Direct naar artikelinhoud

'Hoogbegaafdheid is niets om jaloers op te zijn'

'Nils was vier toen hij me vroeg: mama, het recht op euthanasie, geldt dat ook voor mij? Als ik vind dat het allemaal niks meer voorstelt? Ik heb me toen voorgenomen om alles te doen wat ik kon om ervoor te zorgen dat hij toch een gelukkig kind werd.' Annita Keuterickx is de moeder van Nils, een hoogbegaafde jongen van tien. Ze voert al jaren een verbeten strijd om meer aandacht voor deze problematiek, een strijd die vandaag culmineert in een hoorzitting in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement.

Brussel / Eigen berichtgeving

Hilde Sabbe

'Men schat dat er 50.000 tot 110.000 hoogbegaafde kinderen op de schoolbanken zitten, waarvan de helft behoorlijk wat problemen heeft", zegt Keuterickx. "Hoogbegaafden hebben immers voortdurend behoefte aan uitdagingen en als daar niet op wordt ingespeeld, kan dat resulteren in gedragsstoornissen of depressie. Dertig procent van de hoogbegaafden haakt op een bepaald moment af en gaat helemaal niet meer naar school. Eigenlijk is dat een aantasting van hun recht op onderwijs.

"Mensen reageren vaak: een hoogbegaafd kind, daar moet je juist blij mee zijn. Ik heb jarenlang geprobeerd om de politieke wereld warm te maken voor die problematiek en van Mark Eyskens kreeg ik een mailtje: mevrouw,een hoogbegaafd kind is geen probleem maar een geschenk. Laat hem avondonderwijs volgen als hij zich op school verveelt, en als dat niet helpt, laat hem boeken en gedichten schrijven. Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Vreselijke verhalen hoor ik van lotgenoten, over kinderen die zo gepest worden dat ze zelfmoordneigingen krijgen. Je kunt het vergelijken met plantjes die nu eenmaal meer voedsel nodig hebben dan normaal maar toch opgescheept worden met de gewone dosis. Die plantjes gedijen niet, ze verpieteren of sterven af.

"Als baby wilde Nils overdag nooit slapen: niet in de wieg, niet op de arm, nooit. Hij was voortdurend alert. Als moeder heb ik heel vaak het gevoel gehad: ik word hier opgeslorpt. Hij eiste me voortdurend op om dingen te doen die hij zelf nog niet kon, maar waar hij eigenlijk wel aan toe was. Familie en vrienden kunnen daar niet altijd begrip voor opbrengen, ze zeggen: je bent altijd met hem bezig. Het risico is groot dat je daardoor in een sociaal isolement raakt.

"Ik heb Nils laten testen op aanraden van een lerares die vond dat hij zijn leeftijd ver vooruit was. Ik had me ook plechtig voorgenomen dat hij nooit een klas zou overslaan, maar dat bleek niet haalbaar. Nog voor Pasen had Nils de leerstof van dat jaar onder de knie en werd hij schoolmoe. Hij heeft dus vier jaar lager onderwijs in twee jaar afgehandeld. Niet de beste oplossing, maar er was geen andere. Als Nils geen nieuwe uitdagingen meer krijgt, gaat dat gepaard met psychosomatische klachten: braken, hoofdpijn, depressie.

"Dat betekent niet dat hij altijd het maximum heeft op zijn rapport: voor wiskunde had hij vorig jaar 59 procent. Het is allemaal niet eenduidig. In het zesde leerjaar kreeg Nils problemen met rekenen. Men twijfelde of hij alles wel doorhad, en liet hem eindeloos oefenen. Voor alle zekerheid lieten we hem nog eens testen bij het CBO, het centrum voor begaafdheidsonderzoek, en daar zeiden ze: stop met hem te laten rekenen, je ziet toch dat het aandachtsfouten zijn.

"Hij heeft ook moeite met organisatie en planning en heeft last van faalangst. Dat klinkt misschien een beetje tegenstrijdig, maar het helpt niet dat je hem onder zijn niveau laat presteren. Soms is het enige wat hij nodig heeft de geruststelling dat hij zich niet hoeft te haasten, dat hij in de speeltijd mag voortwerken. Maar niet alle leerkrachten hebben daar begrip voor en dan is het al voor 98 procent verloren. Toen hij als achtjarige in het zesde leerjaar zat en om wat extra tijd vroeg, antwoordde de lerares: wie vindt dat hij in het zesde moet zitten, moet mee kunnen en geen gunsten vragen. Alsof het iets is om jaloers op te zijn.

"Minder begaafde kinderen krijgen - terecht - financiële tegemoetkomingen, maar waarom geldt dat niet voor ons? Hoogbegaafden moeten vaak een beroep doen op medische en psychologische bijstand. Zonder de hulp van het CBO had ik het nooit volgehouden, maar dat kost geld. De test alleen kost al 17.000 frank, een adviesgesprek 4.000 frank en een schoolbezoek idem. Het is zijn geld meer dan waard, en het centrum moet zichzelf bedruipen, het krijgt geen enkele subsidie van de overheid, maar toch.

"Moeder zijn van een hoogbegaafd kind is veel intenser - tenminste, dat vermoed ik, want Nils is enig kind. Je moet durven erkennen dat je kind dieper kan denken dan jijzelf. Je wordt voortdurend getest op waar je voor staat en hoe je het uitdrukt. Als ik op restaurant mosselen bestel, gebeurt het dat Nils zegt: dan heb ik toch liever dat je biefstuk bestelt, dan ligt er maar één dode op je bord.

"Natuurlijk vertegenwoordig ik het ouderlijk gezag, maar het is geen klassieke ouder-kindverhouding, meer een van wederzijds respect. Soms zegt Nils wel eens: wie is hier de hoogbegaafde in huis? En dan antwoord ik: jij, maar ik kan jou nog veel leren over het gewone leven."