Direct naar artikelinhoud

Gasinstallaties zijn sluipend gevaar

In Schaarbeek wordt nog steeds gezocht naar de oorzaak van de instorting die zaterdagnacht het leven kostte aan drie mensen. Naar alle waarschijnlijkheid lag een gasexplosie aan de basis van de ravage. De mogelijkheid bestaat dat de gasinstallatie in een van de huizen gebreken vertoonde.

Eerder dit jaar lag een gammele gasinstallatie al aan de basis van een ontploffing in een flatgebouw in Luik. De toestand van gasleidingen wordt vaak echter pas duidelijk wanneer het te laat is. Zodra de gasmeter loopt, hebben de nutsbedrijven immers geen zicht meer op de toestand van de huizen die ze bevoorraden.

Meteen na de instortingen in Schaarbeek werd een gaslek naar voren geschoven als mogelijke oorzaak voor de ravage. Het Brusselse gasbedrijf Sibelga liet meteen weten dat er in de betreffende straten al geruime tijd geen meldingen meer waren geweest over eventuele gaslekken. Dat wil echter niet zeggen dat de gasinstallaties in de getroffen huizen daarom in orde waren. De verantwoordelijkheid van de gasleverancier stopt immers letterlijk bij de meter. Hoe de gasleidingen en installaties in de woning zelf eraan toe zijn, is in veel gevallen niet geweten.

“Bij het openen van de gasmeter vragen wij een geldig keuringsbewijs voor de hele installatie. Pas wanneer we zeker weten dat de installatie veilig is, gaat de gaskraan open”, zegt woordvoerder Johan De Bruyn van de Brusselse gasdistributeur Sibelga. “Als de gasmeter daarna niet meer afgesloten wordt, wordt die controle echter niet meer herhaald.”

In principe wordt de gasmeter afgesloten wanneer het pand van eigenaar verandert. In huizen die verhuurd worden, wordt de meter maar zelden stilgezet. In veel gevallen loopt de teller dus gewoon door, soms decennialang, ongeacht de wijzigingen die de eigenaars aan de installaties in huis doorvoeren, vaak op eigen houtje.

De Bouwunie, die ook de erkende installateurs vertegenwoordigt, is zich van de problematiek bewust. “Vooral bij renovaties is dat een probleem”, zegt Wilfried De Greef. “Mensen sluiten nieuwe toestellen aan zonder de gasmeter stil te leggen. Zo sparen ze immers een nieuwe controle uit. Of de aansluiting conform de regels gebeurd is, daarnaar is het gissen.”

Nooit gekeurd

In Vlaanderen geldt wel een zogenaamde onderhoudsplicht voor verwarmingstoestellen. Gaskachels en boilers dienen in principe om de twee jaar te worden gecontroleerd door een erkend installateur. Een dergelijke controle kost echter al gauw 100 euro of meer. Een groot deel van de installaties wordt dan ook nooit gekeurd. “Het probleem is niet nieuw”, zegt De Greef. “Onze installateurs kunnen wel controles uitvoeren en attesten afleveren, maar ze kunnen mensen niet om de twee jaar aan hun mouw gaan trekken voor de controle van hun gasinstallatie. Veel mensen denken nog steeds dat gastoestellen simpelweg geen onderhoud vereisen. Of dat ze het onderhoud zelf wel kunnen klaarspelen.”

Om de kwaliteit en vooral de veiligheid van de gasinstallaties te controleren, riep de sector van gasinstallateurs enkele jaren geleden het CERGA-label in het leven. Dat label moet garant staan voor het vakmanschap van de installateur en de betrouwbaarheid van de geleverde installatie “van gasleiding tot schoorsteen”.

“Maar ook CERGA-installaties vertonen vaak zware fouten”, volgens Ronald Coomans van het controlebedrijf Vinçotte. Vinçotte controleert in heel België zowel de pijpleidingen van gasbedrijven zoals Fluxys, als gasleidingen in particuliere woningen. De onregelmatigheden zijn niet bepaald schaars. “We zien dagelijks toestanden die niet door de beugel kunnen”, zegt Coomans.”Over de toestand van de oudere installaties, die het grootste risico vormen, tasten we in het duister.”

Ook de Vlaamse Woninginspectie stuit regelmatig op gasinstallaties die niet voldoen. “In een derde van de door ons gecontroleerde woningen is er sprake van problemen met de gasinstallatie”, zegt directeur Tom Vandromme. Wellicht ligt het aantal huurwoningen met gevaarlijke gasinstallaties nog hoger, maar vinden veel huurders niet de weg naar de Woninginspectie.

Strafbaar

Op het kabinet van Vlaams minister van Wonen Freya van den Bossche (sp.a) benadrukt woordvoerder Gorik Van Holen dat de cijfers van de Woninginspectie niet zomaar veralgemeend kunnen worden voor de hele Vlaamse huizenmarkt. “Het gaat om de controle van huurwoningen, en dan vooral van woningen uit het lagere segment van de huurmarkt. Ze zijn dus niet representatief voor het hele huizenbestand.” Van Golen onderstreept wel dat dergelijke praktijken niet straffeloos blijven. “Wie een woning verhuurt waarvan de nutsvoorzieningen niet aan de normen voldoet, is wel degelijk strafbaar. De Woninginspectie houdt de verhuurder verantwoordelijk en kan het huis onbewoonbaar verklaren.”

Over de toestand in particuliere woningen is weinig geweten. Ook de verzekeringssector tast in het duister. Ondanks de grote risico’s die onveilige gasinstallaties met zich meebrengen, is het bij het aanvragen van een brandverzekering voorlopig immers niet verplicht een keuringsattest van de installatie voor te leggen.