Direct naar artikelinhoud

Reconstructie van een fatale avond in Wallis

Een bijzonder zware crash met een Belgische autocar kostte het leven aan 28 mensen waaronder 22 kinderen. De precieze oorzaak van het ongeval is voorlopig niet bekend. Reconstructie van een moordende avond.

Het was half negen dinsdagavond toen drie Belgische autocars het Zwitserse bergdorpje St. Luc uitreden. Aan boord zo'n honderddertig zesdejaarsleerlingen van vier Vlaamse scholen uit Beersel, Haasrode, Heverlee en Lommel. Ze hadden er een skivakantie opzitten in de Val d'Anniviers. De leerlingen van 't Stekske in Lommel en Sint-Lambertus in Heverlee zaten in dezelfde bus, samen met hun vier begeleiders en twee chauffeurs: 52 personen in totaal. Via een bergweg daalde de autocar af naar de Rhônevallei. Na een half uur reed de bus ter hoogte van Sierre de A9-autosnelweg op richting Sion om even later in de twee kilometer lange tunnel te verdwijnen. Het is kwart over negen.

Even later, om nog onduidelijke redenen, zwenkt de bus naar rechts, raakt de zijkant van de tunnel en rijdt vervolgens frontaal op een betonnen muur ter hoogte van een pechstrook. De klap is afschuwelijk. De voorkant en de rechterflank worden letterlijk uit elkaar gereten. De klap doet zetels en hun passagiers door de lucht vliegen.

Bijna onmiddelijk daarna passeerde de Zwitserse Marielle Monet-Antille de verongelukte bus. "Ik zag de kinderen", zou ze enkele uren later vertellen. "Alle ramen waren kapot. De kinderen waren in paniek. Er waren bebloede gezichten. En ze riepen om hulp. De kinderen waren zo overstuur dat hun gezichten versteend waren. Ik ben gestopt en heb gezien dat de bestuurder overleden was. De stoelen waren tegen elkaar gekneld en daar zaten kinderen tussen."

Wirwar van metaal

Een klein half uur later arriveren de hulpdiensten. Ook de hulpverleners die het eerst ter plaatse kwamen, hadden het over een apcalyptisch beeld. Claude Peter, hoofd van de hulpdiensten van de regio Val d'Anniviers: "De kinderen die niet gewond waren, hadden bij mijn aankomst de bus al verlaten. Zij die nog gekneld zaten in het voertuig, werden door de brandweer bevrijd. De kinderen huilden zelfs niet meer. Er heerste volledige stilte, ze waren allemaal in shock. Het was een puinhoop, ook voor de reddingswerkers. Velen onder hen barstten in tranen uit."

De Zwitserse hulpdiensten zetten de grote middelen in: acht helikopters, twaalf ziekenwagens, vijftien dokters en meer dan tweehonderd hulpverleners: brandweerlui, agenten, verplegers, psychologen. Omdat de bus dermate was toegetakeld, hadden de reddingswerkers de grootste moeite om de geknelde kinderen los te maken. "Het was een extreem tragische ervaring", vertelt dokter Jean-Pierre Dellars. "De wirwar van metalen resten was zeer moeilijk om te verwijderen. Veel kinderen konden moeilijk vervoerd worden." Om de kinderen te bereiken moesten de werkers ook ladders gebruiken.

In de loop van de nacht brengen de Zwitserse autoriteiten Jan Luyckx, de Belgische ambassadeur in Bern, op de hoogte van het dodelijke ongeval. Die neemt vervolgens contact op met het ministerie van Buitenlandse Zaken waarna omstreeks zes uur 's morgens een rampenplan in werking wordt gesteld. Twee psychosociale crisisteams rukken uit naar Lommel en Heverlee om er de families en leerkrachten bij te staan.

In de vroege ochtend maakte politie-commandant Christian Verone de loodzware balans bekend: "28 doden waaronder 22 kinderen. Dit is één van de grootste drama's die Zwitserland ooit heeft gekend. Zoveel kinderen dood. Zoveel kinderen zwaargewond." Later op de dag zou Verone meer details geven over de doden en gewonden. Onder de 28 doden bevinden zich 21 personen van de Belgische en zeven personen van de Nederlandse nationaliteit. Naast 22 kinderen verloren ook zes volwassenen het leven: de twee chauffeurs en de vier begeleiders. Dokter Jean-Pierre Dellars: "Het was bijzonder moeilijk om de dodelijke slachtoffers te identificeren." Van de 24 gewonden bevonden zich er bij het ter perse gaan van deze editie nog drie in levensgevaar. Tweeentwintig van hen konden geïdentificeerd worden: het gaat om zeventien Belgen, drie Nederlanders, een Pool en een Duitser.

De families werden bijna de hele dag met onduidelijkheid geconfronteerd. Omdat de identificatie aanvankelijk bijzonder moeilijk verliep, wisten velen van hen niet of hun kind levend, dood of gewond was. Wel kon een aantal ouders hun kind telefonisch bereiken. 116 familieleden vertrokken in de namiddag vanuit Melsbroek naar Genève. Een deel krijgt vandaag de opdracht om zijn/haar dode kind te identificeren.

Drie hypotheses

De precieze oorzaak van het ongeluk wordt nog onderzocht. Olivier Elsig, procureur van het kanton, zegt rekening te houden met drie hypotheses: "Ofwel gaat het om een technisch probleem, ofwel had de chauffeur een gezondheidsprobleem ofwel gaat het om een menselijke fout." Elsig kon al wel een aantal oorzaken uitsluiten: er was geen aanrijding met een ander voertuig, er was geen probleem met het wegdek en volgens de eerste gegevens reed de bus niet te snel. "We zijn alle gegevens aan het verwerken. Het sporentraject werd onderzocht en we zoeken getuigen." Elsig stipte ook aan dat het om een vrij nieuw voertuig ging en dat het ongeluk plaatsvond op amper 20 kilometer van de vertrekplaats." In ieder geval zijn de berichten over een klapband waarover bepaalde media het gisteren hadden voorbarig, zo blijkt uit Elsigs verklaring.