Direct naar artikelinhoud

Toezicht door overheid op Samusocial 'lege doos'

In de raad van bestuur van daklozenorganisatie Samusocial zaten twee permanente vertegenwoordigers van de regionale overheid. Een van hen woonde één vergadering bij, de andere geen enkele. Ze zijn over die beperkte aanwezigheid aan de tand gevoeld in de commissie Samusocial.

Na de eerste hoorzitting met de regeringscommissarissen eerder deze week hebben ook twee andere vertegenwoordigers van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie getuigd in de onderzoekscommissie Samusocial in het Brussels Parlement.

Wilbert Stoefs zat als permanente vertegenwoordiger van minister van Begroting Guy Vanhengel (Open Vld) in de raad van bestuur van Samusocial. Stéphane Vanommeslaeghe deed hetzelfde als vertegenwoordiger van minister-president Vervoort (PS). Zo moesten ze toezien op de uitvoering van de beheersovereenkomst met Samusocial.

Andere prioriteiten

Maar op de vier raden van bestuur waarop ze waren uitgenodigd, was Vanommeslaeghe slechts op eentje aanwezig. Stoefs heeft er zelfs geen enkele bijgewoond.

Veel konden de twee dus niet vertellen aan de commissieleden. "De permanente vertegenwoordigers waren eerder permanente afwezigen", vond Vincent De Wolf (MR).

De regeringscommissarissen vertelden dinsdag al dat elke vorm van controle vanuit het Gewest niet geapprecieerd werd bij Samusocial en dat ze voor veel vergaderingen niet uitgenodigd waren. Dat de permanente vertegenwoordigers niet opdaagden voor vergaderingen waarvoor ze wel uitgenodigd waren, roept vragen op over het nut van hun functie.

"Het heeft geen zin om toezicht te installeren in de raad van bestuur, om er vervolgens geen gebruik van te maken", zegt Hannelore Goeman (sp.a). "Als controlemechanisme is dit een lege doos", concludeert Arnaud Verstraete (Groen).

Zelf wezen de permanente genodigden erop dat ze nog andere functies bekleden en daardoor soms andere prioriteiten hebben dan de vergaderingen van de raad van bestuur van Samusocial. "Men moet ons complementair zien aan de regeringscommissarissen. Op die manier was er altijd een vertegenwoordiger van het Verenigd College aanwezig", zei Vanommeslaeghe.

Over de afwezigheid van Stoefs als inspecteur van Financiën zou overleg geweest zijn tussen de collegeleden Gosuin en Vanhengel met de korpschef van de Inspectie van Financiën. "Je kunt je de vraag stellen of zijn aanwezigheid op deze paar vergaderingen hem geholpen zou hebben bij zijn opdracht," zegt minister Vanhengel, "namelijk het opvolgen van de juiste inzet van de overheidsmiddelen voor de daklozenzorg."

Permanente vertegenwoordiger Stoefs merkte terloops ook op dat hij niet zelf om de functie gevraagd heeft. "Ik vermoed dat ik gevraagd ben wegens mijn functie van inspecteur van Financiën." In die hoedanigheid keert hij dinsdag terug, op de volgende zitting van de commissie.