Direct naar artikelinhoud

Licht in de zaak

Niet denken aan een lamp, wel aan het licht. Dat wordt het nieuwe uitgangspunt waarmee lichtfabrikanten de verlichting in huis aanpakken. Voorlopig komt het interessantste licht uit Zwitserland.

Farida O'Seery

Het licht van het derde millenium moet interactief en intelligent zijn, zowel emoties oproepen bij de gebruiker als flexibel zijn en kunnen dienen voor verschillende activiteiten. Een lamp maken betekent voortaan niet meer een mooie vorm geven aan een voorwerp dat licht geeft, maar direct vorm geven aan het licht.

Om deze mening kracht bij te zetten, pakte Ernesto Gismondin, van het Italiaanse bedrijf Artemide, twee jaar geleden al uit met twee voorbeelden van dit nieuwe milleniumlicht. De 'Metamorfosi' is een bak waarin drie gekleurde halogeenlampen zitten. De lampen zijn rood, blauw en groen en luiden het gebruik in van gekleurd licht in de woning: met een afstandsbediening kunnen de kleuren worden gemixt, zodat bepaalde sferen opgeroepen worden. In de lamp zitten er twaalf voorgeprogrammeerd, de gebruiker kan er zelf nog 87 mengen.

Een tijd later kwam er een tweede versie, dit keer verwerkt in een iets traditioneler armatuur. "De 'Metamorfosi' vindt hier heel langzaam ingang", zegt Eric Withaeckx, van de gelijknamige verlichtingszaak in Antwerpen, en volgens mij heeft dat twee oorzaken. Enerzijds weten mensen niet goed hoe ze zo'n licht in huis kunnen integreren, anderzijds gaan de mensen die het hen zouden moeten tonen, namelijk onze interieurarchitecten en architecten, er nog niet enthousiast genoeg mee aan de slag. Dat laatste geldt niet alleen voor gekleurd licht; wie in Vlaanderen professioneel met bouwen en inrichten bezig is, lijkt onzeker te zijn met kunstlicht."

Sommige huizen lijken bij het vallen van de nacht te veranderen in een legbatterij of kermis, want vormelijk is er wel veel geweld. Eigentijdse huizen worden evenwel ingericht met steeds meer gestroomlijnd uitziende lampen en ingebouwde spots. De algemene tendens lijkt nochtans om het kunstlicht te gebruiken als sfeerschepper. Er wordt gebruikgemaakt van rustig, zacht licht dat zich doorheen een middenzone in een ruimte verspreidt, afgebakende delen van een kamer verlicht of dient voor één functie, bijvoorbeeld lezen. Het is vanuit dit idee, van sfeerscheppen en niet te overdrijven - zelfs niet op plaatsen waar een helder licht nodig is - dat de lichtpioniers van het derde millenium vertrekken.

Het licht komt minder uit Italië dezer dagen, maar wel uit Zwitserland, het land vanwaar ook het beroemde architectenduo Jacques Herzog en Pierre de Meuron afkomstig is. De firma Belux vertrekt bijvoorbeeld concreet van het idee dat licht de belangrijkste eigenschap moet zijn van kunstlicht, niet de armatuur. De firma ontwerpt binnenshuis eerst de functie van een licht, het lichtconcept en laat externe, soms bekende designers daar dan later een armatuur voor ontwerpen. En op die manier neemt een gesprek over licht een wending: wie dit licht koopt, kan rekenen op een vraag naar gebruik.

Eric Withaeckx: "Wij vragen mensen die hier binnenwandelen wat ze willen bekomen met hun licht. Het is een vraag naar sfeer, naar lichtsterkte en naar functie. Wij doen dat al jaren zo, maar eigenlijk is het een andere manier van licht verhandelen. Men kocht de laatste jaren armaturen, geen licht. Nu gaat het de omgekeerde richting uit." Het is de volgende stap in de ontdekking van ons huis als een terrein dat we helemaal naar ons welbehagen kunnen inrichten. Kleuren- en lichttheorieën staan wel nog volop in de kinderschoenen. Na het bouwen met aandacht voor daglicht, onze woonomgeving gezond maken en bijgevolg ons informeren over allerlei technieken en materialen, is nu de ontdekking van werken met kleur en kunstlicht in het interieur aan de beurt. En de lichten van Belux maken alvast een begin.

Eén lamp, verschillende soorten licht

Allereerst wordt er met TL gewerkt. TL-lampen zijn interessant, want ze zijn energiebesparend en gaan lang mee. TL is dus ideaal voor een ruimte waar het licht lang moet blijven branden. Minder aangenaam was hun fel, koud licht. "TL's kunnen tegenwoordig ook warmwit of wit licht verspreiden", zegt Eric Withaeckx, " en in de lichten van Belux treffen we een volgende stap aan: het TL-licht kan gemanipuleerd worden. Je kunt het zijwaarts richten, of naar beneden; je kunt werken met kleurenfilters en je kunt het ook dimmen. Vooral dat laatste is nieuw. Het zijn de mogelijkheden van een gloeilamp, gecombineerd met de voordelen van een T5-lamp: naast energie besparen is dat bijvoorbeeld ook een betere controle over de warmteontwikkeling. Omdat je een lange lamp gebruikt, krijg je een beter diffuus of regelmatig teruggekaatst licht."

Een tweede interessante evolutie is een licht dat tegelijkertijd direct én indirect licht verspreidt. Het indirecte licht is naar het plafond gericht en verlicht een ruimte algemeen; het directe licht kan dienen om gespecialiseerder werk uit te voeren, bijvoorbeeld lezen of werken aan een computer. Een gelijkaardig idee vind je nu in de handel onder een andere vorm: bijvoorbeeld een staande lamp met een uplighter, terwijl er halverwege de staander nog een leeslampje bijgemonteerd is.

De twee functies in één lamp, met één knop die de zaak regelt, is een iets verder doorgedreven versie. Dit specifieke licht van Belux heeft nog een bijkomend voordeel: wie erin kijkt, zal de lichtbron niet kunnen zien en bijgevolg nooit verblind worden. Gloednieuw zijn deze technieken niet. De Deense lichtontwerper Poul Henningsen (1894-1967) huldigde dit aspect al in de jaren twintig jaren in zijn lichtarmaturen en was daar waarschijnlijk ook de eerste mee . Hij werkte trouwens ook al volop met toegevoegde kleur, en was daarmee een bedrijf als Artemide sneller af. De lichten van Henningsen worden nog steeds (onveranderd) geproduceerd, en dat een zaak zoals Withaeckx ze vanaf volgend jaar in huis zal hebben, bewijst de visionaire waarde van de man.

"Belux werkt ook met kleur", zegt Eric Withaeckx, "en kunnen de kleuren worden aangepast aan het soort activiteit dat onder de lamp uitgevoerd moet worden: wie naar diamanten of stoffen moet kijken, heeft bijvoorbeeld een specifiek koud licht nodig; wie moet schrijven heeft een gelig, arm licht nodig." Voorlopig wordt de collectie van Belux toegespitst op het gebruik in kantoren, omdat de nood aan kwalitatief kunstlicht daar het hoogst is. Maar uiteraard sijpelt elk product straks door naar het privé-interieur, want ook daar zit men er op te wachten. Aangezien een kantoor er trouwens steeds vaker uitziet als een huiskamer - en vice versa- , kan er nauwelijks nog gesproken worden van producten die specifiek voor het ene of het andere dienen.