Direct naar artikelinhoud

Niks + niks = niks

Anderlecht en Club zijn meer van de Jupilerliga dan van de Champions League en zouden dringend moeten beseffen waar hun belangen liggen

Titel: 'Twaalfde nederlaag op rij in Europa'.

Tussenkop: 'Halfweg de week van de waarheid staat daar nog altijd de nul'.

Nog een kop: 'Nul punten, nul goals'.

Dit gaat over Royal Sporting Club Anderlecht, in de jaren zeventig onze nationale trots in het wereldvoetbal en in de Champions League nu al twee jaar op rij gedegradeerd tot een verzameling poppetjes in een schaduwspel van echte voetballers. Met vijf miljoen euro per campagne moet dit Europese avontuur van paars-wit onderhand de best betaalde blamage ter wereld zijn.

Leedvermaak is een krachtig wapen in handen van de media. Aangezien ze bij Anderlecht snel op hun tenen getrapt zijn, doen alle media er gretig aan mee in de hoop het bastion zo aan het wankelen te krijgen.

Alleen, het bastion zit al op zijn knieën en dat geldt ook voor dat andere bastion, Club Brugge, dat nu hoog van de toren blaast dat zij er wel in geslaagd zijn om twee keer te winnen. Maar wel van collega-meelopers Rapid Wien.

Telkens als ik Anderlecht tegen Europese ploegen zie afgaan, hoor ik Roger Vanden Stock. "Snappen de andere Belgische clubs dan niet dat ze er alle belang bij hebben dat onze topclubs in Europa zo sterk mogelijk voor de dag komen om het Europees coëfficiënt te vrijwaren?"

Voor wie de logica hierachter niet ziet, ze is er wel. België heeft vanaf volgend jaar één vertegenwoordiger die rechtstreeks is geplaatst voor de Champions League en één die een voorronde moet spelen. Die status wordt bepaald door een coëfficiënt van prestaties. Als de Belgische topclubs het ineens massaal zouden laten afweten, zakt dat coëfficiënt en moeten ze misschien net als de kampioen van Oezbekistan drie voorrondes spelen. Dát wil Vanden Stock niet en hij begrijpt niet dat de Belgische clubs hem niet willen volgen in die redenering. Dus, zegt Vanden Stock, moeten die Belgische clubs inzien dat wij naar veertien clubs willen in de eerste klasse. Want veertien in plaats van achttien clubs betekent dat de Belgische voetbaltaart met vier eters minder moet worden gedeeld.

Ik ben geen sporteconoom, maar ik heb Excell en ik kan rekenen. Niks gedeeld door achttien = niks. Niks gedeeld door veertien = (blijft) niks. Anderlecht vraagt aan de kleinere clubs om uit eerste klasse te verdwijnen zodat zij de kloof met Europa een beetje zouden kunnen dichtten. Dat is pure volksverlakkerij. Het budget van Anderlecht zal in dat geval stijgen van 27,5 miljoen euro naar misschien 30 miljoen euro. Want: niks plus niks = niks. De waarheid is heel simpel: Anderlecht en bij uitbreiding alle Belgische clubs stellen niets voor in het Europees clubvoetbal en zullen nooit meer iets voorstellen. Een toevallige uitschieter niet te na gesproken, maar die zal niet het gevolg zijn van het budget dat met drie miljoen eurootjes is gestegen. Wel van een heel doordacht beleid waarbij zoveel talent is opgeleid dat er na elke afroming door buitenlandse clubs weer nieuwe jongens opstaan. Het Nederlands model zeg maar.

Anderlecht had vorig jaar tien keer meer te besteden dan de armste Belgische eersteklasser, buur Brussels. Dit seizoen heeft Anderlecht slechts negen keer meer te besteden dan de armste, Roeselare en nog drie andere clubs. In Europees verband zijn de budgetten van de twintig rijkste clubs gemiddeld met vijftig procent gestegen de laatste vijf jaar. Dat van Anderlecht over diezelfde periode met twintig procent. Niks plus twintig procent = niks. Veel plus 50 procent = zeer veel. Anderlecht heeft een tiende te besteden van Man United. Alleen al de tv-rechten van Juventus bedragen 76 miljoen euro, meer dan het dubbele van het Belgacomcontract voor de Jupilerliga, dat Anderlecht vier miljoen oplevert. De shirtsponsoring van Juve alleen al bedraagt de helft meer dan het hele budget van zijn tegenstander van deze week, Club Brugge.

Conclusie: de kloof tussen de Belgische top en de Europese top is onoverbrugbaar geworden. Anderzijds gaapt de kloof tussen Anderlecht en Club en de bodem van de Jupilerliga veel minder wijd. Anderlecht en Club zijn meer van de Jupilerliga dan van de Champions League en zouden dringend moeten beseffen waar hun belangen liggen.

Ik snap daarom de slimme mens Duchâtelet niet. Hij is burgelijk ingenieur en kan rekenen, weet hoe hij een bedrijf moet leiden, weet wellicht iets af van competitief evenwicht. Waarom lanceert hij met de kleine clubs geen tegenvoorstel? In plaats van amechtig Europa achterna te lopen verklaren de grote clubs zich solidair met de kleine clubs in België en herverdelen hun Europese inkomsten eerlijk over het Belgisch voetbal. Tien jaar geleden was dat al een voorstel van Eddy Wauters maar omdat het van hem kwam, luisterde niemand.