Direct naar artikelinhoud

Doe aan wetenschap, verkleed je eens als beest

Om erachter te komen of het zwart-witte zebravel vliegen weghoudt, kroop bioloog Tim Caro in de huid van een dode zebra. Caro is lang niet de eerste wetenschapper die zich een dierenpak aanmeet. 'Zo werkt wetenschap, je bedenkt experimenten waarmee je de werkelijkheid naar je hand zet.' Michiel Martin

"Ja, ik vermomde me als zebra, maar het was een serieus experiment, ik zie niet in wat daar zo bijzonder aan is", vertelt de Britse bioloog Tim Caro in een interview met de Volkskrant. Hij trok naar de savanne in Tanzania om te onderzoeken of het zwart-witte zebravel minder vliegen aantrekt dan de eenkleurige vacht van collega-paardachtigen. Daarvoor trotseerde hij gecamoufleerd door de huid van een dode zebra de paardenvliegen, die hij met vallen gelokt had. Inclusief de bijbehorende beet. "Ik wens het niemand toe, ik had er nog dagen last van."

"Zo werkt wetenschap, je probeert iets tot op de bodem uit te zoeken en daarvoor bedenk je experimenten waarmee je de werkelijkheid naar je hand kunt zetten", zegt Caro. Hij is niet de eerste die helemaal opgaat in de natuurlijke habitat van een diersoort en zich een vermomming aanmeet. De pionier van de methode moet de Amerikaanse bioloog Joel Berger zijn, die in de jaren 90 samen met zijn vrouw Carrol Cunningham onderzoek deed naar de overlevingsinstincten van elanden in de staten Alaska en Wyoming.

Het uitgangspunt was simpel: reageren de elanden minder alert op gevarensignalen nu grote roofdieren zoals grizzlyberen en wolven in beperkte populatie aanwezig zijn? Uitwerpselen en in urine gedrenkte sneeuwballen gooien richting de elanden bleek niet precies genoeg, dus gingen ze een stapje verder. Ze trokken naar een van de kostuumontwerpers van de Star Wars-franchise om een levensecht elandenpak te maken, zodat ze de geurstoffen dichter bij de elanden konden brengen.

Uiteindelijk kruipt het duo een viertal keer in het pak om de elanden te benaderen, Berger in het voorste compartiment. De tactiek bleek te werken, maar meer dan eens kropen de andere elanden neus aan neus om de bedriegers te besnuffelen. "Dat beeld krijg ik nooit meer uit mijn hoofd", liet de bioloog optekenen in The New York Times.

Pure observatie

Eric Matthyssen, professor gedragsbiologie aan de Universiteit Antwerpen, is sceptisch. "Ik ken persoonlijk geen enkel voorbeeld vanuit mijn omgeving of de literatuur die ik heb bestudeerd. Ik kan mij inbeelden dat wetenschappers het doen als een manier om dichter bij de dieren te komen, maar volgens mij zijn er genoeg moderne alternatieven om zulke observaties te doen."

"Het was in mijn ogen de enige manier", verdedigt Caro de methode. "Zebra's zijn wilde dieren. Je kunt ze niet in een laboratorium houden. In hun natuurlijke omgeving in Afrikaanse wildparken mag je ze ook niet continu volgen, dan krijg je een parkwachter op je dak. Natuurlijk had ik gewoon zebrahuiden kunnen neerleggen om te kijken hoeveel vliegen erop zouden landen, maar ik realiseerde me dat vliegen worden aangetrokken tot bewegende, ademende doelwitten. Dus besloot ik een zwart-wit gestreept pak te laten maken."

"Kijk, als het gaat om pure observatie en het is de enige manier om de metingen te doen, dan kan het een optie zijn", wil Matthyssen nog een toegeving doen. Maar als er sprake is van sociale interactie is de gedragsbioloog sceptisch. "Dan ga je als wetenschapper interfereren in de natuurlijke habitat en dan verliest het onderzoek alle waarde."

Is dat dan niet wat Caro deed? Zomaar eventjes een zebra imiteren en er wetenschappelijke waarde aan hechten, daar kan Matthyssens collega aan de Universiteit Antwerpen Mark Nelissen niet mee instemmen. "Ik denk dat er weinig toekomst is weggelegd voor dit soort verkleedpartijen, omdat je bij de meeste dieren het natuurlijke gedrag enorm gaat verstoren", vertelt hij.

"Nog meer dan bij hoefdieren is het bijvoorbeeld bij primaten veel belangrijker dat er een soort gewenningsproces aan voorafgaat. De dieren moeten je leren kennen en zien dat je aanwezigheid geen bedreiging vormt. Dan heb je in feite geen vermomming nodig, maar die inburgering duurt maanden of zelfs jaren. Ik zie geen toegevoegde waarde in de methode van de vermomming."

Het lijkt erop dat de wetenschappelijke verkleedpartij geen grote toekomst is weggelegd, maar misschien is er wel een andere belangrijke rol weggelegd voor het dierenkostuum. De preservatie van beschermde diersoorten bijvoorbeeld. Die worden vaak in gevangenschap grootgebracht of zelfs gekweekt en dat kan het behoud van hun natuurlijke instincten in het gedrang brengen.

Denk maar aan het bekende voorbeeld van Konrad Lorenz, die een halve eeuw geleden de Nobelprijs wegkaapte voor zijn onderzoek rond instinctief leergedrag: de gans, die de eerste bewegende gedaante in de omgeving als moedergans aanziet. Vroege sociale interacties spelen een grote rol bij de ontwikkeling van gedrag en daar kunnen dierenpakken handig van pas komen om de menselijke invloed zoveel mogelijk te beperken.

Het bekendste voorbeeld is wellicht dat van de reuzenpanda's in het Chinese natuurreservaat in Wolong. Het icoon van de bedreigde diersoorten is sinds vorig jaar niet meer in het vermaarde lijstje te vinden en dat heeft veel te maken met de inspanningen in het reservaat. In Wolong worden de dieren grootgebracht door verzorgers in pandapak. Het laat het park toe om de dieren opnieuw in hun natuurlijke habitat los te laten, omdat hun overlevingsinstinct intact gebleven is.

Panda's vs. tijgers

Volgens Mark Nelissen speelt het soort dier hierbij een belangrijke rol. "Het grote voordeel hier is het herkenningspatroon van panda's. Dat beperkt zich eigenlijk tot zwart-wit contrasten. Het is dus een heel eenvoudige tekening die zij waarnemen en dan volstaat een pandapak om jezelf te integreren. Bij een tijger is dat bijvoorbeeld helemaal anders. Los van het feit dat het nogal gevaarlijk zou zijn om jezelf naast een gevaarlijk roofdier te gaan nestelen, zijn de kenmerkende strepen in de vacht niet genoeg om met je vermomming weg te komen. Er zijn tientallen kenmerken die een tijger definiëren en dus zou je meteen opgemerkt worden als buitenstaander."

Moederliefde

Sommige verzorgers gaan dan ook heel ver om de overleving van bepaalde soorten te garanderen. In het pandareservaat in China worden de pakken besprenkeld met uitwerpselen, iets wat hen al werd voorgedaan in Californië. Daar wilde een opvangcentrum voor pasgeboren lynxen de moederliefde zo authentiek mogelijk maken en dus werden de pakken gedrenkt in de bijbehorende urine.

Laat het ons een geëngageerde vorm van method acting noemen, maar een ander voorbeeld bewijst dat een verregaande transformatie niet altijd nodig is. Zo kan het bij de trompetkraanvogel volstaan om een wit pak aan te doen, waarbij de arm vervangen is door een uitstekend vogelhoofd. In Wisconsin leren ze op die manier de jongen naar voedsel zoeken en zelfs vliegen.

Het hoeft trouwens niet altijd om de belangen van de dieren te gaan. De mens is in de eerste plaats met zichzelf bezig en ook dat kan blijkbaar in dierengedaante. De Brit Charles Foster spendeerde de meeste van zijn 54 levensjaren als dier. Een das, otter, hert of vos, niets ging hij uit de weg in zijn de zoektocht naar zijn innerlijke beest.

"Om naar behoren als mens te leven, moeten we ons ook als dier gedragen. De manier waarop we nu leven is onnatuurlijk", vertelde Foster in The Guardian. Niet alle transformaties waren even gemakkelijk, maar een gebrek aan moeite heeft hem alleszins niet de das omgedaan. Het hert was geen sinecure en dus zette een vriend zijn bloedhond in het werk, om Foster te laten ondervinden hoe een prooi zich echt voelt.

Het klinkt waanzinnig, maar aan de andere kant van Het Kanaal nemen ze het naturalisme blijkbaar au sérieux. Ook Fosters landgenoot Thomas Thwaites (35) stelde zich de vraag of het niet heerlijk zou zijn om als zorgeloze geit door het leven te gaan. Gras eten bleek een probleem, maar een kunstmatige voormaag rond zijn lichaam bood de oplossing.

Het aanzicht van een mens die zich in volle ernst als dier uitgeeft blijft natuurlijk een bizarre gedachte. Dat moeten ook de uitreikers van de Ig Nobelprijs (voor onwaarschijnlijk onderzoek) gedacht hebben toen ze in 2014 twee Noorse onderzoekers bekroonden voor "het uitzoeken hoe rendieren reageren op het zien van mensen die als ijsbeer vermomd zijn".

De wetenschappelijke waarde van zo'n verkleedpartij is moeilijk in te schatten. Tim Caro, die uiteindelijk aantoonde dat de zwart-witte strepen effectief de vliegen weghouden, is alvast zeker van zijn stuk. "Ik heb nu met zowel experimenteel onderzoek als een literatuurstudie aangetoond dat er een relatie is tussen vliegen en zebrastrepen."

En ook pionier Berger volhardt in zijn verkleedpartijen. Momenteel zit de onderzoeker op een eiland in de Noordelijke IJszee, waar hij de invloed van de klimaatverandering op het leven van de muskusos bestudeert, een schaapachtig hoefdier. De ijsberen, die steeds meer aan land komen op zoek naar voedsel, zouden een bedreiging kunnen vormen voor de oeroude diersoort.

En dus besluipt Berger hen zachtjes op handen en voeten in een berenpak, om de overlevingsmechanismen van de beesten aan de tand te voelen. Het is niet altijd zonder gevaar, want de kudde kan venijnig uithalen. Gelukkig is er een ultiem verwarringsmechanisme: recht springen en het kopstuk afzetten. De beestjes hebben wellicht nog nooit een mens aanschouwd.