Direct naar artikelinhoud

BOB-zomer: Walen en West-Vlamingen vaakst betrapt

Nooit eerder zijn zo weinig chauffeurs gesnapt bij dronken rijden als vorige zomer. En dat terwijl de politie meer tests uitvoerde dan vorig jaar. De reden? Veel minder nachtelijke controles.

Amper 3,5 procent van de gecontroleerde bestuurders blies afgelopen zomer positief. Het beste resultaat ooit voor de BOB-zomercampagne. Vorig jaar blies 4,1 procent positief.

Zowel de lokale als de federale politie voerde deze zomer twaalf weken lang in totaal 292.365 testen uit, gemiddeld gelijk aan 3.360 controles per dag. Het aantal uitgevoerde testen tegenover de BOB-campagne van de zomer 2014 steeg zo met 30,2 procent.

Er werden dit jaar heel wat 'pretesten' afgenomen. Bij zo'n test wordt een samplingtoestel gebruikt dat aangeeft of er een alcoholgeurtje in de wagen hangt. Pas als er een aanwijzing is via de pretest, volgt er ook een effectieve ademtest.

Hoewel de nieuwe cijfers erg positief zijn, moet er wel een grote kanttekening bij gemaakt worden. Meer dan de helft van de controles vond afgelopen zomer plaats tijdens de weekdagen. Het aantal nachtelijke controles - zowel tijdens de week als in het weekend - maakte slechts 25 procent van alle gerichte controles uit. Nochtans blies 's nachts meer dan de helft van de gecontroleerde bestuurders positief.

Hekkensluiter Henegouwen

Nog opvallend: net als vorig jaar vatte de politie in Vlaanderen het grootste aantal beschonken bestuurders in West-Vlaanderen. Maar liefst 4,9 procent van de gecontroleerde bestuurders blies positief. Antwerpen deed het dan weer het best met 2,6 procent positieve ademtests.

In het algemeen scoorde Vlaanderen wel beduidend beter dan Wallonië, waar het aantal tests veel lager lag. Om dezelfde controlekans te creëren als in Vlaanderen, zou het aantal controles in het Waalse landsdeel bijna moeten verdubbelen. De provincie Henegouwen spande de kroon: maar liefst 6,9 procent van de gecontroleerde chauffeurs blies positief.