Direct naar artikelinhoud

Spanje onder curatele

Nu de politieke impasse zich almaar dieper nestelt in de Spaanse bodem, neemt Europa het heft in handen. Spanje komt onder Europees toezicht om een ontsporing te vermijden.

Nadat deze week duidelijk werd dat de vorming van een nieuwe regering in Spanje niet voor morgen is, gingen de alarmbellen rinkelen. Het Spaanse begrotingstekort begint stevig op te lopen en niemand lijkt in staat een en ander binnen de perken te kunnen houden.

De zittende regering zou volgens de Spaanse krant El País onder Europees toezicht komen. In ruil zou de regering wat ademruimte krijgen om haar begroting recht te trekken. Het tekort moet naar Europese normen onder de 3 procent worden gebracht, maar de huidige economische situatie maakt dit op korte termijn zo goed als onmogelijk. Vorig jaar kwam het tekort uit op 5,2 procent van het bruto binnenlands product. Het gat in de begroting is 1 procentpunt groter dan in afspraken met Brussel is vastgelegd.

Vierde keer uitstel

Volgens El País zou er een ontmoeting hebben plaatsgevonden tussen Spaans minister van Economie Luis de Guindos en eurocommissaris Pierre Moscovici, in de marge van de lentevergadering van het IMF in Washington. Madrid zou uitstel krijgen om zijn tekort pas tegen 2017 of zelfs 2018 onder de 3 procent te brengen. Het zou de vierde keer zijn dat Spanje uitstel krijgt sinds het begin van de economische crisis in 2008.

Dat zou niet zomaar uit de lucht komen vallen. Spanje zou, volgens Europese bronnen die El País citeert, onder een soort van curatele komen. Dat betekent dat Europese technici mee de begroting onder de loep nemen en alle hervormingen dwingend bekijken.

Links alternatief

Sinds de verkiezingen is de ontslagnemende conservatieve regering van Mariano Rajoy niet bepaald een toonbeeld van een slagvaardige ploeg. Rajoy wil het liefst weer zelf een regering vormen, om zo de vruchten te plukken van een streng besparingsdieet dat hij Spanje oplegde na de financiële en economische crisis. Dat dieet leidde tot een kentering en de economische motor sloeg aan, maar de werkloosheid bleef torenhoog. De regering werd afgestraft door de bevolking, die besparingsmoe is. Het linkse alternatief Podemos brak door, maar de kaarten werden zodanig door elkaar geschud dat een coalitievorming maar niet van de grond komt. Geen enkele partij slaagde er tot nog toe in een stabiele coalitie op de been te brengen, met een verdere ontsporing van de financiën tot gevolg.

De klok tikt. Als op 2 mei geen coalitie is gevormd, dan volgen automatische nieuwe verkiezingen. Koning Felipe kan dan niet anders dan het parlement te ontbinden en de Spanjaarden moeten dan op 26 juni weer naar de stembus. Al zou dat wellicht weinig zoden aan de dijk zetten, en enkel leiden tot een bevestiging van de huidige impasse. Van de Podemos-militanten wil 91,8 procent dat hun partij een 'regering van de verandering' vormt met de socialistische PSOE en linkse regionale partijen. Zo'n coalitie ziet PSOE-voorzitter Pedro Sánchez dan weer niet zitten. Aangezien niemand in zee wil met de conservatieve Partido Popular (PP) lijken alle mogelijkheden zoetjesaan uitgeput. De discussie rond de Catalaanse afscheuring maakt de lettersoep nog moeilijker leesbaar.

Die aanhoudende politieke onzekerheid dreigt een negatieve impact te hebben op de economische en financiële situatie. Spanje is de vierde economie van de eurozone, en is dus een belangrijke schakel.