Direct naar artikelinhoud

'Weg was het blindelings vertrouwen'

Na de B. Braun-blunder: professor Devlieger en het gevecht om broos beginnend leven

Twee fragiele leventjes binnen de drie dagen zag professor Hugo Devlieger begin '99 in zijn armen afknappen. Onverklaarbaar. Een fatale etikettenwissel bij farmareus B. Braun, bleek later. In de commotie bleef de neonatoloog van UZ Gasthuisberg opvallend op de achtergrond. 'Om het rouwproces van de ouders te begeleiden', zegt hij in een eerste gesprek over het gebeurde. 'Dan om mezelf terug te vinden. Weet je hoe het voelt als vertrouwde grond gaat schuiven?'

Leuven

Eigen berichtgeving

Geert Van Hecke

Op woensdag 13 en zaterdag 16 januari 1999 stierven in het kinderziekenhuis van UZ Gasthuisberg twee pasgeboren premature baby's, kort nadat ze een Mini-plasco-ampul met glucose toegediend kregen. Bleek dat de ampul niet het onschuldige suikerwater, maar dodelijk kaliumchloride bevatte.

Hugo Devlieger leidt sinds 1994 de dienst neonatologie van het kinderziekenhuis binnen UZ. Samen met een uitgebreid team egspecialiseerde artsen en verpleegkundigen waakt hij dag in dag uit over broos beginnend leven. Dat met het verlies van deze twee baby's dan toch nog zo'n moeizaam verwerkingsproces gepaard ging, schrijft hij toe aan het conflict tussen het onbegrijpbare en de uiteindelijk banale uitleg ervoor. Twee jaar later vouwt hij in het gesprek nog geregeld de handen onder de kin. In steun, als het ware, telkens als zijn antwoord op een existentiële klip afstevent.

Wanneer kwam de argwaan?

"De baby die we woensdag verloren, had een zeer laag geboortegewicht. Ik bedoel: de hartcollaps kort na de geboorte overviel ons, maar kon ook aan de geringe levensvatbaarheid toegeschreven worden. Nochtans hebben we toen ook een analyse gemaakt van de medicatie. Maar het kwam niet in ons op dat in de glucoseampul een ander product kon steken.

"Toch beken ik dat ik de daaropvolgende zaterdag, toen ik toevallig weer in de eerste lijn stond en bij een premature geboorte geroepen werd, met lood in de schoenen naar de verloskamer trok. Nochtans hield de bevalling niet zoveel risico's in. Maar het voorval van woensdag hing nog in mijn kleren. Het was ook wel in een soort overreactie dat ik alle mogelijke elektroden liet aanbrengen voor de monitoring van de pasgeboren premature baby. Maar door dat toeval zag ik op het scherm, meteen na het toedienen van het glucose-infuus, het hartje stilvallen. De monitor toonde ook de brede complexen die de handtekening droegen van een hypercaliëmie: een te hoog kaliumgehalte. Meteen drong het verband door met wat de woensdag ervoor gebeurd was. En wat de mogelijke consequenties konden zijn."

Wat volgt dan: paniek of twijfel in die geoliede medische machine?

"Paniek was er niet. Wel het besef dat dit implicaties had die tot ver buiten de eigen dienst en het eigen ziekenhuis konden reiken. Het ging om een geneesmiddel dat op grote schaal in alle ziekenhuizen aanwezig was en dat plots niet meer levensreddend maar levensbedreigend kon zijn.

"De hele nacht hebben de rector, de directeur van het ziekenhuis, het diensthoofd verloskunde en gerechtsarts Vandevoorde alle communicatie naar buiten en naar het gerecht op zich genomen. Daarmee kon ik doorgaan met die eerste opdracht: er was een kind aan het sterven dat gereanimeerd moest worden. Het is helaas niet gelukt." Stort in die omstandigheden ook het vertrouwen in de wetenschap in? "Het is pas achteraf dat je gaat beseffen hoe vervreemdend zo'n ervaring werkt. Het laatste wat je doet, is toch wel de samenstelling van medicatie die je dagelijks toedient, in twijfel trekken? Nooit heb ik mij meer gerealiseerd met welk blindelings vertrouwen wij permanent werken met farmaceutische firma's en fabrikanten van medische apparatuur. En hoe kwetsbaar dat is. Maar het is met datzelfde vertrouwen dat ook ouders van broze kinderen naar ons komen. Plots stel je vast dat dat grote solidariteitsbeginsel toch verstoord kan raken, terwijl je ervan uitging dat de samenleving voldoende controlemechanismen had ingebouwd om dat beginsel te vrijwaren."

Hoe reageerde het team rond u?

"Alle eerder begane grond bleek plots onstabiel. Weet u hoe het voelt als elke stap die je in vertrouwen moet kunnen zetten, een beetje onzeker wordt? Neonatologie is een intensieve dienst waar, meer dan op andere afdelingen van een ziekenhuis, hiërarchie vervaagt en elkeen werkt in het grootste respect voor de competentie van de andere. Als ik aan een prematuur kindje in shock een levensbelangrijke maar ook levensgevaarlijke medicatie voorschrijf, dan weet ik dat ik kan rekenen op de zorgvuldigheid van verpleegkundigen en hun heel specifieke expertise, die ik dan weer niet heb, om die toe te dienen. Als een dergelijke teamgeest van buitenaf een deuk krijgt, is er tijd nodig om die te herstellen. Merkwaardig genoeg is ook het herstel van buitenuit aangedragen: door ouders van nieuwe kinderen die komen aankloppen voor zorgen. Dat zal dan ook wel een andere aparte karakteristiek zijn van deze dienst: ouders zijn hier nooit alleen toeschouwers, maar meer dan elders participanten."

Hoe praat u met ouders over dingen als een fatale etikettenwissel?

"Het hele incident vroeg om een heel duidelijke communicatie. De ziekenhuisoverheid en de rector hebben van meetaf aan heel open gecommuniceerd met de buitenwereld. Ik kon daardoor alle tijd vrijmaken voor de delicate gesprekken met de ouders. Bij het eerste overlijden hadden we het eerst gehad over een 'ongewone reactie' van een heel kwetsbare baby, omdat we op dat ogenblik ook niet meer wisten. Na de ontwikkelingen de zaterdag daarop heb ik beide ouderparen nog diezelfde nacht van de nieuwe kijk op het hele gebeuren op de hoogte gebracht.

"De maanden daarop zijn we elkaar blijven zien. Gewoon voor een goed gesprek. Kijk, ik ben ook geen psychiater. Ik wil het dan hebben over de manier waarop ouders die tijdens de geboorte een kind verliezen hun toekomst nog in de ogen kunnen kijken. Op deze afdeling behandelen we jaarlijks een 520-tal patiëntjes. Zowat veertig van hen halen het niet. Ik vind dat alle ouders recht hebben op dergelijke gesprekken. Nazorg maakt deel uit van de manier waarop zij participeren in het hele verzorgingsproces op de dienst.

"In het concrete geval van deze beide abrupt getroffen ouderparen, kwam erbij dat het van het grootste belang was dat zij het rouwproces in alle sereniteit konden doormaken. Zij wilden niet door de media overvallen worden. Zij wilden ook niet gebruikt of misbruikt worden door eender wie nog een rekening te vereffenen had met de medische wereld of farmaceutische firma's."

Zelf hebt u psychisch en fysisch moeten terugvechten.

"Ik heb geprobeerd om in een derde dimensie te denken. Ik bedoel: afstand leren nemen van wat je doet om beter te kunnen nadenken over waarom en hoe je het doet. Ik viel daarbij vaak terug op mijn ervaringen in Rwanda, toen ik daar op het einde van de jaren '60 de nood hielp lenigen. Daar word je automatisch geconfronteerd met het besef dat je geen wonderen verricht. Werken op een intensieve dienst verschilt daar niet zoveel van. In onze eed van Hippocrates staat dat geneesheren moeten bene facere - goed doen. Maar op een dienst waar je zo diep ingrijpt in subtiele vitale functies, is niet altijd duidelijk of dat wat je doet, ook het goede is. Los van de vraag of je het recht hebt zo intens te interveniëren in levensfuncties."

Toen het B. Braun-schandaal losbarstte, stond het kinderziekenhuis te kijk in de gelijknamige docusoap op televisie. Nu loopt op TV 1 het vervolg. Kijkt u?

"Neen. Hoe verdienstelijk, drempelverlagend of demystifiërend zo'n programma ook kan werken. De relatie arts-patiënt mag dan al zeer open geworden zijn, het publiek kijkt via dergelijke programma's altijd mee in een heel persoonlijke ontmoeting met een lijdende soortgenoot die al of niet toevallig je pad als arts kruist. Dat is iets heel discreets, vind ik. En de confrontatie met die ontmoeting achteraf op het scherm vind ik altijd uit zijn context gerukt."

'De ouders wilden niet misbruikt worden door eender wie nog een rekening te vereffenen had met de medische wereld'