons gedrag wordt nu eenmaal zeer sterk bepaald door de aanleg van ons brein, zegt Swaab. Dat gebeurt vooral in de baarmoeder en de eerste levensfase. Van invloed zijn genetische aanleg en het gedrag van de moeder tijdens de zwangerschap - roken, drinken en stress zijn slecht.

Maar ook het toeval speelt een rol. De hersenen organiseren zichzelf en dat pakt bij iedereen iets anders uit. Swaab laat een filmpje zien van een Siamese tweeling uit de Verenigde Staten. Ze zien eruit als één tienermeisje met twee hoofden. Hoewel ze gezamenlijk maar twee armen en twee benen hebben, moesten ze ieder apart hun rijbewijs halen. Terecht, zegt Swaab, want ze hebben twee breinen. "Genetisch zijn ze identiek, maar ze hebben toch een verschillend karakter. Het brein bestaat uit 100 miljard cellen. Dat is een veel te complex systeem om op basis van genetische achtergrond te programmeren. Daarom organiseren hersenen zichzelf", zegt hij.Tegen de tijd dat we peuter zijn, ligt onze persoonlijkheid al grotendeels vast, stelt Swaab. Dat geldt voor het IQ, de vraag of we ochtend- of avondmens zijn, of we spiritueel zijn, antisociaal, neurotisch, agressief, hoeveel kans we lopen op schizofrenie, autisme, depressie of verslaving.

Zo krijgen we een brein mee, en daar moeten we het maar mee doen. "Aan een volwassen brein valt niet zoveel meer te veranderen. De claims van psychologen over de effectiviteit van therapie, bijvoorbeeld bij persoonlijkheidsstoornissen, zijn overdreven", zegt Swaab. Niet voor niets noemt hij zichzelf een 'neurocalvinist', iemand die gelooft in predestinatie via de hersenen. Maar als onze aanleg vastligt, hoeft dat toch niet voor onze daden te gelden?

De pedofiel Robert M., die kinderen misbruikte in verschillende Amsterdamse crèches, lijdt onder de vloek van zijn geaardheid, zoals hij zelf stelde. Maar hij kon toch ook besluiten om van kinderen af te blijven? Hij was toch niet verplicht om zo doortrapt en berekenend te werk te gaan? "Als ik een driftig mannetje ben, betekent dat nog niet dat ik er op los moet slaan", zegt filosoof Bert Keizer.

Voor Swaab is ook de sprong van aanleg naar daad voorbestemd. De pedoseksuele aandrang van Robert M. was simpelweg te groot. Bovendien zijn ook eigenschappen als wilskracht en impulsbeheersing in het brein geslepen. De ene alcoholist laat de fles staan, de ander valt terug in zijn verslaving. Dat komt niet doordat de nuchtere alcoholist daarvoor kiest, of zijn verantwoordelijkheid neemt. Waarschijnlijk is zijn verslaving minder sterk of heeft hij meer wilskracht meegekregen. "Karakter betekent letterlijk: wat ingeslepen is. Zo zijn allerlei eigenschappen, zoals wilskracht, in het brein gevormd", zegt Swaab.

Niet alleen worden onze mogelijkheden sterk bepaald door de aanleg van onze hersenen, ook in allerlei concrete situaties is het brein ons de baas. De Franse filosoof René Descartes formuleerde in de 17de eeuw zijn model van een ziel die het lichaam aanstuurde, alsof er een mannetje in ons hoofd zit dat alle beslissingen neemt. Hoewel het cartesiaans dualisme in de wetenschap allang is achterhaald, is het wel de manier waarop veel mensen de wereld ervaren.

Een "prettige illusie", zegt Swaab. We denken dat we zelf kiezen, maar in werkelijkheid heeft het brein allang beslist. Er is veel onderzoek gedaan waaruit blijkt dat de activiteit in de hersenen eerder komt dan de bewuste intentie. Een van de spectaculairste onderzoeken werd uitgevoerd door Chun Siong Soon. Hij vroeg mensen op een willekeurig moment op een linker- of rechterknop te drukken. Zeven seconden voordat de proefpersonen zelf zeiden te beslissen, was op de hersenscan al te zien of zij voor links of rechts gekozen hadden. Het bewustzijn is een "kwebbeldoos", die achteraf een mooi verhaaltje verzint bij een besluit dat het onbewuste brein allang genomen heeft, zegt Victor Lamme over zulke experimenten.

Achterhaald

Swaab en Lamme richten hun pijlen echter op een achterhaald model, zegt Marc Slors, hoogleraar cognitiefilosofie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Descartes koppelde het 'ik' sterk aan het bewustzijn: ik denk, dus ik ben. Maar het onbewuste is net zo goed het 'ik', zegt Slors. Hij geeft het voorbeeld van een voetballer die een prachtig doelpunt scoort. De bal is al naar de bovenhoek vertrokken, voordat de speler erover heeft nagedacht. "Maar je kunt niet zeggen: het is niet zijn doelpunt", zegt Slors. De voetballer heeft zijn onbewuste zelf "geprogrammeerd", door ongelooflijk veel te trainen, door zijn ambitie om topvoetballer te worden.

Onze beslissingen worden gefundeerd door onze identiteit, zegt Slors. Het onbewuste is net zo goed aan die identiteit verbonden als het bewuste. Je zou identiteit kunnen opvatten als een modern idee van de ziel: een optelsom van aanleg, opvoeding en levensgeschiedenis. Dat mag zo zijn, zegt Swaab, maar dat neemt niet weg dat de speler onbewust de beweging in gang zet die tot een doelpunt leidt.

Die ziel kan echter niet meer worden gezien als de kapitein op ons schip, zo veel heeft de wetenschap wel duidelijk gemaakt. Maar volgens Slors zijn we ook geen stuurman die voor piet snot aan het stuurwiel staat te rukken, terwijl alle beslissingen in het vooronder worden genomen. In zijn nieuwe boek Dat had je gedacht! presenteert Slors een complexer model, dat zich niet laat samenvatten in een lekkere soundbite als 'de vrije wil bestaat niet'.

Ons schip wordt bestuurd door een team, zegt hij. De stuurman staat voor het onbewuste dat de meeste beslissingen neemt. Maar onder in het ruim zit de navigator, ons bewustzijn, dat de koers uitzet, de reis evalueert en de stuurman waar nodig corrigeert. En om het nog een beetje ingewikkelder te maken: de samenwerking tussen stuurman en navigator is verre van perfect. De stuurman is een beetje doof en snapt niet altijd wat de navigator bedoelt. Natuurlijk zal de navigator ook worden beïnvloed door de aanleg van het brein, of door andere factoren die buiten zijn invloed liggen, zoals opvoeding en levensgeschiedenis - die volgens Swaab op hun beurt de bouw van het brein weer beïnvloeden. Hoe dan ook, er bestaat geen vrije wil die door niets en niemand wordt beperkt. We opereren altijd binnen de grenzen van onze mogelijkheden. Niemand kan besluiten dat hij een topscorer wordt.

Flipperkast

De grote vraag blijft hoeveel vrijheid ons nog rest. Reageert ons brein simpelweg op de stimuli van de buitenwereld, zoals een kikker reflexmatig toehapt als een krekel voorbijkomt? Volgen we het spoor van onze identiteit? Of bestaat er ook nog zoiets als de vrijheid om 'nee' te zeggen tegen onszelf?

"Als ik uit een raam val, dan ben ik pas gedetermineerd. Ik heb geen andere keuze meer dan te vallen. Het leven is niet op die manier gedetermineerd", zegt Bert Keizer. "Ik ben geen balletje in de flipperkast. Toen ik op weg was naar dit interview, had ik ook halverwege kunnen zeggen: ik heb geen zin, ik ga weer naar huis."

Bovendien onderzoeken de breinwetenschappers altijd triviale beslissingen, zoals het indrukken van een knop. Ingrijpende en complexe beslissingen - "Ik verlaat Emma en ik emigreer naar Canada" - worden wel degelijk bewust genomen, door uitputtend na te denken over de pro's en contra's. "Laat mensen maar eens aantonen dat zulke beslissingen bewust worden genomen", zegt Swaab. In elk geval is het onbewuste wel degelijk in staat complexe beslissingen te nemen, zegt hij. "Als je verliefd wordt, zet je ook niet alle voors en tegens op een rijtje. Het overkomt je gewoon."

In zijn nieuwe boek De vrije wil is geen illusie probeert Herman Kolk, emeritus hoogleraar neuropsychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, de vrije wil te redden door haar te verzoenen met hersenonderzoek. De meeste handelingen verrichten we op de automatische piloot. Maar juist als het moeilijk wordt, ervaren we een conflict tussen onbewuste impulsen en ons bewustzijn. Door onszelf toe te spreken kunnen we de onbewuste wil corrigeren, aldus Kolk.

Stel dat je partner je vraagt om je als orgaandonor te registreren, zegt Kolk. Instinctief denk je meteen: nee. Maar je schrikt van die reactie, die niet spoort met je zelfbeeld van een altruïstisch, vooruitstrevend mens. Daarom wacht je even met reageren. Je denkt erover na, je voedt ook je onbewuste met je gedachten over de verplichting om iets voor een ander te betekenen. En 's avonds denk je: laat ik het toch maar doen.

Uit experimenten blijkt ook dat de samenleving het geloof in de vrije wil nodig heeft, stelt Kolk. Proefpersonen die een tekst hadden gelezen waarin hersenwetenschappers de vloer aanveegden met de vrije wil, toonden zich vervolgens minder bereid om anderen te helpen of zich als vrijwilliger aan te melden. Daarentegen waren ze sterker geneigd om te spieken of geld achterover te drukken.

Breinonderzoekers als Swaab en Lamme zijn radicaal in hun afwijzing van de vrije wil. Maar het staat buiten kijf dat de wetenschap steeds meer laat zien hoe beperkt onze vrijheid is, door genetische aanleg, het brein, de invloed van opvoeding en omgeving. De politiek beweegt zich juist in de tegenovergestelde richting, naar een wereldbeeld waarin de mens een rationeel dier is dat ten volle verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn keuzen.

Groep apen

Ten onrechte, vindt Swaab. Voor hem is een begrip als morele verantwoordelijkheid nauwelijks relevant. "Neem een jonge crimineel met een ongunstige genetische aanleg. Zijn moeder heeft gerookt tijdens de zwangerschap, waardoor hij ADHD heeft. Kun je zo iemand verantwoordelijk houden voor een delict? Ik vind van niet. Maar dat ik de achtergrond van zo iemand probeer te begrijpen, betekent niet dat ik zeg: ga zo maar door. We leven in een groep. Als iemand in een groep apen iets doet dat tegen het groepsbelang ingaat, wordt hij in elkaar geslagen door de oudere apen. Wij hebben die taak uitbesteed aan politie en justitie. De groep eist genoegdoening. Daarom moet de dader worden gestraft. Maar ik zou wel graag zien dat er meer aandacht is voor de effectiviteit van die straf."

Bert Keizer gelooft niet dat wij ons brein zijn. Als wij ons brein zouden zijn, zouden we niet kunnen praten, want taal is iets anders dan neuronale activiteit. Poëzie, wetenschap en filosofie, dat zijn menselijke activiteiten die in biologische termen niet verklaarbaar zijn. De mens kan afstand nemen van de biologie. De vrije wil bestaat, zegt hij, maar niet elk mens is even vrij. "In mijn werk kom ik mensen met een persoonlijkheidsstoornis tegen die hun hele leven lang dezelfde conflicten en problemen ervaren", zegt hij. Onvrijheid kan ook een gevolg zijn van de levensgeschiedenis. "Ik kende een patiënte met een geschiedenis van drugsgebruik en prostitutie. Op de dag dat ik voorgoed van huis wegliep, zei ze, heeft mijn vader me voor het laatst gepakt en mijn hondje doodgeschopt. Hoeveel vrijheid heeft zo iemand nog om iets van haar leven te maken?"

Bert Keizer, Waar blijft de ziel?

Lemniscaat, 128 p., 4,95 euro

Marc Slors, Dat had je gedacht!

Boom uitgevers, 240 p., 18,90 euro

Dick Swaab, Wij zijn ons brein

Contact, 479 p., 24,95 euro