Direct naar artikelinhoud

Ook Nigeria ontdekt nu BOKO HARAM

Er was geen hashtag, er waren geen beelden te zien en er vond geen protestmars plaats. De slachtpartij door terreurbeweging Boko Haram, waarbij in de stad Baga tot 2.000 burgers omkwamen, leek in Nigeria weinig woede los te maken. Maar nu het oog van de wereld op president Goodluck Jonathan is gericht, komt daar verandering in.

"Toen ik in het struikgewas terechtkwam, was ik in eerste instantie opgelucht. Maar toen zag ik dat er overal lichamen lagen. Ik vertrok en liep door vijf dorpen. Elk dorp dat ik tegenkwam, was verlaten. Het enige waar ik op stuitte, waren dode lichamen."

Het had niet veel gescheeld of de wereld had het verhaal van de 37-jarige Yusuf Idris niet gehoord. De moordpartij die de Nigeriaanse islamistische terreurorganisatie Boko Haram aanrichtte en waaraan hij wist te ontkomen, begon al op 3 januari en zou vijf dagen duren. Vijf dagen waarin er weinig nieuws doorsijpelde en waarin talloze burgers zonder naam het leven lieten.

Het bloedbad in Baga bleef aanvankelijk een stille slachting. De rest van de wereld had, na de aanslag op Charlie Hebdo, de blik op Parijs gefixeerd. Pas toen mensenrechtenorganisatie Amnesty International stelde dat er tweeduizend doden waren gevallen, kregen de burgers van Baga enige aandacht. En dat terwijl de aanval op hun levens al zes dagen eerder was begonnen.

Geheel onlogisch is dat helaas niet. Er waren geen bewegende beelden te vinden. Er was ook geen stroom aan foto's beschikbaar op Twitter die in een seconde duidelijk maken welke ramp er zich heeft afgespeeld. En, wellicht nog belangrijker, de Nigeriaanse regering liet niet van zich horen. Want terwijl Boko Haram in het noorden van het land zijn bloedigste aanslag tot nu toe pleegde, keek de nationale elite de andere kant op.

"Verschrikkelijk incident. Onze grootste sympathie gaat naar de journalisten en hun families. Wij rouwen samen met Frankrijk", schreef Ngozi Okonjo-Iweala, de Nigeriaanse minister van Financiën. Ook zij was naar eigen zeggen #Charlie. Maar #Baga, daar wilde ze niets van weten. Net als haar president Goodluck Jonathan, overigens. Hij veroordeelde de terroristen die huishielden in Frankrijk en vergat de strijders van Boko Haram in zijn eigen achtertuin.

In het weekend vierde de president het huwelijksfeest van zijn nichtje. Maandag volgde een persbericht van zijn regering. Er waren niet meer dan 150 doden gevallen bij de aanval op Baga. Majoor-generaal Chris Olukolade voegde daar nog aan toe dat de internationale pers zich terughoudender moest opstellen. "Zij gaan af op cijfers van ooggetuigen, maar die zijn beïnvloed door hun eigen perspectief."

Oorlogsmisdaden

Hoe lang Olukolade die stelling nog kan blijven innemen, is maar de vraag. Gisteren bracht Amnesty International satellietbeelden naar buiten, die de stadjes Baga en Doron Baga lieten zien voor en na de aanval. Het is duidelijk dat vele huizen, volgens de organisatie zo'n 3.700, zijn verwoest. Ook duiken er bijkomende getuigenissen op, bijvoorbeeld over de vrouw die werd vermoord terwijl ze aan het bevallen was.

Amnesty noemt de aanval de bloederigste in de geschiedenis van Boko Haram. Tot nu toe had de terreurbeweging vooral aandacht gekregen met de ontvoering van tweehonderd schoolmeisjes in april vorig jaar. De hashtag #BringBackOurGirls ging viraal en er werd een internationale top georganiseerd om het geweld in te dammen. Er werden geen troepen gestuurd, maar de Nigeriaanse militairen zouden wel worden opgeleid door de Verenigde Staten.

De Nigeriaanse regering wilde gevechtshelikopters. Die kwamen er niet, mede omdat uitlekte dat het leger zich schuldig maakte aan oorlogsmisdaden in de strijd tegen Boko Haram. En terwijl Nigeria uit onvrede met die beslissing de Amerikaanse adviseurs wegstuurde, bleef het geweld doorgaan.

Door Boko Haram ontvoerde vrouwen en kinderen worden uitgehuwelijkt, verkracht en gedwongen om mee te vechten. Afgelopen weekend, bijvoorbeeld, vonden er nog twee zelfmoordaanslagen plaats. In totaal kwamen 24 mensen om. Onder hen ook de daders, naar verluidt ontvoerde meisjes van tussen de tien en twaalf jaar oud.

In totaal kwamen zo al meer dan 10.500 burgers om. Vorig jaar stierven er 6.000 door de strijd met Boko Haram. En het einde lijkt helaas nog lang niet in zicht. Want hoewel de afstand tussen hoofdstad Abuja en Baga 'slechts' duizend kilometer bedraagt, is de daadwerkelijke kloof vele malen groter. Het noorden van Nigeria is een achtergesteld gebied, dat dus al sinds lang op weinig aandacht kan rekenen van de politieke elite.

"Goodluck Jonathan en zijn regering hebben er alle belang bij om de situatie te minimaliseren", zegt Mark Singleton, directeur van het Nederlandse International Centre for Counter-Terrorism. "Als zij nu erkennen dat er een serieus probleem is, dan houdt dat in dat zij eveneens erkennen dat hun beleid heeft gefaald. Negeren is daarom de boodschap."

Boko Haram, dat een versie van de islam predikt waarbij het voor moslims verboden is om deel te nemen aan activiteiten die geassocieerd worden met het westen, is tot wasdom kunnen komen door het beleid van het centraal gezag. De meeste Nigerianen, zeker zij die leven in het noorden, zijn vandaag armer dan in 1960, toen het land onafhankelijk werd van het Verenigd Koninkrijk.

Corruptie tiert welig en de landbouw, ooit de motor van de economie, is zwaar aangetast. De overheid slaagt er daarbij niet in om begaanbare wegen, gezondheidsvoorzieningen, elektriciteit en onderwijs te voorzien. Uit frustratie hebben vele burgers zich daarom sinds 2002 aangesloten bij religieuze groeperingen zoals Boko Haram.

Maar deze terreurbeweging maakte zich, toch in het begin, niet schuldig aan terrorisme. Mohammed Yusuf, de eerste leider, probeerde op een vreedzame manier de sharia in te voeren en hoopte zo een islamitische staat te creëren. Hij sloot een pact met een lokale politicus en zou deels zijn zin krijgen in ruil voor stemmen. De overeenkomst werd niet nageleefd, waardoor Yusuf zich steeds kritischer begon op te stellen ten opzichte van de staat.

Waar het eerst tot schermutselingen tussen de politie en Boko Haram kwam, groeide dit in 2009 uit tot een gewapende opstand. Het leger zag zich genoodzaakt in te grijpen en doodde honderden aanhangers van de organisatie. Yusuf kon de dans niet ontspringen. Hij werd opgepakt en zonder proces geëxecuteerd. Boko Haram trok zich even terug, maar nam een jaar later wraak. Eerst volgden er alleen aanslagen op politieagenten en soldaten, maar sinds 2011 worden ook burgers het slachtoffer van hun acties. In totaal zijn er sindsdien meer dan 13.000 mensen omgekomen.

Kentering

Het geweld zal volgens experts blijven voortduren, ook omdat de terroristen de verkiezingen van 14 februari zouden willen verstoren. De campagne daarvoor ging deze week van start, maar Baga komt amper ter sprake. "President Jonathan sprak er amper over", zegt Singleton. "De oppositie, waarvan de leider een moslim uit het noorden is, bracht het wel voortdurend ter sprake, maar dat haalde vooralsnog weinig uit."

Politiek gezien is dat inderdaad het geval, maar er dringt zich wel een maatschappelijke kentering op. De terreurdaden van afgelopen week konden aanvankelijk op weinig aandacht rekenen van de Nigeriaanse media. Dat veranderde toen de Britse omroep BBC er uitgebreid over berichtte. De binnenlandse kranten gingen overstag en begonnen zich plotseling af te vragen waarom de regering en de bevolking zelf niets ondernemen tegen Boko Haram.

"Zo'n drie miljoen mensen van diverse pluimage namen in Frankrijk afgelopen zondag deel aan marsen tegen geweld", schrijft de krant Premium Times Nigeria in haar editoriaal. "Hun boodschap was duidelijk: wij laten ons niet intimideren, wij zullen niet verdeeld geraken en we zullen niet vervallen in anarchie. Zoiets zouden wij ook moeten doen."

Of het ooit zover komt, is maar de vraag. Wel hebben de recente aanslagen voor een groter bewustzijn bij de bevolking gezorgd. Samen met de internationale gemeenschap vragen zij, op zijn minst, een verklaring van de heersende politieke klasse. En dat besef begint ook Goodluck Jonathan te dagen. Zo trok hij gisteren totaal onverwacht naar het noorden om soldaten te bezoeken die vechten tegen Boko Haram. Het was de eerste keer in twee jaar tijd dat hij een stap in de regio zette.

"Wat jullie doen, is niet gemakkelijk", zei de president, die moet toezien hoe de oppositie steeds meer steun verwerft. "Het land dankt jullie. Terrorisme is een wereldwijd fenomeen en wij werken dag en nacht om deze razernij in te dijken. We zullen jullie niet in de steek laten."

Een hulpvraag aan het buitenland lanceerde Jonathan niet. Dat viel ook niet te verwachten, aangezien dat vlak voor de verkiezingen politieke zelfmoord zou betekenen. "En de internationale gemeenschap zal pas kunnen helpen als Nigeria dat vraagt", zegt Singleton, die aangeeft dat de Nigeriaanse politieke klasse de sleutel in handen heeft. "De enige manier om het conflict te ontmijnen, is door de ongelijkheid in het land tegen te gaan en het noorden economisch gezien te ontwikkelen. Voorlopig geeft de overheid evenwel niet thuis."