Direct naar artikelinhoud

Vlaams Letterenfonds bloedt

De besparingswoede van de nieuwe Vlaamse regering treft ook het letterenbeleid hard. Het Vlaams Fonds voor de Letteren moet 644.000 euro inleveren én snoeit ferm in zijn steun aan non-fictie, uitgevers, boekhandels én literaire biografieën.

Na de opdoffer die de literaire wereld vorige week kreeg met de WPG-perikelen, is er opnieuw stormtij op komst in boekenland. Het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) is klaar met zijn opgelegde besparingsoefening en gaf gisteren aan De Morgen al de krijtlijnen prijs.

"Net als andere culturele spelers moeten wij de komende jaren 7,5 procent inleveren, dat is een bedrag van 454.000 euro", zegt directeur Koen van Bockstal. "Tel daarbovenop de 2,5 procent die we sinds 2010 via het kaasschaafprincipe al afromen - toch zo'n 190.000 euro - en je komt op een totale besparing van 644.000 euro. Als je weet dat literatuur altijd al het ondergeschoven kind was, is dat natuurlijk een serieuze dobber. Vriendelijke, ja, zelfs minzame gesprekken met het kabinet van cultuurminister Sven Gatz zetten niet veel zoden aan de dijk. Maar goed, we zullen solidair zijn met onze collega's."

Toch benadrukt Van Bockstal dat "de kerntaken en ambities van het VFL buiten schot blijven": "Aan de werkbeurzen voor auteurs, vertalers en illustratoren - goed voor 1,5 miljoen euro - wilde onze raad van bestuur niet raken. Dat is immers het basiskapitaal van onze literatuur. En ook leesbevordering, projecten voor interculturaliteit en armoedebestrijding en het buitenlandbeleid blijven grotendeels onaangeroerd."

Waar gaat het mes dan wel in? Doortastend is het halveren van de productiesteun voor uitgevers, waarmee deze specifiekere en moeilijkere projecten konden financieren, een reductie van 90.000 naar 45.000 euro. "Er zullen strengere criteria gehanteerd worden", waarschuwt Van Bockstal. Ongetwijfeld is het alweer schrikken voor de Vlaamse uitgevers, bij wie "het water aan de lippen staat", zoals André Van Halewyck gisteren nog poneerde.

Een dreun krijgen ook de Vlaamse boekhandels. Zij konden al enige jaren beroep doen op steun bij het promoten van 'boeken met een grote culturele verdienste'. Die valt nu weg. Ook de subsidie voor literaire activiteiten in de boekhandel slinkt. "Maar we zullen ervoor zorgen dat ze wél beroep kunnen doen op de regeling voor auteurslezingen." Totale besparing: 30.000 à 40.000 euro.

Knip- en plakwerk

Wie in Vlaanderen non-fictie bedrijft, hoeft van het VFL helemaal niets meer te verwachten. "Met veel knip- en plakwerk was daar een budget en daar stoppen we mee", zegt Van Bockstal. Precies op een moment dat het genre sterk in opmars is en ook romans mee schraagt. Aansluitend worden de werkbeurzen voor het schrijven van een literaire biografie tot nul herleid: exit 25.000 euro.

Ook de steun aan literaire organisaties zoals Passa Porta kalft af, met zo'n 7,5 procent. "Als ze een goed plan van samenwerking met collega-organisaties kunnen voorleggen, wordt dat misschien tot 5 procent teruggebracht", hoopt Van Bockstal. Geen bloedbad bij de literaire tijdschriften - zoals in Nederland, waar het Letterenfonds alle steun afschafte - maar de middelen krimpen wél met 7,5 procent. Ten slotte worden projecten als 'Ken je buren' opgedoekt (waarbij Vlaamse en Nederlandse auteurs samen op tournee gaan) en de vertalerssite 'Schwob' teruggeschroefd en schrapt het VFL een paar universitaire onderzoeken. Stichting Lezen - speerpunt van de leesbevordering en sinds kort onderdeel van VFL - levert 5 procent in. "Bescheidener", zegt Van Bockstal, "omdat leesbevordering toch essentieel blijft. We hebben trouwens vooral geprobeerd efficiënt te besparen. Maar toegegeven: je kan geen graan oogsten als je geen zaad hebt. En we snijden ook in eigen vlees: een tijdelijke communicatiemedewerker verdwijnt."