Direct naar artikelinhoud

'Jongens, doe toch eens gewoon'

De regering-Di Rupo begon goed, maar liet daarna steken vallen, vindt econoom Wim Moesen (KU Leuven). Ook de Vlaamse aanpak kan beter. Voor de volgende regeringen heeft hij een goede raad. 'Probeer toch niet altijd buiten de lijntjes te kleuren.'

De regering-Di Rupo is twee Sinterklazen oud. En hoewel dat betrekkelijk jong is, waren het in budgettair opzicht wel bewogen tijden. Sinds de ploeg na 541 dagen onderhandelen op 6 december 2011 eindelijk aantrad, telde emeritus professor publieke financiën Wim Moesen acht begrotingsoefeningen. En die conclaven leverden lang niet allemaal een even proper resultaat op, zegt hij.

"De eerste zware ingreep van de regering, de begroting van 2012 waarbij onmiddellijk 11,3 miljard bespaard moest worden, was een goed werkstuk. De maatregelen waren ingrijpend en ten dele ook structureel. Maar daarna heeft men een reeks flaters begaan. De regering is gemakzuchtig geworden, heeft zich opnieuw laten verleiden tot een overvloed van eenmalige maatregelen en nam het ook niet nauw met de timing."

De conclusie: het kan veel beter. Het moet zelfs veel beter. Ook bij de andere regeringen van het land, overigens. "Als ik één algemeen advies kan geven, dan is het wel dit: jongens, doe toch eens gewoon. Probeer toch niet altijd buiten de lijntjes te kleuren." Meer in detail distilleerde Moesen vier volgende aanbevelingen. Of geboden, zo u wilt.

U zult de kalender respecteren

Doordat de ene federale begrotingsopmaak de andere begrotingscontrole opvolgde, werd de burger constant geconfronteerd met de budgettaire toestand van het land. Geen goed signaal, vindt Moesen. "Dat werkt onrust en onbehagen in de hand. De bevolking wordt onzeker, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Neem nu het afgelopen jaar: alleen al in 2013 waren er drie begrotingscontroles. Had de regering haar begroting van 2013 deftig opgesteld, dan was dat niet nodig geweest."

"Mijn advies is heel simpel: hou u gewoon aan de kalender. De tweede dinsdag van oktober houdt de premier zijn state of the union in het parlement. Maar de afgelopen jaren was die zonder voorwerp, omdat de begroting nog niet klaar was. Begin er zoals vanouds voor de zomer aan en gebruik september om nog wat te finetunen." En die economische crisis dan? "Die speelt mee, maar is geen excuus."

Een belastingregering is Di Rupo I niet, zegt Moesen. Heel wat maatregelen kwamen neer op structurele ontvangsten, zowel fiscaal als niet-fiscaal, maar de algehele belastingdruk bleef ongeveer gelijk. "Dit was duidelijk de regering van de eenmalige maatregelen. Daarna volgen de structurele ontvangsten, pas in laatste instantie de structurele uitgaven. Dat we zo verschrikkelijk bespaard hebben, klopt dus niet. Er is vooral beknibbeld op de meeruitgaven. Maar we geven wel degelijk meer uit dan voorheen."

En daar zou het best een drastische kentering in komen, meent Moesen. Of toch voor even. "Er zijn nog zo ontzettend veel efficiëntiewinsten te boeken op ons bestel. Dat blijkt uit alle onderzoeken. Maar geen politicus gaat daar aan staan zonder dat hij in een keurslijf gedwongen wordt. Daarom zouden we onze uitgaven beter voor een tijdje bevriezen. Een jaar, wat langer indien nodig. Pas dan zullen we gedwongen worden eindelijk efficiënter te gaan werken."

"Interen op investeringen is het slechtste wat een regering kan doen. Het is echter het eerste wat ze doet. Het is de weg van de minste weerstand, maar ook die van het minste verstand." Een 'normaal land' heeft een investeringsniveau van 2,5 à 3 procent van het bbp. Wij halen met onze verschillende overheden nauwelijks 1,6 procent. Het gros komt dan nog op conto van de lokale overheden. De regeringen hebben de laatste vijf jaar behoorlijk ingeteerd op investeringen. Dat merk je aan investeringen in havens, wegen, onderwijsinfrastructuur, rust- en verzorgingstehuizen, enzovoort. Op termijn is dat schadelijk voor de reële groei."

De reden ligt voor de hand, aldus Moesen. "Er worden te weinig interne beleidskeuzes gemaakt, ook in Vlaanderen."

Het civiele kapitaal, zeg maar de mentaliteit van een land, bepaalt mee hoe het gesteld is met de overheidsfinanciën. "De openbare schuld van een land kan worden beschouwd als de optelsom van budgettaire gemakzucht van opeenvolgende generaties beleidsmakers", vat Moesen het samen. "Maatschappijen waarin burgers in grote mate dezelfde normen en waarden hanteren, gebaseerd op respect en solidariteit, vertonen hogere standaarden van civiel kapitaal. Zij eisen een grotere verantwoordelijkheid en integriteit van hun beleidsmakers en zijn veel minder tolerant voor favoritisme en cliëntelisme."

België scoort niet al te best in die categorie. "De cultuur in onze publieke sector zit niet goed. De benoemingscarrousel van de afgelopen zomer was een schabouwelijk schouwpel. Onze politici zijn zich veel te weinig bewust van hun voorbeeldrol."