Extra steun voor kansarme leerlingen op de helling

Vandaag krijgen scholen met kansarme leerlingen een financieel duwtje in de rug via hun werkingsmiddelen. Concreet gaat het om kinderen met een laagopgeleide moeder, kinderen die thuis geen Nederlands spreken of die uit een gezin met een laag inkomen komen. Volgens de beleidsnota zouden die criteria uit de basisfinanciering verdwijnen. De totale pot van werkingsmiddelen blijft dezelfde, maar wordt op een andere manier verdeeld.

"Een zeer verkeerd uitgangspunt", stelt hoogleraar en gewezen onderwijsminister Frank Vandenbroucke (sp.a). "Dit is omgekeerd herverdelen: het verschuift geld van kansarme naar kansrijke scholen. Wij hebben er indertijd bewust voor gekozen om scholen met kansarme leerlingen die extra steun te geven."

Minister Crevits benadrukt nog dat ze twee studies afwacht over de financiering alvorens knopen door te hakken. Die studies gaan na op welke manier de werkingsmiddelen worden besteed. Maar volgens coalitiepartner N-VA is de richting van de beleidsnota duidelijk: er komt een basistoelage.

Kort door de bocht

N-VA liet al verstaan dat de extra steun voor kansarme leerlingen "enkel voor verwarming, kopieën of banken dient". Dat is kort door de bocht, weerlegt Vandenbroucke. "Met die extra centen blijft het voor scholen leefbaar om niet te veel kosten door te rekenen aan de ouders. Ze kunnen die middelen ook stoppen in pedagogisch materiaal, culturele uitstapjes, nascholing van leraren. Er kan zelfs personeel mee aangeworven worden. Kortom: het geeft scholen de kans om goedkoop te zijn voor de ouders en zelf goed voor de dag te komen. Dat is van cruciaal belang."

Aan het geld voor de omkadering voor kwetsbare kinderen, waarmee extra leerkrachten worden betaald, wordt niet geraakt, onderstreept minister Crevits nog.