Direct naar artikelinhoud

Niemand durft in Londen nog huis te kopen

De gevolgen van de brexit beginnen bij de gewone Brit tastbaar te worden. Het Britse pond noteert op zijn laagste punt in 31 jaar. Maar vooral in de vastgoedmarkt is de situatie precair. Onze correspondent in Londen merkt het zelfs in zijn eigen straat.

Denise, onze overbuurvrouw, merkte de gevolgen van het EU-referendum meteen. Op the day after zouden er vier belangstellenden komen kijken naar het appartement dat ze te koop had gezet. Echter, David Cameron had zijn aftreden nog niet aangekondigd of de makelaar hing aan de lijn. Slechte tijding. Alle afspraken waren afgezegd. Sindsdien heeft ze geen bezichtigingen meer gehad. Te veel onzekerheid over mogelijke renteverhogingen, problemen met werkvergunningen of plannen van bedrijven om te verhuizen. Ze zal genoegen moeten nemen met een lagere vraagprijs.

Saillant detail: bij haar vader, een brexiteer, gingen op die vrijdag de champagneflessen open.

Eindelijk lagere huizenprijzen. Tijdens de campagne voor het referendum klonk geregeld deze ironische kreet nadat minister van Financiën George Osborne weer eens hel en verdoemenis had voorspeld, met name voor de bruisende hoofdstad. De stem voor een brexit heeft inderdaad een negatief effect gehad voor de huizenprijzen, vanuit het perspectief van de huizenbezitters en de projectontwikkelaars dan. Sommige van de luxe-appartementen die aan de zuidoever van de Theems, van Battersea tot Woolwich, zijn gebouwd hebben zelfs 40 procent van hun waarde verloren.

Al voor het referendum was er een daling zichtbaar, zeker in het duurdere segment, maar die is nu versneld. Bij een op zes te koop aangeboren huizen op immosite Zoopla staat reduced, een woord dat al bijna was vergeten in makelaarsland. Zo staat een driekamerappartement in het chique Belsize Park voor ruim een miljoen pond te koop, een half miljoen minder dan twee maanden geleden. Een twee-onder-een-dakje in Streatham, een gemiddelde in Zuid-Londen, is gereduceerd van 1,3 miljoen naar 850.000 pond. Normaal gesproken zouden buitenlandse investeerders toeslaan bij zo'n daling, zeker bij een goedkope pond, maar een mogelijke uittrede uit de EU houdt hen tegen.

Het Britse pond sterling is sinds de brexit fors gedaald. Vooral ten opzichte van de dollar. Woensdag noteerde een pond zelfs even 1,2847 dollar - het laagste punt in 31 jaar. Op de dag van het referendum moest nog 1,47 dollar voor een pond sterling worden betaald. Ten opzichte van de euro is de daling ook aanzienlijk. Een pond kost nu 1,16 euro tegen 1,30 euro op 22 juni.

Graantje meepikken

Winnaars zijn bedrijven die exporteren naar het buitenland en iedereen die een graantje meepikt van het toerisme. Andersom is de vallende pond een tegenvaller voor Britten die naar het buitenland, de Verenigde Staten met name, op vakantie gaan en voor de import. De Bank of England voorspelt een inflatie van 3 procent, dit na jaren van extreem lage inflatiecijfers, of zelfs deflatie.

In de winkels en de markten zijn er nog geen prijsverhogingen waarneembaar, maar het is volgens economen een kwestie van tijd voordat gewone burgers de effecten gaan merken. "Mijn rozen zijn nog altijd even goedkoop als voor het referendum," zegt de olijke bloemenverkoper Brett op de markt van Deptford in Zuidoost-Londen, "maar ik heb nu alleen maar Engelse bloemen in de aanbieding."