Direct naar artikelinhoud

Als we het geld nu eens aan de armen gaven

Geef de armen meer rechtstreekse middelen en bespaar op het zoveelste onderzoek dat die armoede alleen maar bevestigt. Dat stelt bevoegd minister Liesbeth Homans (N-VA). Maar wat als we het huidige armoedebeleid nu eens op zijn kop zetten?

"We weten ondertussen hoe het met de armoede is gesteld. Moeten er dan elk jaar drie of vier nieuwe rapporten komen, enkel en alleen met diezelfde conclusies?" Volgens Vlaams minister van Armoedebestrijding Liesbeth Homans slorpt wetenschappelijk onderzoek te veel centen op. Centen die beter rechtstreeks naar mensen in armoede zouden gaan.

Hetzelfde met organisaties die armoede willen bestrijden, maar tot 70 procent van hun budget aan eigen personeel besteden. Alweer geld dat niet tot bij degenen raakt die het het hardst nodig hebben, stelt ze.

Momenteel sleutelt de regering nog volop aan het Vlaams Actieplan tegen Armoede, dat in juli finaal af moet zijn. Na eerdere kritieken op de draft van dat plan - koepelverenigingen noemden het "een lijvig, maar mager rapport" - geeft minister Homans nu al aan wat ze met haar eigen armoedebudget wil doen. In grote lijnen komt het hierop neer: meer maaltijden voor 1 euro, voedseloverschotten uit de warenhuizen sneller ophalen en meer steun voor jongeren die zich aansluiten bij een vereniging.

Een trendbreuk in het beleid, heet zoiets. Maar wat als we het beleid nu eens helemaal zouden schrappen en hertekenen? Kan het geld dat vrijkomt dan niet anders worden besteed? Zeer zeker, zo leert een rondje bellen met zij die het kunnen weten: de ervaringsdeskundigen tegen wil en dank, de mensen in armoede zelf. Eén ding is zeker: zet ook voor hen maar het mes in de zoveelste studie over wie ze zijn en met hoevelen ze zijn. Want, zo luidt het, "ze hebben al een kleerkast vol onderzoeksresultaten en aanbevelingen". De problematieken zijn bekend. Doe liever iets.

Stel, je krijgt carte blanche en er komen budgetten vrij. Stop die centen dan liever in onderwijs, om maar iets te noemen. "Veel jongeren die nu in kansarmoede opgroeien zouden best wel kunnen studeren", meent Melissa Thiebaut (30). Behalve een wandelende rekenmachine is ze een alleenstaande mama in verdoken armoede. Studente kleuteronderwijs ook, in de hoop zo uit het dal te klimmen. "Kijk naar mijn zoon, naar al die andere kinderen. Hoe wil je de armoedecirkel ooit doorbreken als je niet ten volle inzet op onderwijs? Zo blijf je erin."

Eten uit blik

Je hoeft niet eens ver te kijken, wil je ingaan op wat mensen in armoede echt willen. Soms niet verder dan je koelkast. Lekkere, gezonde maaltijden aan 1 euro: graag, meer van dat. Maar overschotten in blik of het zoveelste bezoek aan de Voedselbank, waar verse groenten en fruit zeldzaam zijn? Nee, zet dan liever in op de sociale supermarkten, waar de tomaten nog rood, rond en ongezoet zijn.

"Het lijkt misschien een futiliteit", duidt Thiebaut. "Maar voeding is zo belangrijk. Eet je altijd uit blik, nooit vers, dan laat je gezondheid het vroeg of laat afweten. En we weten allemaal wat het betekent om arm en ziek te zijn. Je bent bang voor de dokterskosten, komt de deur niet uit en verliest sociaal contact."

Laat er geen twijfel over bestaan, zo zeggen ervaringsdeskundigen nog: met een uitkering leef je niet, je overleeft. Meer middelen rechtstreeks naar wie het kan gebruiken, het is een broodnodige zet. "En geef dan tenminste een waardig inkomen", stelt Johan Wensch (57), met een stem als een klok. Als late dertiger kwam hij in de armoede terecht, als vijftiger zit hij er nog steeds. "Je belandt er niet alleen in, je roest er ook in vast", signaleert hij. "De sociale zekerheid is een kluwen van tegenstrijdige regeltjes die je finaal de das omdoen."

Net als anderen wijst Wensch nog hierop: wat de armoedeplannen ook zijn, ze kunnen maar zinvol zijn als ze op alle armen mikken. Te velen vallen nu uit de boot. Ze leven onder de Europese armoedegrens, maar boven de Belgische, en dus krijgen ze niks of iets wat niets voorstelt. Spreken beleidsmakers nu over de armen, dan gaat het vaak alleen over de leefloners, zo luidt het. Terwijl de groep veel groter is. Denk aan werkende armen, arbeidsongeschikten, ouderen met een schamel pensioen. "Voor hen dreigt een grijze zone. Ze zijn arm, maar worden zo niet benoemd. Niemand die hen ziet."

Melissa Thiebaut beaamt: "En dan moeten ze nog zelf aan de alarmbel trekken, willen ze erkenning krijgen: hallo, ik ben arm! Je zou eens moeten weten wat voor een rompslomp dat is. Heb je wel de moed om voor je rechten op te komen, dan word je dikwijls ook nog eens afgewimpeld. 'Cultuurcheques? Daarvoor komt u toch niet in aanmerking?' Dat zeggen ze dan, puur afgaande op je uiterlijk. Maar er is zoveel verdoken armoede. Niet elke mens in armoede heeft vettig haar, echt."

Vat vol vooroordelen

Geef je de armen meer middelen, stop dan ook een deel van die centen in begeleiding, klinkt het nog. Psychosociaal, voor alle kopzorgen. Maar ook financieel, om de dagelijkse uitgaven te beheren. Want niet iedereen kan of zal even goed met die extra centen omgaan. Ze hebben niet allemaal een geruit schriftje zoals Johan Wensch, met groene en rode cijfertjes.

Wensch: "Zet in op thuisbegeleiders die mee de praktische zaken regelen. Nu mag je pas deelnemen aan een cursus schuldbeheer als je al schulden hebt. Hoe kun je zo ooit preventief armoede bestrijden? En laat die begeleider dan alstublieft niet zo'n vat vol vooroordelen zijn. Die naar je flatscreen kijkt en zegt: waarom geen tweedehands-tv? Of die die paar sigaretten per week toch een vrijheid te veel vindt. Want geloof me, wij armen, wij moeten ons sowieso al constant verantwoorden."