Direct naar artikelinhoud

Sleurs fluit Reynders terug

De federale wetenschappelijke instellingen moeten voorlopig niet op dezelfde 'toegift' hopen als De Munt, Bozar en het Nationale Orkest. 'Wat minister Reynders zegt, is voor eigen rekening, ik hou me aan de afspraken binnen de regering', zegt bevoegd staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA).

Minister Didier Reynders (MR) liet gisteren weten dat de grote federale kunstinstellingen de helft minder moeten besparen dan ze tot nu toe vreesden. "Het is nooit de bedoeling geweest om die lineaire maatregel uit het regeerakkoord ook in de cultuurhuizen door te voeren", beweert hij.

Bij De Munt, Bozar en het Nationale Orkest wilde men nog niet reageren op het nieuws. "Eerst de rekening opnieuw maken en de zaken intern bespreken", klinkt het. Bij Groen is men alvast niet overtuigd: "'Een half pakske slaag' is nog steeds slaag. Het lijkt een heel doorzichtige tactiek om eerst extreem zware besparingen aan te kondigen en die dan te milderen, waardoor de, toch nog vrij fundamentele, besparingen vlotter de strot doorgaan."

En wat met de federale wetenschappelijke instellingen, zoals het Museum voor Midden-Afrika, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSK), de Koninklijke Bibliotheek en het Instituut voor Natuurwetenschappen? Zij vallen evenzeer onder de opgelegde besparingen voor de federale administraties. Maar hier is het niet Reynders die bevoegd is, wel staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs (N-VA). En die is minder geneigd om de besparingen terug te schroeven.

"Minister Reynders spreekt voor eigen rekening", zegt Sleurs.Zei Reynders dat hij de goedkeuring had van de regering voor de 'culturele uitzondering' in de besparingen, dan vertelt zij iets anders. "We hebben dit nog niet besproken in de ministerraad. Ik hou me alvast aan de afspraken die binnen de federale regering genomen zijn en in het regeerakkoord staan. Zoals de zaken er op dit moment voorliggen, worden die afspraken doorgevoerd."

Nefast

Nochtans klaagden ook de federale wetenschappelijke instellingen dat de opgelegde besparingen (4 procent op personeel en 20 procent op werking, met een verhoging van nog eens 2 procent in elk jaar erna tot en met 2019) nefast en zelfs onhaalbaar zijn. Sleurs: "Ik heb begrip voor hun positie en ben begaan met de wetenschap. Maar het zijn moeilijke tijden voor iedereen. Iedereen moet zijn duit in het zakje doen."

Volgens de staatssecretaris is het "eerst door de zure appel bijten om daarna weer te kunnen groeien en in waarde te herstellen. Dat is misschien geen leuke boodschap om te brengen, maar als bevoegd staatssecretaris moet je ook je verantwoordelijkheid nemen", zegt Sleurs, waarmee ze impliciet sneert richting Reynders. "We mogen niet de boodschap via de media geven dat wie luider roept, zijn besparingen het hardst teruggeschroefd ziet. Elke minister wil zijn 'portefeuille' behoeden voor besparingen, maar als iedereen zo redeneert, dan is er geen begrotingsevenwicht meer. Daarom moet iedereen zich er aan houden."

Goed mogelijk dus dat het debat nog een staartje krijgt op de ministerraad morgen. "We gaan dat zeker bespreken", zegt minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). "Ik hou mij net als de staatssecretaris aan de afspraken, maar vóór de ministerraad wil ik daar geen commentaar over kwijt."

Volle pot

Sleurs zegt dat ze wel nog overleg met de instellingen zal plegen om te kijken wat kan. "Het financiële plaatje is wat het is. Er kan wel nog gezocht worden naar hoe de zaken efficiënter kunnen, naar samenwerkingsverbanden, enzovoort. Bepaalde dingen moeten weer op de rails gezet worden, na vroeger wanbeleid en slechte afspraken, zodat ze weer kunnen bloeien en tentoonstellingen bijvoorbeeld niet nat worden als het regent. Daar is geld voor nodig, dat klopt, maar het is ook niet zo dat de instellingen geen euro subsidie meer krijgen."

Bij de federale wetenschappelijke instellingen wil men eerst het overleg met Sleurs afwachten alvorens uitvoerig te reageren. "Wij hopen nog volop", zegt Guido Gryseels van het Museum voor Midden-Afrika enkel. "Tenslotte dragen wij evengoed bij tot de internationale uitstraling van België." Michel Draguet van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten betwist op zijn beurt dat er sprake zou zijn van wanbeleid. "De afgelopen twee jaar werd er liefst 11 procent bespaard op onze dotatie. Het is dankzij de toename van onze eigen inkomsten dat de instelling heeft overleefd. De voorziene inkrimping van de dotatie in 2015 met 19 procent is niet meer haalbaar zonder impact op onze opdrachten."

Achter de schermen bij verschillende instellingen klinkt het nog dat het onrechtvaardig zou zijn als de wetenschappelijke instellingen wél de volle pot moeten besparen.

Meer besparingen op cultuur: zie pagina 10 en demorgen.be