Direct naar artikelinhoud

"In de liefde gaat het niet om verlangen"

Het begon als een onschuldige vakantieliefde, mondde al snel uit in een huwelijk en eindigde met een pijnlijke scheiding. Jeremy (48) heeft er een belangrijke les uit geleerd. 'Je moet elkaar blijven verwonderen.'

JEREMY: "Ik was 30, werkte op Ibiza als karikatuurtekenaar toen op een dag twee mooie vrouwen voor me kwamen zitten. De zondag erop stond een van hen opnieuw voor mijn neus, en ik wist dat ze deze keer niet voor een tekening kwam, maar voor mij. Ze vertelde me dat ze verliefd was op het eiland, dat ze overwoog er te gaan wonen, of ik haar na mijn werk de omgeving kon laten zien. Ze sprak perfect Engels en ze leek mijn Ierse humor te delen. Twee dagen ben ik met haar en haar zus op stap geweest en toen ik hen daarna op het vliegveld zette gaf ze me twee flessen wijn. Eén is genoeg zei ik verbaasd, maar ze antwoordde: de ene is voor jou, en de andere is voor ons beiden als ik terugkom.

Eenmaal thuis zei ze door de telefoon dat het een gekkenhuis was daar, ze had het uitgemaakt met haar vriend, en wist niet of ze nog wel kon komen. Neem je tijd, zei ik. Ik heb een huis waar je kunt logeren, volg je hart, zie maar.

En ze kwam. Haar gezelschap was nieuw voor mij als eeuwige vrijgezel, nieuw en fris als opborrelend water. Op de tweede nacht zetten we de bedden tegen elkaar. En op de derde nacht vroeg ik haar ten huwelijk. Je bent gek, zei ze. Ik zei: 'Ik weet het, maar mijn hart zegt, ja, ja ja!' 'Ik hoor ook geen alarmbellen,' antwoordde ze, 'dus ja, laten we trouwen.'

Een paar maanden later wilde ze terug naar huis om een nieuwe voorraad anticonceptiepillen te halen. Ik zei dat ze wat mij betreft wel mocht stoppen. Weer keek ze me verbaasd aan, aarzelde, toen haalde ze alle overgebleven pillen uit hun verpakking en schreef daarmee de letters YES op het beddensprei. Ik pakte de pillen en maakte er twee stapels van. Ik gooide de ene weg, zij de andere. Een maand later was ze zwanger. Op dat moment begon mijn leven echt, zo leek het.

De baby kwam, een jongetje. Ik genoot nog meer dan ervoor van het leven op het eiland, van het kind in bad doen, zijn luiers verschonen en zij vond het heerlijk een man te hebben die zo van zorgen hield. Dan stond ik op het plein te tekenen, mijn zakken raakten steeds gevulder met bankbiljetten, en kwam zij aangelopen met de buggy, en ik zei kom, we gaan lunchen en dan zaten we de hele middag met vrienden aan zee en aten vis. Tijdens een van die maaltijden zei mijn Italiaanse vriend eens: 'Ik kan me niet concentreren, je vrouw is zo mooi, Jeremy. Wat ben jij een geluksvogel.'

Ik herinner me dat ik eens over het eiland reed met haar en ons kind achterin, zo'n kostbare vracht. Ik moest denken aan de scène in Titanic waarin een man zijn kind en vrouw in een sloep duwt en zelf achterblijft. Met een schok begreep ik ineens dat een man wil sterven voor zijn gezin. Zo intens verbonden voelde ik me met hen. Ik had mijn bestemming gevonden.

Maar na twee jaar moederen raakte ze verveeld. De mogelijkheden voor een baan zijn niet dik gezaaid op Ibiza, we besloten naar Nederland te gaan en vonden een huis in Zoetermeer. Op dat moment veranderde de dynamiek tussen ons. Op Ibiza was ik degene die Spaans sprak en kennissen had en het eiland kende. In Nederland wist ik niks en moest zij mij begeleiden naar de bank. Ik ben de man geworden, riep ze eens geërgerd, dat wil ik niet.

Irritaties volgden op irritaties. Het bleek dat ze eigenlijk een heel ander beeld had hoe een man en een huwelijk moesten zijn. Een echte vent rijdt in een Saab en neemt de hele hypotheek voor zijn rekening, vond ze. Maar we zijn toch gelijkwaardig, riep ik in mijn wanhopigste momenten. Ja, maar toch moet jij voor me zorgen.

Ik had intussen werk gevonden bij een grote tekenstudio, maar ik bleef tekortschieten in haar ogen. Het was op. Ze wilde gewoon geen tekenende Ier meer. Ze wilde een landgenoot in een pak met een Saab.

We scheidden. Nu lag mijn hele identiteit, die ik verbonden had met het vaderschap en het dagelijks contact met mijn zoon, in duigen. Ze had me weleens gevraagd, waarom wilde je eigenlijk zo snel trouwen? Omdat ik verliefd op je was, zei ik. Welnee, antwoordde ze. Je was niet verliefd op mij, maar op het idee vader te kunnen worden en echtgenoot. En hoewel ik ontkende, moet ik toegeven dat daar iets in zat. Onder het mom van grote liefde hielden we allebei vast aan onze eigen verkrampte ideeën hoe de ander moest zijn. Ze zei een keer: 'Ik wil niet mezelf zijn, dat was ik altijd al. Ik wil een leven als representatieve echtgenote.'

Zonder illusies keerde ik tijdelijk terug naar Ierland. We bleven elkaar verwijten dat we elkaars droom hadden verwoest. En het is pas sinds de laatste tijd, dat ik, ouder en rijper, begin in te zien dat ik niemand help door verbitterd en boos te blijven. Als mijn nu 16-jarige zoon er ooit naar vraagt, zal ik hem zeggen dat het huwelijk met zijn moeder mij heeft geleerd dat liefde niet gaat over 'hoe word ik gelukkig?' maar over de vraag: 'wie is zij, wat beweegt haar?'

Mij is het toen niet gelukt, ik hoop hem wel. Ik zou willen dat hij begrijpt dat het in de liefde niet gaat om verlangen, maar om empathie. Niet om het waarmaken van dromen, maar om wederzijdse verwondering."