Direct naar artikelinhoud

Gezichten lossen op in de volgende seconde

Voor het eerst kan men buiten China een solotentoonstelling van Li Yongbin meemaken, en aan de kwaliteit in het PSK te zien, zal dat niet voor het laatst zijn. De 36-jarige Pekingse kunstenaar, vorig jaar op de Biënnale van Melbourne te gast, legt sinds 1996 niets anders dan vervormende gezichten vast op video. Elke video draagt de naam Face.

Brussel

Eigen berichtgeving

Rudy Pieters

Vier jaar geleden projecteerde Yongbin een foto van zijn overleden moeder op het gebladerte van een boom. Hij deed dat 's nachts, vanuit zijn kamer. Toen het dag werd, loste het beeld langzaam op in het licht. De treurende zoon legde het allemaal op video vast.

In de Antichambres van het PSK worden zes video's getoond, meestal op een groot doek dat midden in een zaal is opgehangen. De opname gebeurde zo eenvoudig mogelijk: camera vast, van montage geen sprake, het gezicht immer roerloos. Het enige wat wisselt; is de manier waarop het gezicht verandert, verschijnt, verdwijnt, vervormt.

Het doek op het einde van de tentoonstelling lijkt er aanvankelijk niet bij te horen. Er valt geen gezicht te bespeuren, alleen een beeld van Peking, duidelijk gefilmd vanuit een flatgebouw: in de verte zien en horen we en een drukke autosnelweg die zich tussen hoge flatgebouwen slingert. Wie een tijdje in de Antichambres blijft rondhangen, merkt dat het buiten langzaam donker wordt en dat er op de voorgrond toch een gezicht verschijnt, de reflectie van een dromerig kijkende kunstenaar op het raam waardoor hij filmt.

In dezelfde zaal wordt een video loodrecht op de vloer geprojecteerd. Eerst niets dan water waarop glinsteringen dansen; het lijkt een klein zwembad waar de museumbezoeker dan ook behoedzaam omheen loopt, de parketvloer van het museum heeft zich op een merkwaardige wijze tot zwembadvloer verdiept. Plots verschijnt het gezicht van een opduikende zwemmer, die even plots weer verdwijnt, na eerst nog een onderwatersalto te hebben gemaakt.

Op de vier andere Faces blijft het gezicht voortdurend in beeld. In de entreehal gaat het gezicht van de kunstenaar over in dat van een oude vrouw en weer terug, met al spookachtige effecten van dien. Op het doek daartegenover het gelaat van een baby, dat nooit volledig te zien is omdat het op een stoomwolk is geprojecteerd; regelmatig wordt de kijker opgeschrikt door luid gesis: het water dat buiten beeld op de gloeiende plaat wordt gegoten, als in een sauna. In de zijzalen wordt tweemaal de reflectie van Yongbins gezicht getoond. Enerzijds op plexiglas dat langzaam smelt, met de grappige effecten uit het spiegelpaleis van de kermis. Anderzijds in een kom donker water die in beweging wordt gebracht, waardoor het gezicht in- en uitzoomt, een duizelingmakend effect dat we kennen van wanneer we onszelf in bewegend water weerspiegeld zien.

Met een uiterst beperkt instrumentarium creëert Li Yongbin een krachtige poëzie, aangedreven door de motor van het ongrijpbare. De genadeloos voortschrijdende tijd is daarin een hoofdrolspeler. Nergens leest de mens de tijd beter van af dan van zijn eigen gezicht en dat van anderen. Nooit is het gezicht hetzelfde, steeds lost het op in de volgende seconde, tot wanhoop soms van de zichzelf spiegelende eigenaar, die naar zijn eigen identiteit op zoek is.

In de marge van de tentoonstelling is doorlopend een documentaire film van Wang Jiangwei te zien. Deze kunstenaar, die in 1997 aan Documenta deelnam, dompelt ons een uur lang onder in de mannenwereld van de Chinese theehuizen.

Li Yongbin en Wang Jiangwei tot 18 juni in de Antichambres van het PSK, Koningstraat 10, 1000 Brussel. Gratis toegang.

De 36-jarige Pekingse kunstenaar legt sinds 1996 niets anders dan vervormende gezichten vast op video