Direct naar artikelinhoud

Een vuurtoren in de mist

De Israëlische schrijver Nir Baram (40) brak in 2012 wereldwijd door met zijn historische roman Goede mensen. Nu verrast hij met Een land zonder grenzen, zijn verslag van een één jaar lange ontdekkingsreis door de bezette gebieden.

Het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen ligt al jaren stil. Is het ook dood en begraven? In 2014 wilde de vooraanstaande Israëlische schrijver Nir Baram te weten komen hoe de bevolking langs de grens tussen de Joodse staat en de bezette gebieden op de Westelijke Jordaanoever de toekomst van het gebied ziet. Zelfs de verre toekomst, die van 2040 en 2060. Legt men zich neer bij de status quo? Of droomt men er van een land zonder Joden? Of zonder Palestijnen? Of van een land waar Joden en Palestijnen onder één dak wonen? Of onder twee daken?

Een jaar lang reisde hij daarom van kibboets naar vluchtelingenkamp en van buitenpost van kolonisten naar buitenwijken van Jeruzalem. Hij voelde iedereen aan de tand: jongeren en bejaarden, armen en rijken, mannen en vrouwen, seculieren en orthodoxen, ex-gevangenen, politici en activisten. Hij luisterde, stelde vragen, noteerde en maakte ten slotte in Een land zonder grenzen een balans op.

Zijn hoop? Dat het vredesproces, nu 'een vuurtoren in de mist, aan het oog onttrokken', ooit 'een baken voor de grote massa' mag worden. Altijd raakt hij daarbij de open zenuw van het conflict aan: Israël, dat in naam van de eigen veiligheid de rechten van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever permanent met voeten treedt.

Israël beroemt zich erop de enige echte democratie in het Midden-Oosten te zijn. Maar het is slechts een democratie tot aan de Groene Lijn, de grens van het Israëlisch grondgebied zoals die na de wapenstilstand van 1949 werd vastgelegd. Zodra Israël een voet in het na de Zesdaagse Oorlog van 1967 bezette gebied zet, wordt het een nietsontziende bezettingsmacht.

De Palestijnen, aldus Baram, 'zien geen enkele spanning tussen de democratie en de Joodse oppermachtigheid, zij zien een krachtig, wijdvertakt apparaat dat helemaal toegewijd is aan het invullen van Joodse ambities, terwijl het merendeel van hún leven verloren gaat tussen de tentakels'.

Ramkoers

De reis van Baram is een heuse ontdekkingsreis. Terwijl in het Westen het conflict tussen Joden en Palestijnen enkel in zwart-wittermen wordt uitgevochten, treft Baram, weliswaar vaak tot zijn eigen verbazing, een overvloed aan meningen, standpunten en overtuigingen aan: onverzoenlijke naast gematigde, vooruitstrevende naast conservatieve, beschaafde naast barbaarse.

Losse puzzelstukjes die nooit een plaats in het geheel zullen vinden? Baram begrijpt dat dat inderdaad nooit zal gebeuren zolang de Joodse staat niet tegemoetkomt aan het diepgewortelde verlangen van een groot aantal Palestijnen om naar het Palestina van voor 1948 terug te mogen keren. Zo zegt Fatchi Darwiesj, die carrière maakte in de PLO, onomwonden dat vluchtelingen over de hele wereld recht op terugkeer hebben. 'Niemand heeft het recht om hun huis of land van vóór 1948 op te geven', aldus Darwiesj.

En de Joden die intussen de plaats van de Palestijnen hebben ingenomen? Voor Djalal Roemana, directeur van een talenschool in Ramalla, is er maar één oplossing. 'De politieke oplossing voor de Joden ligt niet hier, we moeten samen onderkennen dat de Joden terug moeten gaan en opgenomen worden in de landen waar ze vandaan zijn gekomen: in Frankrijk, Duitsland of Groot-Brittannië, en natuurlijk Rusland.'

De Joden moeten evenwel niet terug naar de Arabische landen, voegt hij er snel aan toe wanneer Baram vertelt dat zijn opa uit Aden in Jemen afkomstig is. 'Ik wil niet dat ze het slecht hebben', zegt Roemana.

Zulke maximalistische opinies liggen uiteraard op ramkoers met de even extreme meningen van een aantal Joodse kolonisten. 'Ik geloof niet dat er zoiets bestaat als een Palestijns volk', beweert Sara Eliasj, de directrice van een orthodoxe middelbaremeisjesschool in de nederzetting Kedoemim. 'Volgens mij is dat een uitvinding van ons. De differentiatie in de Arabische wereld rechtvaardigt niet nog een staat.'

En als de Palestijnen niet opdonderen? Voor de student Elisja is het zonneklaar: Palestijnen kunnen aanspraak maken op mensenrechten, niet op burgerrechten. Stemrecht? Geen sprake van. 'Idealiter zijn ze hier helemaal niet', besluit de student. 'Jullie begrijpen niet dat het een godsdienstoorlog is. Dat is het punt, alle oorlogen ter wereld zijn godsdienstoorlogen.'

Altijd twee versies

Baram blijft heel rustig bij al die wilde fantasieën en idioterie. Af en toe permitteert hij zich weliswaar een stekelige vraag, nu en dan hoor je hem ook ongemakkelijk lachen of zijn ergernis of ongeloof wegslikken.

Wie echter denkt dat hiermee alle Joodse en Palestijnse opvattingen zijn weergegeven, heeft het grondig mis. In de orthodox-joodse theologische school Otniël in de nederzetting Goesj Etsion bij Hebron bijvoorbeeld, ijveren de studenten voor een staat waar Joden en Palestijnen samen in vrede leven. Volgens hen zijn de orthodoxen niet het probleem, maar de oplossing. 'Als ik een Palestijn tegenkom en zie hoeveel hij van God houdt, dezelfde God die ik liefheb,' aldus een student, 'dan vallen alle scheidingen weg.' Van argwaan tegenover Arabieren of een Joods superioriteitsgevoel is er dan ook niets te merken.

Hoewel Baram onpartijdig blijft, is hij niet te beroerd om verstrekkende conclusies te trekken. Zolang de kunstmatige breuk tussen 1948 en 1967 niet wordt opgeheven, zal er nooit een duurzame oplossing komen. Zolang Joden zich superieur voelen aan de Palestijnen, zal het wantrouwen, de angst en de desinteresse alleen maar toenemen. Zolang Israël doorgaat met de pesterijen, vernederingen, aanvallen, onteigeningen en vernietigingen van huizen en olijfboomgaarden zullen de Palestijnen de Joodse staat blijven tegenwerken. Zolang Israël de ruimte blijft versnipperen en zo elk probleem als een lokaal probleem blijft behandelen, zullen de allesomvattende vragen geen kans krijgen om gehoord te worden. Zolang Benjamin Netanyahu zich hard blijft opstellen en de Joodse burger blijft voorhouden dat alle Palestijnen demonen zijn, zal het eigen onwrikbare gelijk zich steeds vaster in het morele denken van de Israëli's nestelen.

Baram onderzoekt zo grondig mogelijk, maar vraagt zich tegelijk voortdurend af hoe hij de waarheid kan achterhalen. Van elke versie van de feiten bestaat immers een concurrerende en soms tegenstrijdige versie. Zo is elke Palestijn die op straat wordt neergeschoten voor de Israëli's een terrorist en voor de Palestijnen een onschuldige passant.

Volgens Baram is er trouwens geen enkele organisatie die aan waarheidsvinding doet. Klopt dat wel? Dat zou immers betekenen dat Amnesty International noch Human Rights Watch noch pacifistische Israëlische organisaties zoals MachsomWatch, die het gedrag van soldaten en agenten bij de checkpoints van de Westelijke Jordaanoever in de gaten houdt, hun werk niet zouden doen?

Soms verloopt een gesprek te oppervlakkig. Wat met de beruchte corruptie van de Palestijnse autoriteiten? Evenmin vraagt hij zich af waarom Jordanië, Libanon en Syrië de Palestijnen in de vluchtelingenkampen na 68 jaar nog altijd weinig of geen kans bieden om volwaardige leden van hun samenleving te worden.

Grenzeloze schoonheid

Een land zonder grenzen? Baram heeft de titel van zijn boek doelbewust gekozen. Vandaag staan op de landkaart van Israël en de Palestijnse gebieden immers talloze grenzen en grensjes ingetekend. Er is een Driehoek en een Kleine Driehoek, er is de Muur door Jeruzalem, er is de Groene Lijn en er is een Naadzone, er zijn buitenposten en binnenplaatsen en prikkeldraadversperringen, en in de bezette gebieden zijn er bovendien drie verschillende zones, een zone volledig onder Palestijns gezag, een zone waar het burgerlijk gezag bij de Palestijnen ligt maar de veiligheid onder het gezag van het Israëlische leger ligt, en een zone volledig onder Israëlisch gezag.

Al die begrenzingen en afsluitingen staan in schril contrast met de grenzeloze schoonheid van het landschap. Amos Oz en David Grossman hebben al in ettelijke romans de wonderbaarlijk mooie natuur van Israël en de Palestijnse gebieden bezongen. Ook Baram is zo diep onder de indruk dat hij zich in het woud van naakte feiten en onverbloemde verklaringen en getuigenissen een literaire ontboezeming veroorlooft. 'Als je hier staat', mijmert hij, 'lijkt het of de wereld om je heen een gerucht is'.

Dat 'hier' bevindt zich in de omgeving van het Palestijnse dorp Janoen. 'Om me heen worden het gras, de olijfbomen en het graan goudgekleurd door de zon en de heuvels donkergroen, je wordt omgeven door een waaier aan kleuren, diepe stilte, alleen het ruisen van de wind is te horen.' De natuur als geneesmiddel voor de ontwrichte ziel? Een schrale troost wellicht.

Desondanks blijft Baram hopen, tegen beter weten in. Al wie zich voor echte vrede en veiligheid voor alle partijen inzet, heeft geen andere optie.

Nir Baram, Een land zonder grenzen, De Bezige Bij, 271 p., 19,99 euro. Vertaald door Sylvie Hoyinck.