Direct naar artikelinhoud

PASSAGE

Schrijvers duiken in hun boekenkast om een fragment uit de Nederlandstalige literatuur te selecteren dat een bijzondere waarde voor hen heeft. Deze week leest Gerda Dendooven een fragment uit Pallieter van Felix Timmermans

En uit de onzichtbare lucht viel er langzaam, nu en dan, een grote regenlek. Dan hier en dan ginder. Zij hoorden ze op de bomen openkloppen, voelden ze op hun hand en op hun neus komen, en in de geplukte bloemen versmachten. Nu eens kwamen er meer, lijk een volle hand uitgestrooid, dan was het weer stil, om na enige hartkloppingen, weer hier en daar er een te horen vallen. Elke lek kreeg een bijzondere waarde.
De bloemenreuken schoten los en vloeiden langzaam, omwentelend rondom hen, en de merel in den hof stootte helderdiepe klanken uit een gladde keel.


Onlangs kocht ik een omnibus. Neen, geen stoptrein of een plastieken poppetje uit Smurfenland, maar een boek. Bovendien was deze omnibus op 26 juni 1963 geschonken door Het Stadsbestuur van Gent aan een leerlinge van het 6de leerjaar als Bijzondere Prijs voor Verdienste.

Wat die verdienste dan wel mocht zijn, werd niet vermeld, maar dat het stadbestuur een boek, een omnibus in linnen gebonden, als Bijzondere Prijs schonk, rook naar paternalisme. De jeugd moest opgevoed. Met literatuur nog wel. Literatuur van een Vlaamse heimatschrijver, FT, initialen van Felix Timmermans.

Zou de jeugd van tegenwoordig deze Vlaamse Reus nog kennen? Zou ze eigenlijk nog lezen? En wát dan wel?

Ik kende Felix Timmermans van het prachtige De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa begijntjen, dat op de verplichte leeslijst stond. En Pallieter herinnerde ik mij van een stiekem uurtje zwart-wittelevisiekijken. Het boek was ooit verfilmd met veel bloot erin. Verfilmingen moet je, naar het schijnt, wantrouwen, dus begon ik op een avond in mijn dikke omnibus te lezen.

Het was een zachte zomeravond en de merel floot zijn lied.

Een povere beschrijving van het moment, maar veel verder dan deze sfeerschepping kom ik niet. Misschien is het luiheid of eerder onkunde, maar hoe doe je dat, de geur van een zomeravond in woorden vangen? De kilte die uit de aarde kruipt in zinnen kneden?

Timmermans wist wel hoe het moest. Hij schreef over geuren, regen, warmte en wind in een taal die zo gul en gulzig is dat je soorten regen hoort druppelen, zonlicht ziet zinderen, voorjaarsvochtigheid voelt.

Bovendien in een zelfverzonnen woordenschat en volgens een grammatica die hobbelt en dartelt, maar op een adembenemende manier de natuur laat leven.

Schrijvers van nu praten nauwelijks nog over de geur van lente, het kraken van ijs of de dampende mist. We maken er geen woorden meer aan vuil, we hebben er nog nauwelijks woorden voor.

Honderd jaar geleden hadden we die nog wel. Ook natuur hadden we nog.

Zijn we iets kwijtgespeeld sinds de tomeloze ontginning van onze kleine kromme navel? Beslist. Niet alleen de natuur, maar ook het zinnelijke genot ervan. En de taal om dit alles op papier te krijgen.

Gevoelens beschrijven, daar zijn we goed in, maar ook daar is Timmermans een meester in. Hoe hij het komen en gaan van de seizoenen met woorden schildert, zo vindingrijk, zo eigenzinnig, zodat al je zintuigen worden bediend, doet me duizelen.

Maar ook hunkeren naar wat verloren ging.

Gerda Dendooven

► °1962 ► kunstenares, schrijfster, actrice, vooral bekend als illus- tratrice van (voornamelijk kinder-) boeken ► won diverse prijzen, waaronder de Gouden Uil, de Boekenpauw, de Zilveren Griffel en de Zilveren Penseel

Felix Timmermans

► 1886-1947 ► Vlaams dichter en schrijver, maar ook schilder en tekenaar ► Zijn bekendste boek, Pallieter, stamt uit 1916, werd vertaald in 40 talen én verfilmd