Direct naar artikelinhoud

Goud of geen goud voor Bolt?

Usain Bolt verdedigt zondagavond zijn olympische titel op de 100 meter, het koningsnummer in de atletiek. Vijf redenen waarom hij gaat winnen en vijf waarom hij zal verliezen.

Vijf redenen waarom hij niet wint

Usain Bolt (25) heeft vorige maand voor 4.000 euro een olympisch startblok gekocht. Hij wilde oefenen. De start is altijd zijn zwakste punt geweest, maar nooit ging het zo vaak fout als dit jaar. In de startblokken zat vroeger een speling van 5 millimeter, nu niet meer. Bolt is volgens Omega de enige sprinter die een blok heeft gekocht. Met oefenen is hij vorige week gestopt. Hoe meer hij oefende, hoe slechter het ging.

Bolt heeft tijdens zijn laatste trainingskamp een orthopedisch bed op zijn kamer laten zetten. Uit voorzorg. Hij heeft dit seizoen vaak last gehad van zijn rug en hamstrings. Hij bezocht meermaals zijn vertrouwensarts Hans-Wilhelm Müller-Wohlfahrt in München. Die ontdekte aan het begin van zijn loopbaan dat zijn ruggenwervel is kromgegroeid door de ziekte scoliosis. Het is slecht sprinten met een pijnlijke rug en kwetsbare hamstrings.

Bolt heeft sinds Peking drie wedstrijden verloren. Eenmaal in 2010 en tweemaal in juli, bij zijn laatste wedstrijden voor Londen. De herinnering aan de nederlaag is vers. Hij wordt er dagelijks aan herinnerd. Yohan Blake, de man die hem bij de olympisch trials van Jamaica versloeg op de 100 en 200 meter, is zijn trainingsmaat. Blake is op beide afstanden de snelste man van dit jaar. Ze gaan vriendschappelijk met elkaar om, maar hun coach Glen Mills ziet erop toe dat ze in die trainingen ze niet tegen elkaar lopen. Hij wil Bolt niet nodeloos ongerust maken.

Nog nooit kwam een sprinter tweemaal op rij als winnaar over de finish van de olympische 100 meter. Officieel won Carl Lewis wel tweemaal, in 1984 en 1988. Maar de laatste race kende alleen verliezers. Ben Johnson won in een wereldrecord en raakte zijn titel vervolgens kwijt wegens doping. Lewis, die de titel kreeg, had volgens de recente documentaire The Race that Shook the World' niet eens mogen meedoen. Hij werd voor de Spelen al positief bevonden, maar die uitslag werd weggemoffeld.

Bolt heeft niet altijd voor de sport geleefd. Hij houdt van het nachtleven en was in juni nog betrokken bij een auto-ongeluk, om vijf uur 's ochtends. Hij is ook druk bezig geweest met het maken van reclamewerk. Dat kost energie. Hard trainen doet hij niet graag. Soms fantaseert hij hardop van een bestaan zonder atletiek. Hij stelt zich een kantoor voor met een luie stoel en een bureau, zodat hij elke dag een paar uurtjes kan binnenkomen om zijn voeten op het bureau te leggen.

Vijf redenen waarom hij wint

Bolt verwacht dat hij zondag zenuwachtig zal zijn, maar van zijn ergste zenuwen is hij tien jaar geleden genezen. Bij het WK junioren in Kingston, Jamaica was hij als 15-jarige talent zo in de war dat hij zijn spikes verkeerd aandeed. Hij won even later toch de wereldtitel 200 meter, met de spikes aan de goede voeten. Sindsdien geniet hij van grote wedstrijden. Buiten Jamaica gaat er niets boven Londen, vindt hij. Nergens anders zijn zo veel Jamaicanen. Het voelt als een thuiswedstrijd.

Bolt bloeit op onder druk. Bijna al zijn wereldrecords liep hij bij titeltoernooien: drie bij de Spelen van Peking, drie bij de WK atletiek in Berlijn en een bij de WK atletiek in Daegu. Hij kan de contraproductieve signalen van zijn lichaam negeren. Hij verkrampt niet als hij snelheid probeert te maken, hij ontspant als een jachtluipaard in achtervolging op een prooi. Dan vliegt hij bij zijn tegenstanders weg. Van de 10 seconden heeft hij minder dan 4 seconden contact met de grond.

Hij is ambitieus. Kort na Peking sprak hij de ambitie al uit om een legendarische olympiër te worden. Hij formuleerde meteen zijn doel: verlenging van de drie titels uit Peking (100, 200, 4x100). "Dit zal het moment zijn, en dit het jaar, waarin ik mezelf afzonder van alle anderen atleten", zei hij vorige week in The Guardian. "Ik ben voorafgegaan door veel legendarische sporters. Maar nu is het mijn tijd."

Niemand kan de topsnelheid (43 km/u) zo lang vasthouden als hij. Met zijn lange benen maakte hij grootste passen van iedereen: 41 keer raakt hij de grond slechts op de 100 meter. Gatlin kan het soms in 42, maar de rest gebruikt 45 passen of meer. De meeste sprinters bereiken hun pieksnelheid tussen 60 en 70 meter, waarna ze tempo verliezen. Bolt begint in zijn beste wedstrijden pas na 90 meter snelheid te verliezen.

Alles is bonus. Niemand kan hem zijn titels afnemen, zijn roem of zijn geld. Zijn record op de 100 meter staat zo scherp dat het decennia kan duren voordat het wordt verbeterd, als dat al gebeurt. Hij heeft meer bereikt dan hij als plattelandsjongen uit Jamaica kon bedenken. Wat stelt falen nog voor? Zijn diskwalificatie wegens een valse start bij de WK atletiek, vorig jaar, heeft zijn leven nauwelijks veranderd. Hij is en blijft Bolt. Hij is de atletiek ontstegen.

Finale 100m, zondagavond 22.50 uur