Direct naar artikelinhoud

De match van een generatie

Zoek 'Daar sè, Demol'. Vervang door 'De Bruyne, De Bruyne! Kruisen. Goal!' of door 'Lukaku, Lukaku. Lukakuuuu!' In het collectieve geheugen van Generatie Nu zal de match tegen de VS dezelfde plaats innemen als die tegen de Sovjet-Unie op het WK van 1986 bij de vorige generatie. Mijn generatie.

Maandagochtend, 16 juni 1986, kwart voor negen. In het Sint-Jozef-Klein-Seminarie van Sint-Niklaas heeft de leraar Frans net de examenformulieren in het tweede jaar Latijn-Grieks uitgedeeld. Vraagt de leraar: "Wie heeft er vannacht naar de match gekeken?" Enkele durvers steken de hand op. Met een rode bic zet de leerkracht een dikke '-1' op hun papieren. "Voetbal en examens gaan niet samen", luidt de verklaring voor de onrechtvaardige sanctie.

'De match', dat was Sovjet-Unie-België, achtste finale op de wereldbeker van 1986 in Mexico. Voor vele Belgen is het al die tijd 'de match' gebleven, de referentie waaraan elke andere voetbalprestatie wordt afgemeten. Voor mij zijn de rode bic en de '-1' de scherpste herinneringen. Ik was veertien, leerplichtig en plichtbewust, en heb de wedstrijd, die door het tijdsverschil pas zondagavond vanaf 23 uur in België op antenne ging, nooit zelf gezien. Daar was ik die maandagochtend plots erg blij mee - wist ik veel wat ik gemist had.

Sadistische sancties van strenge leraars moeten pubers vandaag niet vrezen. België-VS werd uitgezonden op de tweede officiële schoolvakantiedag van de zomer. Des te kommerlozer kunnen jongelui genieten van het besef dat ze getuige zijn geweest van de vaderlandse sportprestatie die hun generatie zal tekenen. Want zelfs al raken de Duivels zaterdag voorbij Argentinië en wie weet nog verder, dan nog zal de wedstrijd van dinsdag 1 juli 2014 als hoogtepunt blijven voortleven.

Verlangens vervuld

De goals van Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku beslisten een wedstrijd die het predikaat 'historisch' verdient. Objectief omdat het in de hele geattesteerde geschiedenis van het wereldkampioenschap voetbal de match is geweest waarin het meest op één doel is getrapt - en dus, helaas, ook de match waarin het meeste doelpogingen zijn afgestopt. Subjectief omdat in 120 bloedstollende en hartadervernauwende minuten alle hoop en verlangens vervuld zijn van een land dat het twaalf jaar zonder vertegenwoordiger op een EK of WK heeft moeten stellen.

Zoals een foto in het familiealbum raakt geschiedenis gekleurd en ontkleurd door eigen herinneringen. Voor wie in dit land veertig of ouder is, staat de zomer van 1986 geboekstaafd als één zorgeloze fiësta - met de blijde herintrede van de Rode Duivels in Brussel als zonnig hoogtepunt. Dat in dezelfde maand tientallen doden vielen in Zuid-Afrika bij verzet tegen het apartheidsregime, dat tot diezelfde maand in Ierland echtscheiding bij wet verboden was en dat nog in dezelfde maand ex-premier Paul Vanden Boeynants (PSC) veroordeeld werd voor fraude... Als het niet op Wikipedia stond, wie zou het vandaag nog weten?

Zullen we over veertig jaar nog weten wie waarom tot koninklijk informateur werd benoemd of dat de raids van ISIS door Irak op hetzelfde moment zoveel dodelijker waren dan die van Eden Hazard?

Dat uitgerekend Sovjet-Unie-België van 1986 in het Estadio Léon in Mexico geconsacreerd is geraakt in 's lands collectieve geheugen, is best opmerkelijk. De Rode Duivels wonnen ook de daaropvolgende kwartfinale tegen Spanje. Op de beslissende penalty van Leo Van der Elst na spreekt die logischerwijs belangrijkere zege toch minder tot de verbeelding.

En vraag naar mijn eigen sterkste WK-jeugdherinnering, en ik kom uit bij België-Engeland van vier jaar later, toen we met een overvol dorpscafé de bal 119 minuten lang het Engelse doel in schreeuwden - tot David Platt de bal er aan de overzijde in volleyde, en de hele kroeg in één minuut leegliep. Dat team van 1990 was het sterkste dat we volgens kenners ooit gehad hebben - tot eergisteren, dus.

Wij waren erbij!

Toch is het de overwinning tegen de Sovjets die samen met de eerste Tourzege van Eddy Merckx tot de allergrootste sportsuccessen van ons land wordt gerekend. Het olympische goud van Fred Deburghgraeve, Justine Henin of Tia Hellebaut is ook niet mis, maar succes in voetbal of koers tellen in dit land nu eenmaal dubbel.

Er zijn/waren ook wel enkele objectieve redenen waarom het Belgische voetbalhart aan die ene Sovjet-Unie-België is verpand. Het was om te beginnen een spectaculaire wedstrijd, met een spectaculaire uitslag (4-3 na verlengingen bij 2-2) en een spectaculair scoreverloop (België werd twee keer op achterstand gezet). Bovendien was de tegenstander van toen een van de schaduwfavorieten van het tornooi, met de beste doelman (Dasaev) en de beste spits (Belanov) in zijn rangen. Dat het door interne twisten verdeelde Belgische elftal tot dan een belabberd toernooi speelde, maakte de prestatie nog indrukwekkender.

Het zijn nochtans niet die feiten die de wedstrijd zijn unieke belang gegeven hebben, wel de verbeelding waarmee ze zijn ingekleurd. Doordat de wedstrijd 's nachts gespeeld werd, hebben relatief weinig fans kunnen kijken. Toch geven veel meer mensen die oud genoeg waren om er toen bij te zijn de indruk dat ze er ook echt bij waren. Zoals je ook een weide op Werchter kunt vullen met muziekliefhebbers die zweren dat ze op 2 december 1989 aanwezig waren op het eerste Belgische concert van de toen nog lang niet legendarische band Nirvana in de schaars gevulde Gentse concertzaal Democrazy.

Sommigen van hen zullen dat mettertijd ook zelf echt gaan geloven zijn, zoals veel veertigplussers dus ook echt denken dat ze die ene nacht opgebleven zijn en dat ze met eigen ogen Stéphane Demol rond vijf na één maandagochtend de 3-2 hebben zien binnenkoppen. De eindeloze herhalingen van steeds dezelfde samenvatting met steeds dezelfde Rik De Saedeleer die telkens weer de hoop uitdrukt dat ze de verliezende Sovjets "niet naar Siberië zullen sturen" hebben de bepalende wedstrijdmomenten als een nationaal gebed in het geheugen gestampt.

Het is een canvas waarop ieder voorts zijn eigen overtuigingen kan projecteren. Als u de uwe wat kleur wil geven: het was die dag rustig zomerweer, we hebben het voor u opgezocht.

Smells Like Teen Spirit

Het is een belangrijk verschil met wat zich deze week afspeelde. Op de 99.798 trouwe VTM-fans na die op Telefacts Zomer afstemden, heeft dinsdagavond zowat elke tv-kijker de wedstrijd België-VS ook echt gezien. De rijkdom aan beeldmateriaal is overvloedig, maar het is nog de vraag of die overvloed sterker zal zijn dan de grotendeels 'ingebeelde' overlevering van de klassieker van 28 jaar geleden.

Verbeelding is de grote drijfveer achter de op vele vlakken niet uit te roeien illusie dat het vroeger beter was. Geen rechtstreeks Tourritverslag kan op tegen de amper door bewegend beeld ondersteunde nostalgie naar de sportieve exploten van Charly Gaul, Fausto Coppi of zelfs Eddy Merckx. Er valt zelfs veel voor te zeggen dat de overdadige verslaggeving van het wielrennen mee de ontluistering van de heroïek van de sport in de hand gewerkt heeft.

Nostalgie is de stof waar historische canons van gemaakt worden. 'Smells Like Teen Spirit' of 'Stairway to Heaven' zijn niet echt de beste muzieksongs aller tijden, maar wel anthems, liedjes waar een adolescente generatie een bijzondere en blijvende emotionele lading aan gegeven heeft.

Met sportgeschiedenis werkt het net zo. Hoe minder mensen er zijn die Pelé ook echt hebben zien voetballen, hoe hardnekkkiger de overtuiging dat de Braziliaan de beste voetballer aller tijden is. En hoe godslasterlijker het klinkt om op te werpen dat pakweg Marco Van Basten misschien wel beter was - oké, het saaie antwoord is dat er door de ontwikkeling van sport en sportlichamen geen vergelijking mogelijk is. Tot er eindelijk een nieuwe generatieverbindende messias opstaat: Messi. Of Cristiano Ronaldo desnoods. Messi of Ronaldo? Het lijkt in meer dan één opzicht een sportieve heruitgave van The Beatles tegen The Stones.

Nu zul je dus ook weer zien dat er critici opstaan die stellig beweren dat België tegen de Verenigde Staten niet kan tippen aan de kraker tegen de Sovjets van weleer. Want Tim Howard passeren was moeilijk, maar kan toch niet zo moeilijk geweest zijn als de legendarische Rinat Dasaev kloppen, nietwaar? Dat een objectieve vergelijking amper mogelijk is, werkt in het voordeel van de nostalgici.

Matt Besler

Toch moet de generatie van nu niet wanhopen om erkenning. Ook zij hebben een sterk - en wellicht sterker - subjectief-emotioneel argument aan hun zijde. Terug naar Eddy Merckx. Wat, behalve de mogelijkheid om de schaarse en wazige zwart-witbeelden zelf in te kleuren, maakt dat die eerste Tourzege zo'n bijzondere plaats heeft verworven in onze sportgeschiedenis? Dat het zo lang geleden was (van Sylveer Maes in 1939) dat een Belg nog eens triomfeerde in Parijs, tiens. Het maakte van de zege in 1969 de overwinning van een hele generatie.

Evenzo hebben De Bruyne en Lukaku de goals van een generatie gemaakt. Een generatie waarvan de jongste cohorte bij leven amper bewust heeft meegemaakt dat het nationale elftal mocht deelnemen aan een groot kampioenschap. Een generatie die nu zelf van vader/moeder op zoon/dochter door zal geven hoe Romelu Lukaku voorbij die arme Matt Besler liep en passte naar Kevin De Bruyne.

Een generatie die trots zal getuigen dat ze erbij waren op die zomeravond, op de bank of voor een groot scherm, toen Team Belgium minstens voor een halve week de beste voetbalploeg van de hele wereld was.