Direct naar artikelinhoud

Repressie is het codewoord in de Verenigde Staten

Beklijvend verhaal van Andrew Sean Greer over liefde in tijden van angst en onderdrukking

De VS kreunen onder de repressie. Er heerst angst, waardoor veel media zich als vaandeldragers van het regime gedragenWat ik niet vond in onze officiële geschiedschrijving, vond ik in de kranten. Een half jaar lang las ik elke dag kranten uit 1953

Als er niemand is die je werk haat, maak je eigenlijk niets opwindends

Elke schrijver die ik ken, werkt zich uit de naad voor Obama.

Want het is nu echt niet meer leefbaar in de VS

'We denken dat we onze geliefden kennen.' Met die intrigerende zin begint de nieuwe, langverwachte roman Het verhaal van een huwelijk van de Amerikaanse schrijver Andrew Sean Greer. In schitterend proza beschrijft Greer het ogenschijnlijk harmonieuze leven van een echtpaar in het Amerika van 1953, een land in de ban van de jacht op communisten en landverraders. Door Jan Stevens

Andrew Sean Greer (°1970) is een meester in het schrijven van mooie, fascinerende eerste zinnen. Zijn doorbraakroman uit 2004, De bekentenissen van Max Tivoli, opende met "We zijn allemaal iemands grote liefde." In Max Tivoli vertelt Greer het levensverhaal van een man die oud geboren wordt, en gaandeweg verjongt om uiteindelijk als een zuigeling te sterven. "Voor sommige lezers kan dat verjongingsproces misschien moeilijk te aanvaarden zijn", zegt Greer. "Maar eens je over die 'onmogelijkheid' stapt, zit je in een heel realistisch liefdesverhaal." Gelukkig voor Greer vonden veel lezers het idee van een steeds jonger wordende man geen bezwaar, en De bekentenissen van Max Tivoli werd wereldwijd een bestseller. In Greers nieuwe roman Het verhaal van een huwelijk zijn er geen 'onmogelijkheden', al zit hij wel volgestouwd met cliffhangers en verrassende wendingen. In het boek vertelt Pearlie het verhaal van haar huwelijk met Holland Cook. Pearlie, Holland en hun zoontje Sonny leven rustig en harmonieus in Sunset, een buitenwijk in San Francisco. Maar als op een dag in 1953 Hollands oude vriend en vroegere baas Buzz Drumer op de stoep staat, dreigt het leven van de Cooks drastisch dooreen geschud te worden.

Met Het verhaal van een huwelijk maakt u het interviewers of recensenten niet gemakkelijk, omdat ze bijna niets van het verloop van het verhaal kunnen weggeven. Het boek zit vol verrassingen.

"Ik verontschuldig me daarvoor. (lacht) Ik laat het aan de interviewers over welke elementen ze aan hun lezers willen meegeven. Ze mogen dingen verklappen, maar ze moeten dan wel beseffen dat ze daardoor het plezier van mijn lezers verknoeien."

Sommige critici vinden de verrassingen die u ingebouwd hebt, nogal artificieel.

"Op dit moment woedt er nog steeds een gevecht in de literatuur tussen de modernistische literaire traditie - de school van onder anderen Virginia Woolf en Raymond Carver - en de traditie die vindt dat moderne auteurs 'ouderwetse' verteltechnieken uit het begin van de twintigste eeuw mogen gebruiken. Woolf en Carver wilden daar schoon schip mee maken - ze maakten Dickens en Thackeray met de grond gelijk. Maar ik hou ontzettend veel van het werk van die 'oudjes'. Ze hebben zulke ongelooflijk opwindende verhalen geschreven! Sommige critici vinden het niet echt 'literair hoogstaand' als je cliffhangers in je roman inbouwt. Ik hou ervan om verrast te worden als ik een boek lees. In de literatuurgeschiedenis hebben niet de eerste de beste daar gebruik van gemaakt. Lees Marcel Prousts A la recherche du temps perdu - je zult wenen op het moment dat Albertine sterft. Proust hanteert de techniek van de cliffhanger op een heel slimme manier. Elke schrijver wil het boek schrijven dat hij zelf zou willen lezen. Ik wou dat Het verhaal van een huwelijk gewoon niet begon te vervelen. (lacht) Tijdens het schrijven besefte ik al dat sommige mensen het boek zouden haten. Maar als er niemand is die je werk haat, maak je eigenlijk niets opwindends."

Tussen Max Tivoli en dit boek gaapt een gat van vier jaar. Was de druk na die bestseller te groot?

"De druk kwam niet van buitenaf, maar zat wel binnenin. Lezers zijn zeer geduldig als ze op een nieuw boek moeten wachten. En ik had vóór Max Tivoli al een paar boeken geschreven, dus ik wist wel dat ik het kon. Toch raakte ik in paniek. Ik heb Het verhaal van een huwelijk zelfs bijna integraal weggegooid. Vlak na Max Tivoli was ik aan nog een andere roman begonnen, maar ook die vlotte van geen kanten. Dat overkomt me eigenlijk altijd tijdens het schrijven: op een bepaald moment loopt het verhaal vast, en dan moet ik het een tijd laten rusten. Echt lastig bij het schrijven van elk boek, is de juiste ingang vinden. Voor Max Tivoli was het een goede zaak dat ik al heel vroeg voor mezelf vast had gelegd dat het een Victoriaanse roman moest worden, in de eerste persoon, met een 'Nabokoviaanse' tone of voice. Ik had het boek zo niet in de eerste versie geschreven - dat inzicht kwam pas tijdens het schrijven van de tweede versie. Ook dit boek heb ik vanuit verschillende standpunten geschreven. Ik heb het verhaal eerst proberen vertellen vanuit het gezichtspunt van de zoon, dan vanuit het gezichtspunt van een verteller, met een bejaarde Pearlie die anderen over haar hoort praten, maar dat procedé werkte niet. Tot ik besloot om er middenin te duiken, om Pearlie zelf aan het woord te laten. Toen viel alles in de plooi."

Het verhaal van een huwelijk speelt zich af in San Francisco in 1953. U hebt die periode bijzonder goed gedocumenteerd.

"De research heeft heel wat tijd in beslag genomen. Ik wou eerst mensen interviewen die dat jaar in San Francisco, in de wijk waar het boek zich afspeelt, bewust meegemaakt hadden. Ik vond twee vrouwen van in de tachtig die erg behulpzaam waren, maar hun herinneringen waren gekleurd. Ze linkten de gebeurtenissen van 1953 aan alles wat erna kwam, ze wisten hoe het allemaal zou eindigen, en dat beïnvloedde hun herinneringen. Daar kon ik niet veel mee aanvangen, dus stopte ik met de interviews en besloot ik om kranten te lezen. In de bibliotheek las ik een half jaar lang elke dag kranten uit 1953. Dat was fascinerend, want de verslaggevers van de San Francisco Chronicle uit 1953 kenden het vervolg van de geschiedenis niet, en wisten niet welke berichtgeving de tand des tijds zou doorstaan. De groteske verhalen die Hollands tantes in het boek vertellen, komen allemaal rechtstreeks uit de krant. Gebeurtenissen die we nu als faits divers beschouwen, werden toen even belangrijk gevonden als de nakende executie van de Rosenbergs. Niemand wist wat er zou echoën in de geschiedenis. Elke dag zat er heel wat opwinding in de kranten. Het was de tijd van senator McCarthy, die een ware kruistocht voerde tegen al wat progressief was, en ook de media zagen overal verderfelijke communisten. Ik las afschuwelijke gebeurtenissen die niet in onze geschiedenisboeken terug te vinden zijn, zoals de oproep van onze president Dwight Eisenhower om de boeken van Marx en Lenin te verbranden. Stel je voor: een Amerikaanse president die opriep tot boekverbranding! In onze officiële geschiedschrijving vind je daar nu geen woord meer over terug.

"Kennen jullie in Europa de communistenjager McCarthy? De rechterzijde doet nu verwoede pogingen om hem te rehabiliteren. Ze zien hem als een held. Er zijn manoeuvres bezig om zijn plaats in de geschiedenis te herzien, om hem te eren als de man die Amerika redde van het communisme. In de fifties zag niemand hem als een held, en was iedereen bang van hem. Maar niemand kom hem tegenhouden, want hij had zoveel macht. De media wisten waar McCarthy voor stond. Ze wisten dat hij een alcoholist en een leugenaar was, maar ze repten daar met geen woord over, waarschijnlijk omdat ze bang waren om ook door hem van communistische activiteiten beschuldigd te worden. Vandaag gebeuren er vergelijkbare dingen: veel Amerikaanse media weigeren om kritisch te zijn in hun berichtgeving over George Bush en zijn regering. Ze zijn bang dat het Witte Huis hen met de vinger zal wijzen. We zitten nu in net hetzelfde repressieve klimaat als in de jaren vijftig. Er is een angstklimaat gecreëerd, waardoor veel media zich als vaandeldragers van het regime gedragen. Toen en nu hebben de Amerikanen het gevoel dat ze in oorlogstijd leven. Iedereen zit in de loopgraven; niemand vertelt nog de waarheid.

"Tijdens het schrijven wou ik niet te veel aan de gelijkenissen tussen de vroege jaren vijftig en nu denken, omdat ik bang was dat ik anders een allegorie zou schrijven. Maar de gelijkenissen zijn onmiskenbaar. Het land werd toen en wordt nu geleid door een repressieve regering, die het wantrouwen onder de burgers oppookt. Na de herverkiezing van Bush in 2004 stonden heel wat progressieve Amerikanen in tweestrijd: blijven of het land verlaten? Het leek alsof het nooit zou eindigen. Maar tijdens het schrijven dacht ik: het moet veranderen. Het móét!"

Zal het? Misschien is Obama te progressief voor de gemiddelde Amerikaan?

"Dat is moeilijk te zeggen. Ik doe er alles aan om hem te helpen verkiezen. Elke schrijver die ik ken, werkt zich uit de naad voor Obama. Want het is nu echt niet meer leefbaar in de VS. Al valt het in mijn stad San Francisco nog mee - wij en de New Yorkers leven in een bubble. De rest van het land kreunt onder de repressie."

Over het jaar 1953 schrijft u: 'Het was een tijd vol angst, vergeleken hiermee was de oorlog gemakkelijk.'

"Uit alles wat ik in de kranten van dat jaar las, kan ik niet anders dan concluderen dat het voor gewone mensen bijzonder moeilijk geweest moet zijn om hun leven weer in handen te nemen. Tijdens de oorlog was het veel eenvoudiger: ze hielden zich aan het patroon dat van hen verwacht werd. De oorlog speelde zich niet af in San Francisco, of in de rest van Amerika, maar overzee. Onze soldaten zaten aan het front in Europa, en maakten daar afschuwelijke dingen mee. Toen ze terugkeerden naar het 'normale leven', was dat voor de meesten geen sinecure. Want ze kwamen van de chaos en de gruwel naar een land dat niet gebombardeerd was, en waar alles leek zoals vanouds. Wat 'de jongens' zeker niet wilden, was voortdurend praten over wat ze meegemaakt hadden. Ze wilden gewoon dat er voor hen gezorgd werd."

Iets wat ik erg verrassend vond: Amerikaanse jongens met gewetensbezwaren werden tijdens de Tweede Wereldoorlog niet naar het front gestuurd, maar werden weggestopt in kampen.

"Dat was voor mij ook nieuw. Toen ik aan het boek begon, wist ik zelfs niet dat ik hierover zou schrijven. Maar ik las in de kranten verhalen van de mannen die in die kampen gezeten hadden, en raakte erdoor gefascineerd. Ze werden er verschrikkelijk slecht behandeld, de meesten eindigden met zware psychische problemen. Aan de andere kant was dit wel de eerste oorlog waarin Amerika een systeem had om met gewetensbezwaarden om te gaan. In de Eerste Wereldoorlog werden ze gewoon geëxecuteerd. De meeste gewetensbezwaarden waren kunstenaars. Na de oorlog gingen er veel in San Francisco wonen, in North Beach, waar ze als beatniks de tegencultuur op gang trokken. Ze deden niet meer mee met de rest van de Amerikaanse samenleving."

Racisme vierde in 1953 hoogtij in de VS. Er klinken sterke echo's van onvervalste apartheid door in uw boek.

"En Californië was dan nog veel toleranter dan het Zuiden. San Francisco had geen wet die rassenscheiding voorschreef, maar de rassen scheidden er zich vanzelf. In het zuiden hingen bordjes dat de zwarten achteraan in de bus of in een café moesten zitten. Dat was pure apartheid. In San Francisco gingen de zwarten gewoon uit eigen beweging achteraan in de bus of in het ijssalon zitten."

Voor homo's waren het ook harde tijden.

"Het was een schok voor mij om in de kranten van 1953 te lezen hoe homo's behandeld werden. Die berichten waren niet zo makkelijk te vinden. Ze zaten verborgen op rare plaatsen, maar ze waren afgrijselijk. Mannen werden gearresteerd voor 'seksuele misdaden' - versta: gemeenschap met andere mannen. Vermeende homo's werden ontslagen uit overheidsdienst. Een arts ging gewoon vrijuit voor het uitsteken van de ogen van een zwarte die hem 'een walgelijke perverse handeling' had voorgesteld. De hele rechtspraak in Californië over homo's van die tijd was weerzinwekkend. Maar die homohaat loopt nu nog altijd door. Onlangs is nog iemand op het ministerie van Justitie ontslagen omdat hij homo is. Ze vonden dat hij daardoor niet betrouwbaar was. In de eerste regering Bush vormden homo's een 'veiligheidsrisico'. Toen ik twaalf jaar geleden in Montana leefde, moesten alle homo's en lesbo's zich laten registreren als sex offenders en werd op een kaart aangeduid waar ze zich ergens in de staat bevonden. Homohaat gaat in golven in de VS. Voor holebi's waren de jaren dertig en veertig veel progressiever en vrijer dan de fifties. De oorlog heeft daar waarschijnlijk een rol in gespeeld. Het was de periode waarin duizenden Afro-Amerikanen vanuit het Zuiden verhuisden naar de steden, op zoek naar werk. Die grote migratie veranderde alles, ook voor homo's en lesbiennes. Mensen jubelen nu: 'De fifties waren fantastisch!' Laat me niet lachen."

1953 was ook het jaar van de executie van Julius en Ethel Rosenberg. De nakende terechtstelling van Ethel Rosenberg loopt als een rode draad door uw boek heen. Het hoofdstuk waarin het over haar executie gaat, opent heel cynisch met: 'Amerika, je geeft een mooie dood.'

"Ik ben in een linkse omgeving opgegroeid, en mijn ouders spraken altijd bewonderend over de Rosenbergs. Dat Julius nucleaire geheimen aan de Sovjets gegeven heeft, is natuurlijk niet zo aardig van hem. Maar Ethel had niets gedaan, en toch werd ze geëxecuteerd. Geen van beiden had ter dood gebracht moeten worden. Ik heb geprobeerd om uit te vissen hoe mensen er in die tijd over dachten. Schaamte was het allesoverheersende gevoel. Joden schaamden zich voor Julius' spionageactiviteiten, maar tegelijkertijd waren ze bang dat Joden zelfs in Amerika tot zondebok gemaakt konden worden. De Rosenbergs zijn de enige Amerikanen die in de Koude Oorlog als spionnen geëxecuteerd zijn. Het antisemitisme leefde sterk in de VS. Europese Joden die naar Amerika gevlucht waren omdat ze dachten dat ze daar veilig zouden zijn, kwamen in een land terecht waar openlijk Joden terechtgesteld werden. En dan nog wel een vader en een moeder, die twee jonge wezen achterlieten. Andere spionnen belandden niet op de elektrische stoel, maar deze twee móésten geëxecuteerd worden. Hun proces en dood was een echte showcase. In de vroege jaren vijftig namen veel vrouwen het Ethel kwalijk dat ze ervoor 'koos'om haar kinderen tot wezen te maken. 'Ze geloofde zo sterk in haar zaak en in haar man; ze hield zoveel van hem, dat ze voor de dood koos en niet voor haar kinderen', was de heersende publieke opinie. Ethel kreeg alle schuld van de hele affaire op haar schouders, ook al had ze met de spionagezaak niets te maken. Voor de goegemeente en de media handelde ze niet vrouwelijk, moederlijk, of 'Amerikaans', en was ze een slechte patriot."

Op het einde van de roman schrijft u: 'Het begon als een verhaal over liefde, maar het eindigde als een verhaal over oorlog.'

"Ik dacht dat ik begon te schrijven aan een verhaal over een huwelijk, en over de complicaties van passie en devotie. Maar tijdens de research en het schrijven kwam de oorlog er voortdurend tussen. De Tweede Wereldoorlog heeft de generatie van mijn grootouders voorgoed veranderd. Sommigen werden erdoor bevrijd, anderen probeerden te vluchten in hun bestaan en 'comfort' van voor de oorlog. Nog anderen zijn nooit meer terug naar huis gegaan."

Andrew Sean Greer

Het verhaal van een huwelijk

Oorspronkelijke titel: The Story of a Marriage

Vertaald door Ankie Blommesteijn

Anthos, Amsterdam, 224 p., 19,95 euro.