Direct naar artikelinhoud

Poetin zet Obama voor schut in Syrië

De Russische bombardementen op Syrië zijn begonnen, maar treffen niet de terroristen van IS. De aanval is gericht tegen de rebellen. De VS zijn compleet verrast. Van een gezamenlijke strijd in Syrië is geen sprake meer.

De eerste Russische bommen vielen gisteren in de buurt van de westelijke steden Homs en Hama, slechts enkele uren nadat president Vladimir Poetin in het parlement toestemming had gekregen voor de luchtaanvallen op Syrië. Officieel werden doelwitten van terreurgroep Islamitische Staat bestookt, maar dat werd meteen tegengesproken door onder meer de VS, Frankrijk en de NAVO. In realiteit bombardeerde Rusland de rebellen die tegen president Bashar al-Assad strijden. Het heeft er dus alle schijn van dat Poetin bovenal het Syrische regime weer in het zadel wil helpen.

Hoeveel slachtoffers er bij de bombardementen vielen, was gisteravond niet duidelijk. Activisten spraken over meer dan 35 doden, onder wie vrouwen en kinderen, maar daar was nog geen bevestiging van.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, noemde de Russische actie "contraproductief" en ook de NAVO uitte kritiek. Poetin had maandag na zijn toespraak voor de Verenigde Naties nog met Amerikaans president Obama gesproken over een gezamenlijke strijd tegen IS. Specialisten vrezen dat de Russische deelname aan het conflict het moslimterrorisme in Syrië nog zal versterken, aangezien Moskou een even grote symbolische vijand is als de VS.

Volgens het Russische ministerie van Defensie zijn er bij de eerste golf van bombardementen acht doelen bestookt. "Het gaat over militaire installaties, communicatie-infrastructuur, wapenvoorraden, munitiedepots en brandstofopslagplaatsen van de Islamitische Staat", zo luidde het. Maar ooggetuigenverslagen en amateurbeelden spreken dat tegen. Geen van de locaties waar er aanvallen vastgesteld werden, liggen immers in IS-gebied.

Er waren bombardementen in het noorden van de kustprovincie Latakia en in de regio rondom de westelijke steden Hama en Homs. Al die plekken liggen op de frontlijn tussen het leger van dictator Bashar al-Assad en het deel van het verzet dat ook tegen IS strijdt. Door al hun bommen op die rebellen te richten, maakte Moskou onmiddellijk duidelijk dat zijn zogeheten strijd tegen terreur slechts een voorwendsel is om Assad in het zadel te houden.

De rebellen die nu door de Russen worden belaagd, zijn niet allemaal gematigde groepen, zoals tegenstanders van de Russische aanvallen graag laten verstaan. Zo werd er in het stadje Ltamenah, ten noorden van Hama, een bolwerk bestookt van de militie Jaish al-Islam. Dat is een radicaal-islamitische groep die zich net zoals IS al aan wreedheden te buiten is gegaan. In juli van dit jaar bracht ze een eigen onthoofdingsvideo naar buiten, geheel in de stijl van IS.

► 3