Direct naar artikelinhoud

Armoede in Europa neemt toe: 114 miljoen mensen in risicozone

De kans dat een Belg in de armoede sukkelt is 20,8 procent. Voor alleenstaande ouders loopt dat percentage op tot 35 procent. Dat stelt het jongste Europese rapport met betrekking tot de arbeidsmarkt en de sociale situatie in Europa vast.

Van de Europese bevolking loopt 23 procent, zo'n 114 miljoen mensen, het risico om in de armoede te verzeilen. Er zijn grote verschillen binnen Europa, waar de generatiearmoede vooral in Oost-Europa groot is. Voor West-Europa is de armoedeval dan weer sterk gerelateerd aan de arbeidsmarkt.

Een job is het beste antwoord tegen armoede, al blijkt binnen Europa zowat 8 procent van de actieve bevolking toch in de armoede te verzeilen.

Ons land scoort, dankzij zijn sterk sociaal vangnet beduidend beter. En ook het niveau van de laagste lonen - dat in Europees perspectief voor België hoog te noemen is - beschermt tegen dreigende armoede. Bij ons ligt het percentage van die 'werkende armoede' op amper 4,5 procent. Van de totale Belgische bevolking leeft 14,6 procent in armoede, dat is stabiel, maar binnen die groep stijgt de armoede zelf wel. 12,6 procent van de Belgische bevolking leeft in een werkloos gezin, een stijging met 10 procent en een van de hoogste Europese cijfers.

Armoede is in de westerse lidstaten meestal een tijdelijk fenomeen. Al is er een categorie van langdurige armoede. In ons land behoren vooral ouderen en mensen met een handicap tot die kwetsbare groep. Van de mensen met een handicap loopt 14 procent het risico om in de armoede te verzeilen, tegenover 4 procent van hun leeftijdscategorie (18-59 jaar). Ook migranten maken in absolute cijfers een groter deel uit van de armoedestatistieken, eveneens een Europees fenomeen.

Op Europees niveau doet ons land het relatief goed op het vlak van toegang tot de normale gezondheidszorg. Maar samen met Oostenrijk en Nederland scoort België dan wel weer ondermaats op het vlak van tandheelkunde voor die kwetsbare doelgroepen.