Direct naar artikelinhoud

Herken 'een Braeckman'

Magazine. Het fotografische werk van Dirk Braeckman heeft ook een elektriserende literaire lading. Dat bewijst het magazine DW B in een bijzonder boeknummer, waarin acht auteurs de 'fotobiografie' van Braeckman schrijven.

Een vermetel uitgangspunt: het literaire magazine DW B vroeg aan acht schrijvers en essayisten om het fotografische oeuvre van Dirk Braeckman schaamteloos en puur autobiografisch te lezen.

'In het zelfportret legt de fotograaf een beeltenis van zichzelf vast, maar ook als hij niet in beeld verschijnt, was hij als maker van de foto noodzakelijkerwijze aanwezig', noteert samensteller Christophe Van Gerrewey. 'Iedere foto is daarom een spoor van het leven van de fotograaf.'

Een open deur intrappen? Misschien wel. Maar toch. Stel dat Dirk Braeckman geen enkele van zijn foto's in scène heeft gezet? Wat als alles wat hij fotografeerde 'echt' is gebeurd, alsof het zich niet voor zijn lens, maar pal voor zijn ogen afspeelde?

Auteurs als Frederik Willem Daem, Bart Koubaa, Koen Sels, Jan-Willem Anker, David Nolens en Wytske Versteeg mogen hun pennen botvieren op deze kwestie én op Braeckmans foto's, om zo tot een fragmentarische fotobiografie te komen. Zijn beelden kun je immers beschouwen als 'een reeks geheugenbeelden, een reeks herinneringen, een reeks momenten'.

Het duistere universum van Braeckman, die binnenkort België vertegenwoordigt op de Biënnale van Venetië, staat bol van de anonieme ontmoetingen en van verlaten transitzones waar tijdelijkheid overheerst. Gangen, hotelkamers en hallen worden getransformeerd en ontdaan van hun ruimtelijke context. Lichaamsdelen, blote vrouwenruggen én meisjeshaar lijken erg nabij, zij het in de diepte van de nacht. Of er zijn die eeuwig opwaaiende vitrages. Ze verbergen en verhullen, maar bieden ook onverwacht een glimp op andere werkelijkheden.

Toch hebben zijn afdrukken steeds iets broeierigs en gevaarlijk, alsof ze het residu van een plaats delict zijn.

Braeckman bewerkt en mutileert de negatieven - soms aangevuld met found footage - tijdens de chemische ontwikkeling in de donkere kamer. Om zo tot unieke, veellagige fotoprints te komen. De grijzige suggestiviteit herken je uit de duizend als 'een Braeckman'. Wees maar zeker dat veel fotografen ze vruchteloos proberen te imiteren.

Symbiose

In dit heel verzorgde DW B-boeknummer bewijzen de auteurs hoezeer Braeckmans universum kan fungeren als aanvuurder van literaire verbeeldingen. Ze kregen daarbij één beperking: schrijf vanuit een ik-figuur én in de verleden tijd.

En dat leidt tot geslaagde tranches de vie. Jan-Willem Anker beschrijft in het mooie Contemptus Mundi bijvoorbeeld de tijdelijke versmelting van twee lichamen: de fotograaf en zijn geliefde. ''Je maakt me anoniem', zei ze vaak. Doordat ze bij mij kon zijn wie ze was, werd ze iedereen die ze kon zijn. Ik schiep de voorwaarden.'

En: 'We waren tegenvoeter en zielsverwant, tegenpool en dubbelganger. We verkenden elkaar. In ons werden de tegenstellingen opgeheven.'

Erik Lindner doet iets met de hotelsfeer in Les Lauriers, dat zich hoofdzakelijk in Parijs afspeelt ('Het vergt een sterk gestel te leven in een hotel'), net als David Nolens in Projecties: 'De hotelkamer was heel klein, net groot genoeg voor het eenpersoonsbed. De kamer werd groter gemaakt door de dieptebeelden op de muren. Ik zag een landschap en dan weer een ander landschap.' Braeckmans beelden zijn dan ook grenzeloze landschappen, oplichtend uit een unheimische schemering.

Het is intussen al de vijfde keer dat DW B de symbiose zoekt tussen kunstenaars en schrijvers, na Allen vlees van Berlinde De Bruyckere en J.M. Coetzee in 2012, Scènes van Robert Devriendt in 2013, 50 fictieve gebouwen in 2014 en Jazzz van Anne-Mie Van Kerckhoven.

Deze editie met Braeckman intimideert, intrigeert én imponeert. Wie zei nu weer dat literaire tijdschriften zichzelf niet af en toe kunnen heruitvinden?