Direct naar artikelinhoud

Pohlmann&Calvo

Joachim Pohlmann is woordvoerder van Bart De Wever en schrijver. Zijn wisselcolumn metKristof Calvo(Groen) verschijnt op vrijdag.

Als bange blanke man ken ik natuurlijk als geen ander de angst te verliezen. Lijf en leden, onder andere. Maar ik schrijf nog. Mochten mijn buren plannen koesteren om mij een kopje kleiner te maken, dan hebben ze deze vooralsnog niet ten uitvoer gebracht.

Toch kan ik mijn onbehagen niet herleiden tot het tastbare. Onmisbaar ben ik allerminst, en have en goed heb ik amper. Dat ondervond het galgenaas dat twee jaar geleden bij ons inbrak en de teleurstelling van hun leven onderging. Werkelijk niets was de ontvreemding waard.

Ik kon de wijkagent die vroeg of er iets kostbaars was verdwenen, dan ook geruststellen. Het verzameld werk van Ernst Jünger prijkte nog steeds majestueus op mijn boekenplank. "U hebt mij niet goed begrepen", was zijn antwoord. "U mij ook niet", het mijne.

Als ik angst heb om iets te verliezen, dan is het mijn cultuur. Niet onmiddellijk Christoff of Lanoye - al mogen die er ook zijn - maar datgene dat de tijden zou moeten trotseren. Zaken waarvan je denkt: 'Ondanks al hun barbaarse wreedheid, hebben ze dit niet slecht gedaan, die maffe Europeanen.'

Om te bepalen wat dat juist is, heb ik sinds kort de Al Asaad-test ontwikkeld. Genoemd naar Khaled al Asaad, het hoofd van de archeologische site in Palmyra. De man weigerde de stad te ontvluchten bij de inname door IS, en hielp bij het verbergen van kunstschatten. Dat kostte hem - letterlijk - zijn kop.

Sindsdien stel ik mij de vraag: zou ik voor dit of geen hetzelfde doen? Het antwoord is teleurstellend vaak 'nee'. U zou denken uit lafheid. Ik vrees evenwel dat het meest doorslaggevende argument tegen de moderne wereld nog steeds haar cultuur is. Daar heb ik mijn leven dus niet voor veil.

Vooraleer u mij verslijt voor cultuurpessimist, wil ik u er op wijzen dat ik het niet zo somber in zie. De regeneratieve kracht van een cultuur is enorm. Ze vindt zich steeds opnieuw uit of past zich aan wijzigende omstandigheden aan.

In de cultuur die vandaag Europees heet, kun je zo de Romeinse, Keltische, Frankische en ga zo maar voort elementen halen. We absorberen en maken ons het vreemde eigen. In die zin ben ik dus wel positief gestemd. Er komt altijd iets nieuws dat het oude in zich opneemt.

Mijn vriendin vertelde mij laatst dat bij het parkeren ineens een ventje van een jaar of acht op zijn fiets aan haar zijraam stond. Hij tikte op het glas en ze deed open. "Mevrouw, hebt u 50 cent voor mij?", vroeg hij breed lachend. "Nu even niet jongen, ik ben aan het parkeren", antwoordde ze.

Uiteindelijk bleek het meetkundig onmogelijk haar carrosserie er tussen te wringen, en ze reed door om een paar straten verder een plaatsje te vinden. Toen ze uitstapte, zag ze de jongen rechtopstaand op zijn BMX aanrijden. "Mevrouw, gelukkig heb ik u gevonden. Hebt u nu 50 cent voor mij?", pufte hij.

Als rechtse zak had ik hem voor dat geld minstens mijn velgen laten opblinken. Maar mijn onwettelijke wederhelft is een Chiro-meid. Zij vond de moeite die hij zich had getroost al voldoende om hem te belonen. Ze overhandigde hem het muntstuk, met de moederlijke aanmaning er niets stouts mee te doen. "Nee hoor," riep hij terwijl hij alweer op zijn tweewieler zat, "ik ga een ijsje kopen".

Kijk, zulke verhalen maken mij intens gelukkig. De creaties van Ernest Claes leven! Al is hij niet meer wit en woont hij niet meer in Zichem. Hij is nu de Bruine van Borgerhout. En vooraleer er weer een paar schuimbekkend in een politiek correcte kramp schieten: Claes had het over haarkleur.