Direct naar artikelinhoud

Patriarchale cultuur in kerk moet doorbroken worden

lJosian Caproens is voorzitter van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad, netwerk van geëngageerde rooms-katholieke christenen en het overlegorgaan van de katholieke kerk in Vlaanderen.

lNaar aanleiding van het seksueel misbruik in de kerk en het debat over het celibaat pleit Josian Caproens voor verregaande hervormingen.

De crisis over het seksueel misbruik in de kerk heeft zich blijkbaar toegespitst op het celibaat. Alsof het al dan niet celibatair zijn van priesters dé oplossing is voor het seksueel misbruik in de kerk en voor de kerk van de toekomst. Enerzijds blijft de vraag of celibaat en seksueel misbruik zomaar aan elkaar gekoppeld mogen worden en anderzijds gaat het in de kerk om veel meer dan het celibaat.

De crisis dwingt de kerk ertoe grondig te reflecteren over wat haar eigenlijke opdracht is vanuit het evangelie en hoe ze die opdracht kan waarmaken in de samenleving van vandaag en morgen. Dit betekent ook dat ze ernstig werk moet maken van structurele veranderingen. Als Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB), een netwerk van geëngageerde rooms-katholieke christenen en het overlegorgaan van de katholieke kerk in Vlaanderen, willen we vooral kijken naar wat die crisis kan betekenen voor de toekomst van de kerk en de kerk van de toekomst.

Laat eerst en vooral duidelijk zijn dat we als kerk, kerkverantwoordelijken én leken, zorg moeten dragen voor de slachtoffers. Er moet een gewaarborgd wettelijk kader komen waarin kerk, justitie, zorgverlening en slachtoffers samenwerken. Maar geloofsgemeenschappen moeten vanuit hun christen-zijn nog meer oog hebben voor de zwakken en gekwetsten in de samenleving en binnen de kerk, een kerk waarin het mens- en godsbeeld uit het evangelie ook tegendraads aan kracht mag winnen. Slachtoffers moeten er een luisterend oor vinden. Hen opvangen in een gelovig-pastorale context en hen liefdevol omringen, behoort meer dan ooit tot de kern van ons christen-zijn. De manier waarop we als samenleving en kerk omgaan met daders moet ervoor zorgen dat zij de vreselijke gevolgen van hun daden inzien zodat ze door straf en mededogen heen hun verantwoordelijkheid tot heling kunnen nemen. Maar het is niet zo dat als we hiermee in het reine zijn, we gewoon kunnen overgaan tot de orde van de dag.

De kerkgemeenschap moet opener en duidelijker communiceren, conflicten niet uit de weg gaan en structurele veranderingen moeten er komen. Debatten gebeuren te veel in gesloten cenakels en bij wat daaruit naar buiten komt, ontbreekt vaak transparantie en daadkracht. Wat er nu gebeurt is geen zaak van priesters alleen. Alle gelovigen en alle parochiegemeenschappen zijn betrokken partij. Dat doet de vraag rijzen naar waar het overleg binnen de kerk gebeurt en waar het dient te gebeuren. Is dat alleen binnen de interne kerkelijke structuur of ook met de samenleving? Er is geen democratische structuur in de kerk en dus kan er geen fundamenteel overleg plaatsvinden. De patriarchale cultuur moet worden doorbroken, willen we tot een eerlijker overleg in de kerk komen. De huidige overlegorganen spelen, zowel op het vlak van advies als beleidsmatig, niet werkelijk mee. Ondanks het tweede Vaticaans concilie is er nooit een echte wederzijdse gelijkheid tussen leken en clerus gegroeid, vooral omdat macht- en gezagsstructuren binnen de kerk duidelijk hun posities wensten te behouden.

Het IPB startte onlangs met een eenjarig project rond overleg in de Vlaamse kerk. Daarin gebeurt onderzoek naar de kwaliteit van het overleg op verschillende niveaus. Het IPB zelf als organisatie komt aan bod maar ook het overleg op het niveau van parochies, organisaties en in de bisdommen. Wat is er concreet gerealiseerd van de oproep van Vaticanum II om raden en overlegorganen op te richten? Hoe functioneren die vandaag? Daarnaast is er een werkgroep met externe experts die nadenkt over de gezagsstructuren binnen de kerk en over het ambt. Ze doen dat aan de hand van analyses en van goede praktijkvoorbeelden die al bestaan in de kerk op vlak van gedeelde verantwoordelijkheid zowel op lokaal als op hoger niveau. Ze hopen tot aanbevelingen te komen om structuren aan te passen en een echte overlegcultuur te laten groeien.

We willen uitgaan van een samen gedragen verantwoordelijkheid van gewijden en leken. Leken moeten daadwerkelijk betrokken worden in het beleid, binnen alle kaders in de kerk, tot in de hoogste regionen. Voorzichtig worden er op die weg hier en daar stappen gedaan, onder andere in bisschopsraden. Maar ook in de bisschoppenconferentie kunnen leken beleidsmatig meewerken en meedenken.

Daarnaast moet de kerk nu werkelijk het debat aangaan over het ambt. We proberen daar al veertig jaar beweging in te krijgen. Het gaat om veel meer dan het bijsturen van de opleidingen, het verstrengen van de toelatingsvoorwaarden of het herzien van de ambtscriteria. Dan blijven we hangen in de huidige structuren die het accent verkeerd dreigen te leggen. De tijd is nu echt wel rijp, zeker in West-Europa, dat priesters kunnen kiezen voor een celibatair leven of niet. En of vrouwen priester moeten kunnen worden? Voor vele vrouwen is het vandaag niet meer vanzelfsprekend om, als het al zou kunnen, in het klassieke patroon te stappen. Het ambt moet eerst in zijn totaliteit herbekeken worden en dan moeten ook vrouwen voluit kunnen voorgaan in geloofsgemeenschappen. We pleiten voor een diversiteit van ambten en bedieningen zodat, naast celibataire mannen, ook vrouwen en gehuwden kunnen delen in de verantwoordelijkheid voor de opbouw van de geloofsgemeenschap. Priesters staan nu vaak alleen en worstelen met onmacht en eenzaamheid. Ze moeten in elk geval meer in een gezond teamverband kunnen samenwerken met niet-gewijde mannen en vrouwen. Daarom moeten we concreet nadenken over vitale geloofsgemeenschappen en hoe die zich kunnen organiseren in onze samenleving. Geloofsgemeenschappen moeten meer zelf verantwoordelijkheid krijgen, waarbij niet alles aangestuurd hoeft te worden van ‘hogerhand’. Het hiërarchische spreken is geen waarborg voor de toekomst. Betrokkenheid van de hele geloofsgemeenschap is noodzakelijk voor een kerk die in bescheidenheid de blijde boodschap wil beleven en voorleven.

In dat hele verhaal willen we de huidige gezagsdragers ook bemoedigen. De nieuwe generatie bisschoppen moet niet alles uit het verleden over zich heen krijgen. We vragen hen wel uitdrukkelijk, vanuit een loyaal-kritische houding, nu open en transparant het debat aan te gaan, echt te luisteren naar het ‘volk van God’ en samen concrete stappen te zetten naar de kerk van de toekomst. We moeten er zeker over waken dat er geen terugkeer komt naar het oude conservatisme. We geloven dat het vertrouwen in de kerk maar hersteld kan worden als er duidelijke tekens van verandering worden gegeven. Uit crisis en chaos kan iets nieuws geboren worden als we niet bang zijn om, zoals de man uit Nazareth, bescheiden maar op profetische wijze de verstarde tradities open te breken.